WILLEMSTAD — De demissionaire minister van Economische Ontwikkeling, Eugene Rhuggenaath (PAR), zou het raadzaam vinden als belangenorganisatie Chata intern te rade gaat over wat voor organisatie het wil zijn.
“Wensen zij de oude bekende formule uit te dragen waarin de waakfunctie omtrent de belangen van de Chata-leden uit de private sector centraal staat, of willen zij samen met de overheid verder werken en investeren in de verbetering van het toeristische product. Denk hierbij aan een privaat/publieke organisatie zoals het Arubaanse model, waarbij wij op Curacao zouden kunnen werken aan ons eigen model; een Curacaos-model. Daar sta ik voor open”,
aldus Rhuggenaath.
Hij reageert hiermee op een verklaring van het Chata-bestuur dat na intern beraad aangaf dat er in de toeristische sector sprake is van een crisis en de over- heid opriep tot het nemen van acties.
“De doelen die belangen-vereniging Chata nastreeft en propageert zijn niet behaald, het voortbestaan van Chata wordt bedreigd als er geen veranderingen intreden”, aldus de bewuste verklaring. Zo wijt de belangenvereniging de crisis met name ‘aan een gebrek aan invloed van Chata op de ‘destination-marketing’ van het Curacaose toeristenbureau (CTB) en gebrek aan steun door de overheid’.
Ook vindt Chata dat er een reorganisatie binnen het CTB doorgevoerd dient te worden en de marketingbudgetten binnen de hoofdmarkten anders verdeeld moeten worden.
Spanningsveld
Op de constatering dat er van oudsher een spanningsveld heerst tussen enerzijds de belangenvertegenwoordiging door Chata van de private sector en hun visie op de manier waarop overheidsgelden ‘beter elders’ besteed zouden kunnen, en anderzijds de werkzaamheden van het CTB die immers met overheidssubsidies de visie van de overheid in de promotie van Curacao als bestemming uitdraagt, zegt Rhuggenaath:
“De overheidsgelden worden op transparante wijze in ‘marketing destination’ aangewend. En nogmaals, Chata dient zelf na te gaan wat voor rol zij wensen in te nemen. Het is natuurlijk hun goed recht om uitsluitend de belangen van de private sector uit te dragen maar bij samenwerking hoort ook een investering.”
De minister benadrukt dat ‘er juist de afgelopen tijd meer is samengewerkt’.
“Er zijn verschillende werkgroepen ingesteld met daarin ook Chata-leden waarbij juist belang wordt gehecht aan de input van de (hotel)sec- tor en deze serieus wordt genomen en geïncorporeerd. Ik heb maandelijks meetings met Chata en ook vindt er maandelijks overleg tussen de CTB-interim directeur Hugo Clarinda en Chata-directeur Lisa Dindial plaats. Mevrouw Dindial participeert als toehoorder in de bestuursvergaderingen van het CTB – juist om de informatie – en zo geeft het EO-ministerie samen met het CTB en Chata de kwartaaloverzichten van de prestaties van de toeristische sector, die dit jaar inderdaad tegenvallend zijn.
Er is overigens juist in het verlengde van het voornoemde ook een Hashtag #Huntu gemaakt”, aldus de minister.
CTDF-bestuur
Hij beaamt opnieuw het spanningsveld tussen Chata en CTB in het verleden te hebben meegemaakt:
“Dit toen ik in 2009 gedeputeerde van Toerisme was. Ik heb er toentertijd ook bewust voor gezorgd, juist om samenwerking te bevorderen, dat er Chata-vertegenwoordiging zitting nam in het bestuur van het CTB – de Curacao Tourist Development Foundation (CTDF) -, zoals Jeanette Bonet (die nu deel uitmaakt van het CTDF-bestuur) en Paul Kok (die toen general manager van het Avila Hotel was, red.). Dus ik sta daarvoor open. Overigens was er dit jaar één plek vrijgekomen in het CTDF-bestuur die ik aan heb geboden maar daar heb ik verder geen terugkoppeling op ontvangen, ofwel er is geen kandidaat voorgedragen.”
De minister haakt hiermee in op de verklaring van Chata, dat conform de toezeggingen van de overheid, in 2015 na formulering van een nieuw Tourism Master Plan, er Chata-leden in het CTDF bestuur zouden worden benoemd.
CTB-directeur
Chata vindt verder dat de voor hen belangrijkste aanbevelingen uit het masterplan geïmplementeerd dienen te worden, namelijk ook de benoeming van een nieuwe CTB-directeur. Rhuggenaath:
“Zoals bekend is het helaas met de vorige sollicitatieronde niet gelukt om een nieuwe CTB-directeur (Maurice Adriaens bedankte voor de gelegenheid omdat hij onder meer reeds op Bonaire het directeurschap van het toeristenbureau op zich had genomen, red.) aan te trekken. Die zal uiteraard een belangrijke spil vormen in de implementatie van het masterplan. Hierop is vervolgens een algehele assessment-procedure opgestart van het CTB als organisatie, in het verlengde van de aanbevelingen van het toeristisch masterplan, waarbij ook naar een mogelijk profiel-aanpassing binnen het sollicitatieproces wordt gekeken. Verder is de timing ook zodanig geweest dat we met de verkiezingen zaten en er onduidelijk was wat eventueel de visie zou zijn van een nieuwe regering”,
aldus Rhuggenaath.
Centraal orgaan
Hij benadrukt dat de input van Chata als welkom wordt ervaren en op de mededeling dat het voortbestaan van Chata in gevaar komt, zegt de minister:
“Nou ik hoop dat dit niet gebeurt en dat we straks een versnippering krijgen van allerlei losse verenigingen vanuit de private sector. Mijn voorkeur gaat duidelijk uit naar een centraal orgaan.”
De minister geeft verder aan dat er ‘juist met gezamenlijk inspanning, de af- gelopen tijd veel is bereikt’, dit ondanks de nog tegen- vallende resultaten van dit jaar – waarvan de oorzaken uitvoerig belicht zijn – en vult aan:
“Zo heeft men ten opzichte van de JetBlue-vluchten gezamenlijk veel bereikt, en is er nog uitbreiding van deze vluchten op komst. Het streven is om gezamenlijk tot een effectievere promotie van het eiland te komen om het toerismepotentieel van Curacao te benutten. Zoals bekend liggen er nog onbenutte kansen binnen de Noord-Amerikaanse markt, is er ook veel geïnvesteerd in de Duitse en Nederlandse markt en zien wij nu ook veel potentie in de Colombiaanse markt. Ook Brazilië trekt weer aan. Dus nogmaals, we hopen samen met Chata hiermee verder te gaan.”
Bron: Amigoe