Willemstad – De regering ziet ervan af om in de Successiebelastinglandsverordening onderscheid te maken tussen het huwelijk of samenwonen van man en vrouw of personen van hetzelfde geslacht.

De Successiebelastinglandsverordening gaat over de belasting op erfenissen, waarin ook een definitie van ‘erfgenamen’ opgenomen is. De discussie die eerder in de Staten gevoerd werd, ging over de vraag of bij overlijden achtergebleven duurzaam samenwonenden of gehuwden van hetzelfde geslacht ook erfgenamen zijn. Op basis van deze discussie werd de Successiebelastingwet aangepast en werd het duurzaam samenleven (gehuwd of met contract) van homo’s buitengesloten.

De RvA vond dit onvoldoende gemotiveerd en stelde daarbij, dat mocht de wettekst gehandhaafd blijven, de rechter hier op basis van internationale wetgeving alsnog een stokje voor kon steken. Een derde nota van wijziging stelt nu:

,,Gelet op het advies van de RvA stelt de minister van Financiën, Kenneth Gijsbertha (MAN), om de vorengenoemde wijziging (dit is de wijziging die de uitsluiting van homo’s beoogt, red.) niet door te voeren, omdat er geen objectieve rechtvaardiging bestaat voor het gemaakte onderscheid.”

Ook is het zo, zo wordt in de nota aangevoerd, dat volgens het Statuut in elk geval in het Koninkrijk aangegane samenlevingscontracten erkend moeten worden. Het gaat dan ook om contracten tussen levenspartners van gelijk geslacht. In de nota wordt er nog aan toegevoegd: ,,Daarnaast dient de regering met toepassing van artikel 40 van het statuut een samenlevingscontract (notariële akte), aangegaan in één van de landen van het Koninkrijk wel te erkennen, waardoor er een discriminatoir onderscheid wordt gemaakt tussen levenspartners van gelijk geslacht die elders in het Koninkrijk een samenlevingscontract zijn aangegaan en levenspartners van gelijk geslacht die niet in één van de landen van het Koninkrijk, uitgezonderd Aruba, een dergelijk contract zijn aangegaan.”

De oppositiepartij MFK, bij monde van Gerrit Schotte en Charles Cooper, is er duidelijk over:

,,Deze wet doet een voorschot op erkenning van het homohuwelijk. Maar daarvoor moet ons Burgerlijk Wetboek aangepast worden. Zolang dit niet gedaan is, is op Curaçao alleen het huwelijk tussen man en vrouw rechtsgeldig.”

De oppositie valt over het advies van de RvA waarin gesteld wordt dat als het onderscheid gehandhaafd blijft, de rechter alsnog een uitspraak kan doen waarin het onderscheid teniet wordt gedaan. Marilyn Moses (MP) voert aan dat het niet zinvol is een wet aan te nemen, waarbij je van tevoren weet dat een rechter zich erover zal gaan buigen. Het lijkt erop dat de oppositie de wijziging van 3 juli 2018 niet gelezen heeft.

De minister reageert door niet inhoudelijk op de kwestie in te gaan, maar alleen te stellen:

,,We hebben de observatie van de RvA meegenomen. De correctie is ingediend en aan de Staten op 3 juli aangeboden.” Yaël Plet (MAN) voegt er nog aan toe: ,,We praten hier over een belastingwet. Het gaat hier niet over het huwelijk. Daar is ons Burgerlijk Wetboek heel duidelijk over, bij levenspartners gaat het om een relatie tussen een man en een vrouw.”

De wet is uiteindelijk aangenomen met 11 stemmen vóór en 5 stemmen tegen.

‘Zat van Schotte’

De LGBT-organisaties (LGBT staat voor lesbisch, gay, biseksueel en transgender) willen geen pion meer zijn in het politieke spel van Schotte. Met deze zin opent een persbericht van de homo- organisaties Foko, de Workgroup Equalien Curaçao en Gay Pro.

,,Het erkennen van de rechten van ongehuwd samenwonenden heeft niets te maken met het stiekem invoeren van het homohuwelijk”, aldus de organisaties. ,,Schotte misbruikt het thema en de Curaçaose LGBT-gemeenschap onterecht als pion in de politieke strijd met de regering. We roepen de MFK-leider op om op te houden met het voorhouden van de bevolking dat gelijke rechten een aanval op het instituut van het burgerlijk huwelijk inhoudt. De voorgestelde nieuwe Wet successiebelasting geeft meer rechten aan alle ongehuwd samenwonenden, waarvan de meerderheid in een heterorelatie leeft. Door zijn houding geeft Schotte aan vóór de instandhouding van discriminatie door de Curaçaose wet te zijn. Als het huwelijk zijn issue is, dan zou Schotte juist voor secundaire wetten die meer gelijkheid scheppen moeten zijn, omdat daarmee het huwelijk niet in het geding komt”, zo vervolgen de organisaties.

Met het standpunt van Schotte dat het volk eerst over een homohuwelijk zou moeten kunnen stemmen alvorens ongehuwd samenwonenden meer rechten kunnen krijgen, haalt Schotte de zaken volgens de organisaties door elkaar.

,,Landen als Ierland en Australië die een referendum over het homohuwelijk hielden hadden daarvoor wel al jaren de gelijke behandeling in de wet geregeld. De Wet successiebelasting komt daar een beetje aan tegemoet, maar er zijn op Curaçao nog een heel stel wetten die zouden moeten worden aangepast. De organisaties vragen zich of Schotte die allemaal tegen wil houden en hoe hij dat als sociaaldemocraat met zijn geweten goed kan praten.”

De organisatie roepen daarom met klem zowel regering als parlement op haast te maken met wetgeving die de LGBT-gemeenschap de gelijke burgerlijke rechten geeft die ze als belastingbetalende burgers verdient.

Bron: Antilliaans Dagblad van maandag 17 september 2018