28 C
Willemstad
• vrijdag 19 april 2024

Democracy now! | Wednesday, April 17, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 17 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Tuesday, April 16, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 16 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Monday, April 15, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 15 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra
- Advertisement -spot_img

FD | Britse accountants verloochenen hun aartsvaders

HomeMediaFD | Britse accountants verloochenen hun aartsvaders

Bas Knoop Jeroen Piersma • Financieel Dagblad

Door de wassende stroom adviesinkomsten identificeerden accountants van de Big Four zich steeds meer met de belangen van hun cliënten | Financieel Dagblad

Het is crisis in de Britse accountancy. Na de ondergang begin dit jaar van het beursgenoteerde bouwbedrijf Carillion daalde een stortvloed aan kritiek neer op de grote accountantskantoren Deloitte, PwC, EY en KPMG. Te dominant, te commercieel, het publieke belang uit het oog verloren. De machtspositie van de Britse Big Four moet worden doorbroken. Daarbij liggen radicale maatregelen, in tegenstelling tot in Nederland, bij de Britten keihard op tafel.

Het is even goed zoeken. De ‘Chartered Accountants Hall’ is weggestopt op een kleine binnenplaats in het hart van de Londense City, ingeklemd tussen de kantoren van de grote internationale zakenbanken en vermogensbeheerders. Hier, op Moorgate Place 1, staat het hoofdkwartier van de Britse beroepsorganisatie van accountants.

In de entreehal van dit klassieke pand uit de eind 19e eeuw staat een marmeren gedenkplaat met de namen van voorzitters uit een ver verleden. Daaronder die van de aartsvaders van het accountantsberoep, zoals Edwin Waterhouse, William Barclay Peat en William Welch Deloitte.

Allemaal accountants die opkwamen voor de belangen van beleggers. Streng, onafhankelijk en met een onfeilbaar moreel kompas. De jonge Deloitte bijvoorbeeld maakte naam in het vak door halverwege de 19e eeuw een boekhoudfraude bij spoorbedrijf Great Western Railway bloot te leggen en de directie tot vertrek te dwingen. Accountants die het vak beoefenden zoals het hoort.

‘Het is misschien niet zo’n goed moment om hen te eren’, zegt Michael Izza, directeur van de Britse beroepsorganisatie, terwijl hij een blik werpt op de lijst met zijn illustere voorgangers. Gevoel voor humor kun je Izza niet ontzeggen.

Radicale remedies

Het is crisis in de Britse accountancy. Na de ondergang begin dit jaar van de beursgenoteerde bouwgigant Carillion daalde een stortvloed aan kritiek neer op de grote accountantskantoren Deloitte, PwC, EY en KPMG. Deze zogenoemde Big Four zouden te dominant zijn, te commercieel en het publieke belang al jaren uit het oog zijn verloren.

De bonentellers

Zelden zal iemand een boek zo goed getimed hebben als de Britse onderzoeksjournalist Richard Brooks. Midden in de storm die dit jaar in Engeland is opgestoken rond de grote accountantskantoren publiceerde hij zijn boek ‘Bean Counters’, waarvan de ondertitel luidt ‘The triumph of the accountants and how they broke capitalism’.

Het boek laat zien hoe de Britse accountants in de 19e eeuw de basis legden voor het vak. Het stormachtige kapitalisme, in de tijd dat de spoorwegen werden aangelegd, was vergeven van ondernemers die het met de cijfers en de belangen van de beleggers niet zo nauw namen. De aartsvaders van de accountancy zoals William Barclay Peat, James Marwick en Samuel Lowell Price stapten in dat gat in de markt en ontmaskerden in naam van de beleggers frauderende spoorwegbaronnen.

Maar in de 20e eeuw ging het fout. Zowel in de VS als in Engeland begonnen de accountants ook advies te verkopen aan bedrijven en daarmee kwam hun onafhankelijkheid en rechtschapenheid in het gedrang. Door de wassende stroom adviesinkomsten identificeerden accountants van de Big Four zich steeds meer met de belangen van hun cliënten. Zo kon de grootste financiële crisis van na de Tweede Wereldoorlog uitbreken zonder dat ook maar één accountant een rode vlag had gehesen.

Door de wassende stroom adviesinkomsten identificeerden accountants van de Big Four zich steeds meer met de belangen van hun cliënten

Accountants zijn vooral geïnteresseerd in hun inkomensperspectieven en mooie banen in het bedrijfsleven, schrijft Brooks, en veel minder in het ontmaskeren van frauderende managers. Van een outsider zijn accountants insider geworden in een commerciële wereld.

De accountants staan niet voor het eerst ter discussie in Engeland en Carillion was zeker niet het enige boekhoudschandaal in de voorbije jaren. Maar de toon van het debat is dit keer feller, emotioneler. Parallellen met het Nederlandse crisisjaar 2014, toen een reeks affaires het imago van de accountantssector bezoedelde, dringen zich op. Met één belangrijk verschil: radicale remedies, die in Nederland tot nu toe slechts als theoretische mogelijkheid worden besproken, liggen bij de Britten onherroepelijk op tafel.

Twee parlementaire commissies, die eerder dit jaar onderzoek deden naar het faillissement van Carillion, concludeerden dat de Big Four opgesplitst moeten worden in meerdere kleinere firma’s. Ook pleitten zij ervoor om advies en controle, twee disciplines die de grote kantoren nu combineren, in aparte bedrijven onder te brengen. Er wordt serieus getornd aan de machtspositie van de Big Four.

Parlementair onderzoeksrapport Carillion.pdf

En het zijn niet alleen de accountants die onder vuur liggen. Ook de Financial Reporting Council (FRC) krijgt stevige kritiek. Deze toezichthouder op de Britse accountants, een taak die in Nederland bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) is belegd, wordt slapheid en een gebrek aan distantie ten opzichte van de sector verweten. Het voortbestaan van de FRC staat ter discussie.

Waar komt deze crisis vandaan? En is het Verenigd Koninkrijk straks het eerste land waar het verdienmodel van de Big Four op de schop gaat?

Schoolmaaltijden

Als januari dit jaar bouwbedrijf Carillion omvalt – 43.000 banen, waarvan 20.000 in het Verenigd Koninkrijk – is de maatschappelijke verontwaardiging groot. Carillion was niet alleen een grote bouwer van ziekenhuizen, stations, musea en sportstadions, maar ook een uitvoerder van overheidscontracten, zoals het leveren van schoolmaaltijden. Het is een bedrijf waar iedere Brit zich wat bij voor kan stellen en waar veel belastinggeld mee gemoeid is. ‘Een schandaal met financiële producten is voor veel burgers minder goed te begrijpen’, zegt Michael Izza van de beroepsorganisatie. ‘Maar de activiteiten van Carillion waren tastbaar. Als er een school dicht moet, omdat iemand zijn werk niet goed doet, is dat heel reëel.’

Izza trekt het Britse ongenoegen breder. Volgens hem hebben de Britten de financiële crisis van 2008 nog steeds niet helemaal verwerkt. ‘De schade blijft de mensen bezighouden omdat de verantwoordelijke individuen er nooit echt verantwoording voor hebben afgelegd. En dat geldt ook voor accountants.’

De ondergang van het bedrijf dat Groot-Brittannië bouwde

‘Roekeloosheid’, ‘hoogmoed’ en ‘hebzucht’. De twee commissies van het Britse parlement die eerder dit jaar onderzoek deden naar het faillissement van de beursgenoteerde bouwgigant Carillion velden een snoeihard oordeel over de top van het bedrijf. Bij Carillion heerste een ‘verrotte bedrijfscultuur’.

Carillon was de op twee na grootste Britse bouwonderneming met wereldwijd 43.000 werknemers, waarvan er 20.000 in het Verenigd Koninkrijk werkten. Ziekenhuizen, gevangenissen, scholen, wegen, spoorlijnen, musea en sportstadions: met enig inlevingsvermogen kun je stellen dat Carillion het bedrijf was dat het Verenigd Koninkrijk bouwde. Op het palmares staan onder andere de bibliotheek van Birmingham en de Royal Opera House in Londen.

Naast bouwer was Carillion ook één van de belangrijkste uitvoerders van overheidscontracten, zoals het leveren van schoolmaaltijden, detacheren van schoonmaakpersoneel en het beheren van overheidsgebouwen.

Waar ging het mis? Carillion (omzet 2016: 5,2 mrd pond) groeide de afgelopen jaren onstuimig door een groot aantal overnames, van bedrijven in spooronderhoud tot projectontwikkelaars. De overnames zorgden voor een forse stijging van de schuldenlast. Tegelijkertijd voerde het bedrijf, volgens de parlementaire onderzoekers, een wel erg ruimhartig bonusbeleid.

Maar vorig jaar kwam Carillion in de problemen toen de bouwgigant bekendmaakte dat een aantal projecten veel minder kasstromen opleverden dan verwacht. De bouwgigant moest voor 800 mln pond afboeken op riskante contracten, terwijl het gat in de pensioenverplichtingen opliep tot 700 mln pond. Ook kreeg het bedrijf te maken met vertragingen op betalingen uit het Midden-Oosten.

Carillion moest in 2017 drie keer een winstwaarschuwing afgeven, waarna de koers in een duikvlucht belandde. Begin januari vroeg Carillion het faillissement aan.

KPMG, 19 jaar de accountant van Carillion, tekende ieder jaar zonder problemen de jaarrekening van de bouwer. Ook de jaarrekening 2016 kreeg een goedkeurende verklaring, ondanks duidelijke signalen over grote financiële problemen bij het bedrijf. KPMG onderschreef vorig voorjaar zelfs een verklaring van Carillion dat het bedrijf ‘sterk genoeg is om nog minimaal drie jaar te overleven’.

Achteraf is duidelijk dat de jaarrekening van Carillon al jaren een veel te gunstig beeld van de werkelijkheid gaf. Maar accountant KPMG tekende ieder jaar weer zonder problemen. Daar komt bij dat niet alleen KPMG, maar ook de andere drie grote kantoren, in ruil voor riante vergoedingen, diverse diensten verleenden. Zo was Deloitte de interne accountant en leverden EY en PwC advieswerk.

Lees ook Britse regering heeft vragen te beantwoorden na val van bouwgigant

Melanie Hind, hoofd toezicht accountantscontrole bij de Financial Reporting Council, begrijpt de frustraties onder de Britse bevolking. ‘Het idee is dat er al langer signalen moeten zijn geweest dat er iets goed mis was, maar dat vier grote professionele firma’s de signalen niet hebben gezien. Of wel hebben gezien, maar genegeerd. Vanwege de constante stroom aan inkomsten uit het bedrijf. Dat is speculatie en ik kan het niet bewijzen, maar dat is wel wat er leeft onder het publiek.’

De herenclub van KPMG

De Carillion-affaire zet ook de schijnwerper op de dominantie van de Big Four op de controlemarkt voor beursgenoteerde bedrijven. De vier grote accountantskantoren controleren 94% van de 350 grootste Britse beursfondsen in Engeland. In de top 100 ligt dat percentage zelfs op 99. Grant Thornton, nummer vijf op de Britse markt, liet eerder dit jaar weten niet meer mee te dingen naar deze controleopdrachten. De firma had er genoeg van om altijd ‘glorieus tweede’ te zijn.

Lees ook: Britse accountants maken zich op voor radicale hervormingen van hun verdienmodel

Critici van de sector twijfelen ernstig aan de cultuur van de grote firma’s. Vooral de jacht op adviesopdrachten infecteerde de Big Four met een commerciële mentaliteit, luidt de beschuldiging. In 2016 verdienden de grote vier £2 mrd met controlewerk en £7,9 mrd met adviesopdrachten.

Atul Shah, hoogleraar accountancy aan de universiteit van Suffolk, hamert in zijn colleges en boeken op het belang van ethiek en cultuur voor een accountant. Hij verdenkt de Big Four ervan controle eigenlijk niet meer zo belangrijk te vinden. ‘De controle is er alleen maar om aan tafel te komen bij het bestuur van de grote ondernemingen. Het gaat om het verkopen van adviesdiensten.’

Gevolg: een gebrek aan onafhankelijkheid bij de accountants van de grote kantoren. Shah verwijst ter illustratie van die mentaliteit naar de exclusieve herenclub die KPMG in 2015 opende in de Londense wijk Mayfair. De club is gevestigd in een klassiek pand van vijf etages op 20 Grosvenor Street en is alleen toegankelijk voor partners en cliënten van KPMG. Shah: ‘Dat vertelt je hoe zo’n organisatie denkt. Cliënten hebben opdrachten te vergeven en KPMG wil zo dicht mogelijk op ze zitten, en het ze zo aangenaam mogelijk maken.’

Splitsen en afstoten

Alle betrokkenen in Engeland – accountants, beroepsorganisatie, de toezichthouder en de politiek – zijn het er inmiddels over eens dat niets doen geen optie meer is. Daarbij liggen dus ook radicale remedies op tafel. Maar zover is het nog niet.

Als het gaat om het doorbreken van de dominantie van de Big Four ligt de bal nu bij de Britse mededingingsautoriteit, de Competion and Markets Authority (CMA). Die riep de kantoren onlangs op zelf met oplossingen te komen die de concurrentie op de Britse controlemarkt voor beursfondsen moet vergroten. Lukt dit niet, of is de mededingingsautoriteit ontevreden over de voorstellen, dan dreigt de CMA dit najaar zelfonderzoek te doen naar de controlemarkt en met aanbevelingen te komen. En daar zitten de grote kantoren niet op te wachten.

De mededingingsautoriteit keek al eerder naar de concurrentie tussen de grote accountantsfirma’s en verplichtte in 2013 bedrijven vaker van accountantskantoor te wisselen. Dat hielp weinig, dus verdergaande maatregelen liggen deze keer voor de hand.

Zorgenkind KPMG

Het is het schrikbeeld van toezichthouders, beleggers en bedrijven: een ondergang van accountantsreus KPMG. De gedachten gaan dan al snel terug naar 2002, het jaar waarin een ander groot accountantskantoor omviel, Arthur Andersen. Oorzaak was het massale vertrek van klanten na het boekhoudschandaal bij energiebedrijf Enron. Big Five werden Big Four.

Vanwege de wereldwijde dominantie van de vier grootste kantoren op de controlemarkt voor beursgenoteerde bedrijven, zou het wegvallen van nog een grote accountantsfirma problematischer zijn dan in 2002.

Dat het bezwijken van KPMG geen utopische gedachte is, bleek eerder deze maand toen duidelijk werd dat de Britse centrale bank KPMG had onderworpen aan een stresstest. De Bank of England was bezorgd dat een reeks schandalen het accountantskantoor aan het wankelen zou brengen, schreef de Financial Times. Maar van het weglopen van klanten bleek geen sprake.

Toch tekent het weerbaarheidsonderzoek van de Britse centrale bank de diepe crisis waarin KPMG op dit moment verkeert. En niet alleen in het Verenigd Koninkrijk, ook in Zuid-Afrika ligt KPMG onder vuur.

Het Britse KPMG zit in de beklaagdenbank vanwege zijn rol als controlerend accountant bij de omgevallen bouwgigant Carillion. Het was niet het enige grote, recente faillissement in Engeland waar KPMG bij betrokken was. In 2016 ging detailhandelconcern British Home Stores failliet. Kort nadat het bedrijf verkocht was en kort nadat het een goedkeurende verklaring kreeg van accountant KPMG.

In Zuid-Afrika is KPMG verwikkeld in een omvangrijke corruptieaffaire rond de machtige miljardairsfamilie Gupta. KPMG hielp onder andere mee om de minister van financiën in diskrediet te brengen, die tegen de corruptie probeerde op te treden.

In de nasleep van de affaire raakte KPMG een groot aantal klanten kwijt en werd het uitgesloten van het uitvoeren van controles in de publieke sector.Honderden banen werden geschrapt. De centrale bank verbood banken om afscheid te nemen van KPMG als accountant omdat dit de financiële stabiliteit van Zuid-Afrika zou ondergraven.

De Big Four vrezen dat zij door de CMA gedwongen worden tot opsplitsing of het apart zetten van de accountantscontrole (audit only). De voormannen van de grote firma’s brachten de afgelopen maanden de bekende argumenten naar voren waarom dit geen goede ideeën zijn. Argumenten die hun Nederlandse collega’s ook regelmatig gebruiken.

Splitsen is moeilijk omdat de nationale firma’s onderdeel zijn van een internationaal netwerk, luidt het verweer. Zo’n maatregel kan eigenlijk alleen internationaal ingevoerd worden. Verder wijzen de Big Four-bestuurders op het voordeel van de combinatie van controle en advies. Bij complexe controles kunnen de hoog gespecialiseerde adviseurs hun accountantscollega’s terzijde staan.

Een radicaal alternatief

Het zijn ook precies die redenen waarom Izza, directeur van de beroepsorganisatie, deze maatregelen liever niet ingevoerd ziet. Hij komt daarom met een alternatief, dat voor Nederlandse begrippen nog steeds radicaal is: de vier grote kantoren mogen als het aan de beroepsorganisatie ligt nog maar 75 tot 80% van de beursgenoteerde bedrijven in het Verenigd Koninkrijk controleren. Een plafond op het marktaandeel van de Big Four dus. Nu zijn bijna alle beursfondsen klant bij de vier grote kantoren.

Lees ook: De drie hervormingen in de accountancy die er nooit gaan komen

Zo’n maatregel is mogelijk omdat mededingingsautoriteit CMA daarover juridisch bindende afspraken kan maken met de grote firma’s, zegt Izza. ‘Het is een nogal ongebruikelijke maatregel, maar dit is ook een bijzondere markt. De dominantie van de Big Four is nu te groot.’

Izza noemt ook andere oplossingen, bijvoorbeeld een gezamenlijke controle door een Big Four-kantoor en een andere, kleinere firma, de zogenoemde ‘joint audit’. Of het opdrachtgeverschap voor een controle weghalen bij de bedrijven en in handen leggen van een overheidsorgaan. De bedrijven kiezen nu altijd voor de veiligheid van een grote naam, onder het adagium ‘niemand is ooit ontslagen voor het aanstellen van een Big Four-accountant’. Het gaat erom dat ook firma’s zoals Grant Thornton, BDO, RSM en Mazars toegang krijgen tot de controlemarkt voor beursgenoteerde bedrijven.

Maar het is de vraag of de beroepsgroep er in Engeland in slaagt het initiatief weer naar zich toe te halen, zoals dat de Nederlandse accountants in 2014 wel lukte. De sector koos toen in reactie op een reeks affaires voor een vlucht naar voren en gaf een werkgroep de opdracht met een eigen hervormingsplan te komen. Radicalere maatregelen werden daarmee voorkomen. Aan de uitvoering van dat 53-puntenplan wordt nu, vier jaar later, nog steeds gewerkt.

In Engeland is de situatie anders. De politiek heeft bij monde van de twee parlementaire commissies al een duidelijke positie ingenomen. En de CMA heeft de sector stevig in de tang. ‘De kantoren kunnen met voorstellen komen, maar die zullen worden beoordeeld door de toezichthouder en de mededingingsautoriteit’, zegt Melanie Hind van toezichthouder Financial Reporting Council. ‘Het lijkt mij uitgesloten dat het initiatief volledig bij de sector wordt neergelegd.’

 

1600 bars en pubs

Dat de discussie in Engeland verder gaat dan in ons land blijkt ook uit de benarde positie waarin FRC verkeert. Staat de AFM in Nederland bekend als een strenge toezichthouder op de accountants, en gaat zij daar ook prat op, in Engeland is de teneur van de kritiek dat toezichthouder FRC te slap is. ‘Tandeloos en ineffectief’, zoals de parlementaire commissies schreven.

Nieuwe bevoegdheden zagen de commissies niet als de oplossing, aangezien de FRC een ‘cultuurprobleem’ heeft. Er werken te veel accountants die voorheen bij de Big Four werkten, waardoor de FRC te verweven is met de sector en niet streng genoeg is. Een casus die er steeds bijgehaald wordt, is die van HBOS. Deze Schotse bank ging in 2008 failliet. Accountant KPMG liet evident steken vallen, maar het onderzoek van de FRC liep met een sisser af.

Melanie Hind, zelf een voormalige PwC-accountant, schetst een ander beeld. ‘In het bestuur van veertien mensen zitten vier accountants, van wie er drie voorheen bij de Big Four werkten. Zij zijn in de meeste gevallen de grootste criticasters van de sector. Bovendien, als je de sector wilt controleren, heb je wel kennis van binnenuit nodig.’

De kans dat de FRC in ongewijzigde vorm overleeft is echter niet groot. Een commissie onder leiding van oud-topambtenaar John Kingman onderzoekt het functioneren van de financiële waakhond. Izza: ‘Alles bij het oude laten is geen optie. Wat we nodig hebben, is een toezichthouder die vertrouwd, gerespecteerd en soms gevreesd wordt.’ Hind reageert flegmatiek: ‘We zijn er om het publiek belang te dienen. Als de commissie-Kingman oordeelt dat er een andere organisatie moet komen die het publieke belang beter dient, dan zij het zo.’

Dat er in Engeland iets gaat veranderen, en dat dat geen cosmetische maatregelen zijn, daaraan twijfelt niemand. Izza spreekt van een ‘watershed moment’.

Maar niet iedereen heeft er vertrouwen in dat de sector echt op de schop gaat. De cultuur en moraal zijn daarvoor te veel veranderd, zegt hoogleraar Shah. ‘Het vak is in de 19 eeuw hier in de City uitgevonden. Toen stonden er 102 kerken. Tegenwoordig zitten hier 1600 bars en pubs.’

Bron: Financieel Dagblad

1 reactie

  1. Ook hier maken de accountants er een puinhoop van.

    PWC Curacao heeft tientallen miljoenen dollars schade moeten betalen door het goedkeuren van de jaarrekening van een beleggingsfonds dat een stinkende porkeria was waardoor beleggers vele honderden mijoenen verloren. De verantwoordelijk accountant,Gino Nihil-LAC, door wiens toedoen vele beleggers op de fles gingen, moest vertrekken en runt nu een wijnhandel aan de Caracasbaaiweg, hoe toepasselijk Bottles genoemd. Bij PWC heeft hij het flessen geleerd.

    KPMG gaf een goedkeurende verklaring bij de Walt Disney jaarrekening van Ennia, en nadat ze daarvoor op de vingers werden getikt en dat niet meer durfden ging de betrokken accountant – eerder tuchtrechtelijk veroordeeld voor grove fouten bij de audit van – jawel – een verzekeringskantoor stapte deze accountant over naar Baker Tilly. Bij Baker Tilly, waar Terry Hernandez het frauderen geleerd heeft, tekende hij vervolgens vrolijk verder af op de volgende Walt Disney jaarrekening van Ennia.

    Het hoofdkantoor van PWC kon het geklungel van PWC Curacao, waar dames werden afgewezen op de lengte van hun rokjes in plaats van aangenomen op de lengte van hun CV, niet meer aanzien en nadat ze voor de zoveelste keer jammerlijk faalden bij een intern dossieronderzoek moest de naam PWC van de gevel. Wat de heer Prof. Dr. Drs. MSc. Wieriks, verantwoordelijk voor vaktechniek, daar heeft uitgevoerd mag Joost weten, wellicht zat ook hij meer in die minieme rokjes dan in de nog miniemeaudit files.

    Ook KPMG, dat Ralph ‘Bentley’ Palms heeft grootgemaakt (daar al meer met bysides in de weer dan met zijn klanten), staat op omvallen. Hun halve kantoor staat leeg en besprekingen zijn gaade met BDO over een overname van de praktijk.

    Dan blijven van de Big Four alleen Deloitte en EY over. Bij Deloitte rommelt het (partners stappen op) terwijl EY recent een directeur benoemd heeft die op het punt staat strafrechtelijk en tuchtrechtelijk vervolgd te worden wegens het goedkeuren van de jaarrekening van een witwasoperatie van honderden miljoenen.

    Anthony ‘Centje’ Cijntje ziet het allemaal handenwringend aan. Deze ‘u vraagt en betaalt, ik schrijf’ parodie op een accountant geeft nog bij een hoop stront een goedkeurende verklaring, zoals bij de jaarrekening van het failliete Insel Air.

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties