Willemstad – Curaçao en Sint Maarten mogen wel degelijk een tekort hebben op de begroting, mits dat tekort het gevolg is van investeringsuitgaven. Dat staat in het jaarverslag van het College financieel toezicht (Cft).
Advertentie
Daarmee wil het Cft een einde maken aan de discussie dat de eilanden volgens de afspraken geen tekort op de begroting zouden mogen hebben, terwijl gedurende een economische crisis een tekort wel wenselijk zou kunnen zijn.
Daarnaast wijst het Cft erop dat niet alleen naar de landsbegroting gekeken moet worden, maar eigenlijk naar de gehele collectieve sector, waarbij ook de sociale verzekeringssector en de overheids-nv’s meegerekend moeten worden.
,,Economisch gezien is het tekort van de gehele collectieve sector van belang en niet alleen het tekort van de landsoverheid. Als we kijken naar de tekorten van de hele collectieve sector van alle landen in het Koninkrijk, kan vastgesteld worden dat Sint Maarten de eerste jaren na 10-10-2010 een financieringsoverschot gehad heeft vanwege de overschotten in de sociale fondsen. Zonder maatregelenpakket, zou het tekort van Curaçao in een snel tempo tot boven de 10 procent van het bruto binnenlands product (bbp) zijn toegenomen.
Het tekort van Aruba neemt weliswaar af na 2013, maar blijft onverminderd hoog.
De investeringen die de landen Curaçao en Sint Maarten in voorbereiding hebben, zullen leiden tot tekorten”, aldus het Cft.
Overheidsschuld kan, als deze voorbij een drempelwaarde komt, een bedreiging vormen voor de groei van een land.
Deze drempelwaarde is afhankelijk van de ontwikkelingsfase van een economie en zal dus voor de Noord-Amerikaanse en de West- Europese economieën anders liggen dan voor de Caribische.
Uit recent onderzoek is volgens het Cft gebleken dat een overheidsschuld die hoger is dan ongeveer 35 procent van het bbp in het Caribisch gebied een bedreiging kan vormen voor de groei, terwijl een schuldquote van meer dan 60 procent zelfs kan leiden tot een lagere groei.
Hoge schulden zullen leiden tot een gebrek aan vertrouwen in de mogelijkheden om macro-economische schokken op te vangen waardoor vraagtekens gezet kunnen worden bij de consistentie van beleid in de toekomst.
De investeringsgeneigdheid zal afnemen en de groei dus ook. Ten aanzien van Curaçao stelt het Cft dan ook optimistisch: ,
,Structurele hervormingen om tekorten te voorkomen of schulden af te bouwen gaan gepaard met economische offers op korte termijn, zichtbaar op Curaçao in 2013, maar zullen op lange termijn positieve effecten hebben. Aangezien de kleine open economieën in het Caribisch gebied lage multipliers hebben, mag aangenomen worden dat de negatieve effecten snel weglekken en de economie zich ook weer snel zal herstellen. Dat de economie zich snel kan herstellen is zichtbaar op Curaçao. Ondanks het omvangrijke pakket aan maatregelen is de krimp in 2013 beperkt gebleven tot -0,5 procent; voor 2014 wordt alweer een groei van de economie verwacht.”
Bron: Antilliaans Dagblad
Advertentie