WILLEMSTAD — Voor het hoger beroep tegen de gepensioneerde CPA-directeuren Agustin Diaz en Richard Lopez Ramirez, aangespannen door Curaçao Ports Authority (CPA) en Kompania di Tou Kòrsou (KTK), is door beide bedrijven 15.000 gulden betaald aan griffiekosten.
Dit bevestigt huisadvocaat Bertie Braam, die in deze kwestie de vertegenwoordiging op zich neemt volgens een ‘no cure, no pay’-principe.
De raadsman licht toe de ‘memorie van grieven’ reeds een week geleden te hebben ingediend, waarop de advocaat van de ex-directeuren – die onlangs door het gerecht in deze kwestie in het gelijk werden gesteld – zes weken de tijd heeft om te antwoorden.
Het wederom aangaan van hoge proceskosten is de afgelopen periode meermaals door de minister van Economische Ontwikkeling, Steven Martina (Pais), aan de kaak gesteld.
Het standpunt van de minister is gebaseerd op het feit dat de ex-directeuren eerder in het gelijk werden gesteld.
Het besluit van de CPA-directie om daar toch een vervolg aan te geven, werd genomen nadat daarvoor ‘groen licht’ was gegeven door de Raad van Commissarissen (RvC).
De minister nam dit ‘omstreden besluit’ mee in zijn overweging om zijn vertrouwen in de RvC op te zeggen.
Zo had de minister bij schriftelijke navraag naar de stand van zaken van de CPA-directeur het volgende antwoord gekregen:
“In het geval van CPA versus de oud-directeuren zal de CPA-directeur zich laten adviseren door een extern deskundig advocatenkantoor en zal De Castro ondertekende (minister Martina, red.) en de RvC daarover, zodra mogelijk, inlichten.”
Daarop gaf de minister de toelichting ‘tot de conclusie te zijn gekomen dat de vertrouwensrelatie tussen hem en de RvC-leden ernstig is geschaad’.
De kosten die gemoeid zijn met het opvragen van extern advies door CPA zijn vooralsnog onbekend.
De ex-directeuren worden door advocaat Mirto Murray vertegenwoordigd.
De zaak werd door de overheidsbedrijven aangespannen ‘voor het aangaan van buitensporige pensioenregelingen’, wat door de ex-directeuren in het verleden succesvol werd betwist.
“Mijn verwachting is dat het best wel lang kan duren voordat er een uitspraak komt, wellicht tegen het einde van het jaar”
, aldus Braam.