Willemstad – De countdown voor het in gebruik nemen van de twee drijvende dokken van Damen Shiprepair Curaçao (DSCu) is begonnen.

Vanaf 1 november zal het scheepsbouwconcern beginnen met het uitvoeren van commerciële activiteiten op het nieuwe C- en D-Dock. Die startdatum werd afgelopen week bekendgemaakt, tijdens het Congreso Mexican del Petroleo (CMP) in Acapulco, waar zowel de Curaçaose als de Nederlandse tak van DSCu vertegenwoordigd is.

De voorbereidingen voor het in bedrijf nemen van de dokken is al in volle gang. Gisteren werd in dat kader ‘een belangrijke mijlpaal’ bereikt. Het eerste drijvende dok, C-Dock, is door een kernteam van DSCu – met de hulp van de loodsen en sleepboten van KTK – vastgezet aan palen, waarlangs het in de toekomst op en neer kan bewegen. De afmeerpalen waaraan het dok is bevestigd, werden voorheen gebruikt door het drijvend dok van de Curaçaose Dokmaatschappij.

Aan het C-Dock, dat in april dit jaar aankwam, moest nog veel gebeuren. Zoals staalreparaties en straal- en schilderwerk in alle ballasttanks. Komende week zal het dok elektrisch worden aangesloten, waarna de pompen en kleppen getest en gekalibreerd kunnen worden. Eind volgende week moet het dok dan voor het eerst gedeeltelijk worden afgezonken, waarna het gereed kan worden gemaakt voor de eerste commerciële ‘dokking’ van een schip.

In het C-Dock ligt ook nog een kleiner D-Dock, dat volgende week zal worden uitgevaren. Daarna zal ook dit dok aan zijn nieuwe afmeerpalen komen te liggen. Met de komst van de twee nieuwe drijvende dokken heeft DSCu de capaciteit van de scheepswerf verdubbeld en de flexibiliteit vergroot. Daardoor kan de Damenwerf meer schepen aantrekken voor onderhoud en reparatie, wat leidt tot een positief effect op de economie van Curaçao.

DSCu zegt trots te zijn op de ‘bijzondere mijlpaal, die de eindfase inluidt van een lange, intensieve periode’. ,,Waarbij we niet alleen de dokken maar ook de infrastructuur van de werf hebben verbeterd. We werken verder en kijken uit naar de eerste commerciële dokkingen”, aldus het bedrijf in een verklaring aan de pers

Bron: Antilliaans Dagblad