WILLEMSTAD — De regering heeft een commissie in het leven geroepen die erop moet gaan toezien dat de dienstplicht op Curaçao wordt ‘omgebouwd’ tot een beroepsmilitie. Deze commissie wordt ingesteld om te voldoen aan een besluit van februari 2010 van het Bestuurscollege van het toenmalige Eilandgebied Curaçao.
Advertentie
Het besluit uit 2010 wordt ondersteund door het Nederlandse ministerie van Defensie, dat in een brief van augustus van datzelfde jaar aangaf het voorgestelde traject te zullen ondersteunen, mits het eilandgebied zorg zou dragen voor ‘een toereikende wettelijke basis voor de uitvoering van zowel de beroepsmilitie, maar ook de sociale vormingsplicht’.
In een landsbesluit van 29 november van dit jaar wordt de oprichting van de commissie aangekondigd.
In het besluit wordt gesteld dat ‘voor en na 10-10-‘10 geen actie ondernomen is om een wettelijke basis te creeren om invulling te geven aan de voorgestelde nieuwe vorm van de dienstplicht’ en dat de regering nu actie zal ondernemen om de huidige Dienstplichtlandsverordening 1961 aan de voorgestelde inzichten aan te passen en zorg zal dragen voor een toereikende wettelijke inbedding hiervan.
De commissie die hiervoor zal worden opgericht zal de naam Commissie Aanpassing Dienstplichtverordening 1961 voor de Curaçaose militie krijgen.
De commissie krijgt als taak mee: het ontwikkelen van activiteiten die moeten leiden tot het aanpassen van de Dienstplichtlandsverordening 1961 in relatie tot de huidige contracten van de overheid voor beroepsmilitairen van de Curaçaose Militie en advies uit te brengen aan minister van Justitie Nelson Navarro (Pais).
De minister van Justitie zal de voorzitter van de commissie aanwijzen.
In de commissie zitten verder een vertegenwoordiger namens de minister en een jurist, die ook namens de minster zal worden aangewezen, maar ook vertegenwoordigers van de vertegenwoordigende vakbond en een door de Commandant der Strijdkrachten in het Caribisch Gebied aan te wijzen persoon.
bron: Amigoe
Advertentie