ANP | Maarten van Ast
Het kabinet werkt aan de oprichting van een hulpfonds voor de wederopbouw van Sint-Maarten, dat volledig in puin ligt na orkaan Irma. Hoeveel geld daarin moet komen en hoe het fonds er precies uit komt te zien, is nog niet duidelijk. Maar er moet volgens minister Ronald Plasterk van Koninkrijksrelaties ‘echt groot geld’ in.
De wederopbouw gaat zeker honderden miljoenen euro’s kosten. ,,Het Bruto Nationaal Product van Sint-Maarten is 200 miljoen euro. De schade is groter dan dat”, zei Plasterk vanmiddag tijdens een Kamerdebat over de situatie op Sint-Maarten. Hij kan nog altijd geen inschatting maken van de totale kosten. Dat geldt ook voor welk deel van de schade wel en niet is verzekerd.
De bewindsman denkt dat een groot deel van de mensen niet is verzekerd. Hij wijst erop dat de verschillen tussen arm en rijk groot zijn en dat verwoestingen door orkaan Irma die verschillen nog eens hebben vergroot. De armste mensen zaten volgens hem in de minst sterk gebouwde huizen en zijn ook het slechtst verzekerd.
Het kabinet gaat waarschijnlijk volgende week vrijdag naar het fonds kijken. Daarna moet daar met de andere landen in het koninkrijk, Curaçao, Aruba en Sint-Maarten, een besluit over komen.
Steun
Plasterk zou het goed vinden als zichtbaar wordt dat ‘alle landen in het koninkrijk’ achter het fonds en hulpprogramma staan. Er moet volgens de minister wel secuur gekeken worden naar het fonds, zodat het ‘de eindverantwoordelijkheid kan hebben voor het verlenen van kredieten, besluiten en wellicht het geven van opdrachten’.
Waar het geld vandaan moet komen, is nog compleet onduidelijk. Dat wordt de komende weken ook niet bekend, aldus de bewindsman, die zegt dat het nieuwe kabinet hiernaar moet kijken.
Tweede Kamerlid Joël Voordewind (ChristenUnie) wil dat het hulpgeld niet afgaat van het budget voor directe armoedebestrijding van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Bron: Algemeen Dagblad