WILLEMSTAD — Er is een strafrechtelijk onderzoek gestart naar de misstanden bij de uitvoeringsorganisatie Openbare Werken (OW). Deze zijn, zoals eerder door de Amigoe belicht, vorig jaar al aan het licht gekomen. Dit laat de woordvoerder van het Openbaar Ministerie (OM), Norman Serphos , desgevraagd weten.

“Nadat parlementariër Melvin ‘Mac’ Cijntje vorig jaar aangifte had gedaan, was er reeds in opdracht van de procureur-generaal, door de Landsrecherche een feitenonderzoek ingesteld. Nadat ook de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning, Earl Balborda (PNP), op 9 april aangifte deed en hierbij een rapport van het overheidsaccountantsbureau Soab ter beschikking heeft gesteld, is het strafrechtelijk onderzoek gestart”, aldus Serphos.

Balborda heeft de Soab vorig jaar opdracht gegeven een onderzoek in te stellen naar mogelijke misstanden met betrekking tot het naleven van procedures en de begroting van infrastructuurprojecten.

In dit kader nam de minister vorig jaar maart ook een ordemaatregel waarbij de toegang tot de uitvoeringsorganisatie OW ontzegd werd aan diensthoofd Raymond Florentina en zijn rechterhand Hensley Basilio. Balborda stelt de aangifte naar aanleiding van het door Soab verstrekte advies te hebben gedaan:

“Tegen beide heren is nu dus aangifte gedaan omdat uit het Soab-rapport duidelijk is gebleken dat er sprake is van vermissing van een groot aantal documenten en onvolledige projectdossiers.

Het Soab-advies was dan ook om hiervan aangifte te doen. Tevens zijn er onregelmatigheden in de handelwijze geconstateerd.”

De minister wil vooralsnog niet op details en de bedragen ingaan maar bevestigt wel dat het om ‘grote bedragen’ gaat. In een eerdere reactie gaf hij het volgende aan:

“Ieder project dat niet conform de procedures is verlopen, heeft automatisch effect gehad op de financiën. Er zijn dus aanbestedingen en gunningen aan het licht gekomen die niet over adequate onderbouwing beschikten en niet transparant zijn doorlopen.”

De minister geeft als voorbeeld dat er bij de gunning/aanschaf van de eerste partij verkeersdrempels, ‘de eerste lading bijvoorbeeld 400 gulden bedroeg’, waarbij de vervolgladingen in prijs toenamen door onder andere spoedorders.

“Zo werd iedere lading duurder, wat natuurlijk opmerkelijk is. Ook rees de vraag waarom men verkeersdrempels in godsnaam met spoed zou moeten bestellen. Dus er zijn allerlei acties ondernomen die administratief niet te terug te vinden zijn en waardoor onnodig hoge kosten werden gemaakt.”

Hij stelt verder dat er al geruchten de ronde deden dat er dozen met documenten waren meegenomen. Het gaat hierbij om documenten met betrekking tot materiaalinkoop, gunning van diensten en asfalteren van wegen.

De hele kwestie werd vorig jaar aangezwengeld door Statenlid Cijntje toen hij vraagtekens plaatste bij de gunningen aan het inmiddels opgeheven bedrijf B-Proof Technology voor het vervaardigen van verkeersdrempels, het aanbrengen van wegreflectoren en het leveren van verkeersborden met bevestigingsbeugels.

Ook stelde het Statenlid destijds de hoge raming van OW – van 5,2 miljoen gulden aan overheidsgelden – van de kosten voor het opknappen van de Shimarukuweg, Appeldamweg en de Schubappelweg in de wijk Dominguito aan de orde. Voor het afwateringssysteem was een bedrag van 2,7 miljoen gulden geraamd, waarvan Cijntje meende dat het ‘buitenproportioneel hoog’ was.

Gevolg

Balborda maakte begin dit jaar ook bekend dat zijn ministerie twee lokale aannemers heeft aangetrokken om in totaal 400 verkeerdrempels op het eiland te verwijderen waarmee een bedrag van 40.000 gulden gemoeid is. Hij wil zo op grotere wegen verkeerstremming tegengaan en de overlast voor de bevolking wegnemen.

Dit nadat de drempels, op grote schaal, in opdracht van de uitvoeringsorganisatie OW in de tweede helft van 2012 waren aangelegd.

“De voornoemde massale aanleg van de verkeersdrempels heeft zich niet als geijkt instrument bewezen voor de verkeerssituatie op Curaçao, daar is men te wild mee omgegaan”, zei hij eerder.

Bron: Amigoe