WILLEMSTAD — Het Hof van Justitie heeft water- en elektriciteitsbedrijf Aqualectra vanochtend geen gelijk gegeven in hun verzoek voor een appèl tegen het eerdere tussenvonnis in de zaak van oud-directeuren Anthon Casperson en Billy Pandt.

Volgens Aqualectra bevat het tweede tussenvonnis van oktober vorig jaar juridische misslagen.
Het hof weigerde echter het verzoek omdat een snelle en doelmatige procesgang niet vereist dat er een afzonderlijk hoger beroep van het tussenvonnis wordt ingesteld.
Aqualectra is ook veroordeeld tot het betalen van de proceskosten.
De rechtszaak die oud-directeuren Casperson en Pandt hebben aangespannen tegen hun voormalige werkgever kan hierdoor worden vervolgd.
De rechter heeft eerder twee tussenvonnissen geveld.
De laatste was in het voordeel van de oud-directeuren.
De rechter gaf bijvoorbeeld Casperson op drie punten gelijk.

Eind 2011 zijn onder leiding van oud-president-commissaris Oswald van der Dijs de twee oud-directeuren geschorst en ontslagen.
Het tweetal wil onder andere in naam en eer worden hersteld.
Inmiddels heeft het vorige interim-kabinet Van der Dijs ontslagen vanwege wanbeleid.

Volgens het bestuur met de oude signatuur zou Casperson bijvoorbeeld geen toestemming hebben gehad om de obligatielening tegen 300 miljoen gulden bij de Centrale Bank af te sluiten.
Dat is hem aan te rekenen, aldus Aqualectra.
De rechter oordeelde in het tweede tussenvonnis anders, terwijl in het eerste tussenvonnis de rechter vraagtekens plaatste bij het handelen van Casperson.
Volgens de advocaat van Aqualectra is het vaste rechtspraak dat het een rechter verboden is om in een zelfde instantie terug te komen op een eerdere beslissing, behoudens bijzondere in het vonnis te motiveren omstandigheden.
Dat is volgens Aqualectra niet gebeurd.