RMR bevoegd om Curaçao te dwingen financiën op orde te brengen
Den Haag – De Rijksministerraad (RMR) heeft Curaçao op goede gronden en dus terecht een aanwijzing gegeven.
Tot die conclusie is de Raad van State (RvS) van het Koninkrijk gekomen in het Kroonberoep dat door het toenmalige kabinet Schotte was ingesteld tegen het besluit van de RMR om het land dwingend op te leggen maatregelen te nemen tegen de hand over hand toenemende financiële tekorten.
Het oordeel van de Raad van State is kort geleden in de vorm van een advies aan (toen nog) minister Liesbeth Spies van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd.
Die heeft het advies zonder wijzigingen overgenomen.
Het Koninklijk Besluit daarover is gisteren in het Staatsblad gepubliceerd.
De bevindingen van de Raad van State zijn niet verrassend.
Tijdens de hoorzitting op 21 september viel al te voorzien dat de kern van de aanwijzing recht overeind zou blijven.
Slechts op een aantal nietessentiële onderdelen, zo blijkt nu, wordt Curaçao in het gelijk gesteld.
De uitkomst van het Kroonberoep kan zelfs worden gezien als een aanscherping van de aanwijzing zoals de RMR die op 13 juli gaf, want het bedrag aan te compenseren tekorten dient te worden geactualiseerd.
Was in de aanwijzing nog sprake van een gat van 153 miljoen gulden over 2010, 2011 en 2012, inmiddels is het te verwachten tekort aan het einde van dit jaar opgelopen tot 250 miljoen waar – zonder maatregelen – in 2013 nog eens zo’n 200 miljoen bovenop komt.
De aanwijzing voorzag er oorspronkelijk in dat het begin juli bekende tekort van 153 miljoen nog in de begroting voor 2012 zou worden weggepoetst.
Die taakstelling heeft de RMR vorige maand al als niet realistisch laten varen.
Over het wegwerken van het totale tekort mag – via de meerjarenbegroting – enkele jaren worden gedaan.
Zo is het nu ook in de door de Raad van State geherformuleerde aanwijzing opgenomen.
De bezwaren van Curaçao dat onvoldoende tijd is gegund om zich goed voor te bereiden op de bewuste RMR en dat er ook onvoldoende gelegenheid is geboden voor wederhoor zijn door de Raad van State verworpen, evenals het verwijt dat de RMR zich niet aan het advies van het College financieel toezicht (Cft) zou hebben gehouden.
De Raad ziet de aanwijzing voorts niet als een aantasting van de autonomie van het land. De urgentie wordt erkend:
,,De situatie van de overheidsfinanciën van Curaçao is ernstig.”
Minister José Jardim van Financiën van het interim- kabinet Betrian kon gisteren nog niet reageren op het besluit van de Raad van State.
Vandaag zal er in de Raad van Ministers gesproken worden over het besluit.
Tot die tijd wilde de minister nog niet reageren, zo liet zijn woordvoerder gisteren weten.