Financiële sector – De Amerikaanse Stephanie Miller is sinds begin dit jaar ceo van het Nederlandse trustkantoor Intertrust. In haar eerste interview hoopt ze het imago van haar bedrijf te verbeteren.
Saai waren ze zeker niet, de afgelopen negen maanden van Stephanie Miller. De Amerikaanse verhuisde met haar gezin van Connecticut naar Amsterdam-Zuid om als eerste vrouw en als eerste niet-Nederlander bestuursvoorzitter te worden van Intertrust. Het beursgenoteerde trustkantoor opereert van oudsher het liefst op de achtergrond, maar belandde na de onthulling van de Panama Papers over belastingontwijking in een storm van maatschappelijke kritiek.
Het bedrijf is groot in een sector die wordt beschuldigd van het faciliteren van belastingfraude en -ontwijking en het witwassen van crimineel geld. Kantoren als Intertrust zetten voor buitenlandse bedrijven vennootschappen op en beheren die. Bekende politici, sporters en zakenlui gebruiken ze om hun geld weg te sluizen naar belastingparadijzen, zo bleek uit de Panama Papers. Ook bedrijven laten ze om die reden optuigen, zonder dat ze ook maar een kantoor, fabriek of medewerker meebrengen.
Belastingontwijking
Intertrust, zo luidt de kritiek, faciliteert daarmee belastingontwijking. De naam van het kantoor dook bovendien op in de Panama Papers als directie van een firma die een rol speelde in een corruptiezaak tegen bestuurders van voetbalbond Fifa. Het trustkantoor had iets dieper moeten graven naar de achtergronden van deze klant, gaf het later toe.
Hoewel Den Haag de Nederlandse trustsector lange tijd geen strobreed in de weg legde en ook alle internationale beschuldigingen van Nederland als belastingparadijs van de hand wees, is ook het kabinet om. Staatssecretaris Menno Snel van Financiën zei recentelijk nog te balen van brievenbusmaatschappijen. De D66’er vindt dat zij Nederland een slecht fiscaal imago bezorgen en kondigde maatregelen aan om de vennootschappen aan banden te leggen.
CV
1968 Geboren in Miami, Florida
1986-1990 Studie accounting en management informatiesystemen aan Queens College in New York
1991-2002 Verschillende rollen in financiële dienstverlening
2002-2012 directeur bij Citco Fund Services
2012-2016 directeur en hoofd van wereldwijde fondsentak J.P. Morgan
2016-2017 ‘Senior Vice President’ alternatieve beleggingen SS&C Technologies
2018 Bestuursvoorzitter Intertrust
Beroepsverbod
Ook voor trustkantoren dreigt strenge nieuwe wetgeving. Een levenslang beroepsverbod voor foute trustbestuurders is volgens minister Wopke Hoekstra van Financiën ‘geen gekke gedachte’. Daar bovenop heeft De Nederlandsche Bank (DNB), die toezicht houdt op trustkantoren, regelmatig harde kritiek op de sector. De eigen controles deugen niet, er zijn teveel trustbedrijven en een deel van hen doet volgens de toezichthouder te weinig onderzoek naar zijn klanten en hun transacties.
In die roerige tijd voor de sector is Miller aangetreden, na Nancy McKinstry de tweede Amerikaanse topvrouw bij een Nederlands beursbedrijf. Haar komst volgde bovendien op een turbulente periode bij Intertrust zelf. Het trust- en administratiekantoor gaf vorig jaar een winstwaarschuwing, kampte met hoog verloop onder het Nederlandse personeel. Zowel de topman als de financieel directeur zwaaide af.
‘Ik heb eerder bedrijven geleid. Maar dit is een beursgenoteerd bedrijf, we staan onder toezicht van DNB en er is een groot debat in de politiek over wat die diensten moeten inhouden. Het is uitdagend’, geeft Miller toe in haar eerste interview sinds zij begin dit jaar startte als topvrouw.
Voor trustkantoren is het geen gewoonte om openheid van zaken te geven, is onze ervaring. Dat doet het imago van de branche geen goed. Vindt u dat Intertrust voldoende naar buiten treedt?
‘Als sector kunnen we meer doen, maar de afgelopen negen maanden heb ik zelf alles gedaan wat ik kon. In alle landen waar Intertrust zit, heb ik de toezichthouder ontmoet die mij wilde ontvangen. Ik praat met DNB en ik doe graag dit interview. Mijn rol is om meer naar buiten te treden om mensen te vertellen dat we niet langer puur een trustkantoor zijn. Bijna 50% van onze business is anders en bestaat uit fondsenadministratie en diensten voor kapitaalmarkten.’
U heeft vorige maand ook uw eerste beleggersdag georganiseerd. Wat is hun beeld van Intertrust?
‘We hebben de afgelopen tijd goed geluisterd naar onze aandeelhouders en analisten. Zij vonden onze doelstellingen niet helder genoeg en vonden ons niet zo open als zij wilden. We hebben veel tijd besteed aan gesprekken over de strategie: hoe verdienen we hier geld?’
‘We nemen alleen bedrijven aan van hoge kwaliteit. We willen ons steentje bijdragen aan goed governance’
Is het niet gek dat aandeelhouders dat niet weten?
‘Het bedrijf is veranderd, de markt en regelgeving ook. Bij de beursgang in 2015 ging veel aandacht uit naar het aantal vennootschappen dat wij beheerden en wat wij daar gemiddeld aan verdienden. Dat is niet het bedrijf dat wij vandaag de dag zijn. Onze klanten willen good corporate citizens zijn, aan alle regelgeving voldoen. Hun vennootschappen moeten bestuurders hebben, ze hebben kantoorruimte nodig, zij nemen mensen in dienst, oftewel substance. Bij al deze dingen helpen wij hen.’
‘Ook is de balans binnen het bedrijf veranderd. Door een overname twee jaar geleden kregen we er de fondsenadministratie en diensten voor kapitaalmarkten bij. We hebben nu fondsen als klant waar moeilijk te waarderen beleggingen inzitten, zoals vastgoed en infrastructuur. Beleggers willen per kwartaal of per maand weten wat deze waard zijn. Wij leveren daarvoor de technologie, mensen en accounting. Daar verdienen we elke maand een paar basispunten (een basispunt is een honderdste van een procentpunt, red.) van het belegd vermogen op. Het zijn terugkerende inkomsten, waardoor we voorspelbaar en stabiel zijn. Aandeelhouders houden daar van.’
Heeft fondsenadministratie een beter imago dan het opzetten en beheren van vennootschappen?
‘Dat is een interessante vraag. Ik denk er zo over: wij helpen bedrijven om hier zaken te doen, we nemen alleen bedrijven van hoge kwaliteit aan als klant. We opereren niet in landen als Panama – want we willen niet zo’n soort bedrijf zijn. Dus zo bezien is fondsenadministratie niet beter qua reputatie.
Nieuwe Nederlandse regelgeving helpt om het imago te verbeteren: bedrijven moeten nu in Nederland zitten omdat ze hier echt zaken willen doen. Zolang ons klantenbestand uit bedrijven bestaat die dat ook echt willen, moeten de mensen erop vertrouwen dat we eerlijk zaken doen. We willen ons steentje bijdragen aan goede governance.’
Uw beleggersdag was vlak na Prinsjesdag, omdat daar onder meer regels werden gepresenteerd om belastingontwijking tegen te gaan. Welke gevolgen hebben die voor Intertrust?
‘De nieuwe regels zijn vooral positief. De vennootschapsbelasting is verlaagd, aan de regels voor fiscale eenheid is niets veranderd. In sommige gevallen vereist het meer investeringen om aan de substance-eisen te voldoen, maar ook dat is prima. Verder is belangrijk dat we nu weten wat de definitie van een laagbelaste jurisdictie is. (Op dividenden, rente en royalty’s naar deze landen wordt voortaan bronbelasting geheven, red.) Nu weten onze klanten waar ze aan toe zijn. Onzekerheid is nooit goed.’
‘De nieuwe regels zijn positief. Nu weten onze klanten waar ze aan toe zijn’
Intertrust gaat zich meer richten op fondsenadministratie en kijkt daarvoor naar overnames in de VS en Azië, maakte u vorige maand bekend. In hoeverre blijft Intertrust Nederlands?
‘We zijn een Nederlands beursgenoteerd bedrijf. Ik ben hierheen verhuisd en heb geen plannen om het anders te gaan doen. Er zijn zo veel redenen om naar Nederland te komen: de kwaliteit van werknemers hier, een hoogopgeleid personeelsbestand dat vaak meer dan twee talen spreekt, de bescherming van de wet. En Nederland is het land dat de meeste handelsverdragen heeft. Jullie hebben uitgevonden hoe je handelt met buitenlanders. Dit is wat jullie goed kunnen.’
Vorig jaar vertrok er veel personeel bij Intertrust Nederland, waardoor het bedrijf uiteindelijk met een winstwaarschuwing kwam. Is die leegloop gestopt?
‘Het verloop onder het personeel is nu normaal in vergelijking met onze branchegenoten. Dat komt omdat we beter naar ons personeel hebben geluisterd. Het team voelde zich vorig jaar niet ‘aangesloten’. We zijn begonnen met een communicatieprogramma, we doen maandelijkse meetings met het team en onze strategie draagt daar ook aan bij. We hebben een driejarenplan gemaakt. Daardoor weten mensen nu: hier staat het bedrijf voor en hier gaan we heen. Dat geeft ons houvast.’
Bron: Financieel Dagblad