30 C
Willemstad
• dinsdag 23 april 2024

Extra | Journaal 19 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Thursday, April 18, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 18 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Telegraaf | Uitspraak in zaak tegen Jamel L. over doodsteken AH-medewerkster

DEN HAAG - De rechtbank in Den Haag doet donderdag uitspraak in de zaak tegen Jamel L. over het doodsteken van een supermarktmedewerkster van een Albert Heijn...

Democracy now! | Wednesday, April 17, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 17 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra
- Advertisement -spot_img

AD | ‘Als het een baan was, had ik ontslag genomen’

HomeNieuwsAD | 'Als het een baan was, had ik ontslag genomen'

Door: Pam van der Veen

Een kind in de puberteit is een ware beproeving
Een kind in de puberteit is een ware beproeving

De avond voor de woordjestoets doe ik nog even een overhoring. Het gaat best goed, alleen de betekenis van ‘connotatie’ roept vragen op bij mijn 15-jarige zoon.

,,Het is de emotionele betekenis van een woord,” leg ik uit. ,,Het gevoel dat het oproept, dat is de connotatie.” ,,Aha,” begrijpt mijn puber opeens. ,,Dat ik bijna over mijn nek ga als ik jouw naam hoor? Bedoel je dat?” Ja, dat bedoel ik. Een ander voorbeeld was misschien leuker geweest, maar goed, hij heeft de kern wel begrepen. Dus lach ik om zijn zogenaamde grap, en ga ik door naar het volgende woord.  ,,Conglomeratie?”

Een pubermoeder moet zich pantseren. En een pubervader evenzeer. Stond je al niet zo stevig in je schoenen vóórdat het brein van je kind aan zijn groei-spurt begon? Dan kun je het tijdens dat proces helemaal wel vergeten. Want zolang die prefrontale cortex niet ‘af’ is, is het leven geen pretje.  Niet voor de puber zelf, die volledig is overgeleverd aan de kortsluiting in zijn hersenen. En niet voor de ouders, die net zo goed slachtoffer zijn. Die krijgen immers jarenlang al het hormonale chagrijn, de woede, minachting en zelfs haat over zich uitgestort. Ga daar maar eens aan staan met je zelfbeeld. Dat het ook zo’n bijzondere fase is, die puberteit, waarin er ook veel te genieten valt – het zal allemaal wel.
Op zijn 13de werd mijn zoon van de ene dag op de andere de puberteit in gekatapulteerd. Op donderdag bracht ik hem naar een muziekkamp, mijn drukke en stoere, maar lieve en knuffelige zoontje. Op zondag haalde ik een getransformeerde versie van hem op. De vrijheid en de meisjes van het kamp hadden iets in hem getriggerd. En op dat ‘iets’ had ik duidelijk geen enkele vat. In no time zag ik hem de lucht in schieten en een ferme kaaklijn en schouderpartij ontwikkelen, alsmede een imposante schoenmaat. Basstem, puistjes, donshaar: the works. Mijn zachte ventje werd een hoekige kerel.

Maar dat was allemaal nog tot daar aan toe. Schokkender was wat er gebeurde met onze wederzijdse affectie. Mijn zoon deed mij als het ware in de ban, althans zo voelde het. Natuurlijk is dat de taak van een puber, je ouders zo stom mogelijk vinden, maar toch was het nogal schrikken. En flink wennen.

Aan het plotselinge geërgerde zuchten bij elke vraag die ik stelde. Aan de vermoeide blik als ik hem weer eens niet begreep. Aan het wegduiken als ik hem aan wilde raken. Aan de rollende ogen, de eenlettergrepige antwoorden, de boze buien, de vele what the fucks. En aan de vele ruzies die we opeens hadden. Om zijn onverschillige houding en onaardige gedrag. Om zijn impulsiviteit, onredelijkheid en lethargische gehang. En om alle sleutels, bankpasjes, judopakken, schoolboeken, mobieltjes en fietsen die hij verloor, stuk maakte en vergat. En om mijn gezanik daarover, natuurlijk.

Inmiddels zijn we bijna drie jaar en vele pieken en dalen verder. Mijn belangrijkste les – loslaten – is nog in volle gang. Zijn belangrijkste les – verantwoordelijkheid nemen – ook. Er zijn al wel wat stappen gezet; zo heeft mijn zoon helemaal zelf een baantje geregeld en gaat hij plichtsgetrouw naar huiswerkklas. Van mijn kant neem ik zijn gedrag niet meer zo persoonlijk en zit ik hem iets minder op de nek. Maar hem aansturen op game-frequentie, de spijbelcoördinator te woord staan, het stellen van sancties op roken en blowen en me teweerstellen tegen zijn verongelijktheid – het blijven ondankbare, energievretende taken waar ik bijzonder weinig plezier aan beleef.

Laat ik het zo zeggen: als het een baan was, had ik allang mijn ontslag ingediend. En dat valt me dan weer tegen van mezelf. Ik had gehoopt dat ik het beter zou kunnen, omgaan met een stuurse puber. Dat ik er meer de humor van zou inzien.

Ik focus op de goeie dingen. Hij is sportief, goed georganiseerd, doet het prima op school.

Waardeloze opvoeders
Zoals mijn mede-pubermoeder Jolanda Holwerda. Haar oudste zoon is 16, denkt de wijsheid in pacht te hebben en vindt zijn ouders waardeloze opvoeders die er niets van begrijpen.  Jolanda kan er wel om lachen. ,,De krachtmeting die hij levert met de wereld, de eigen visie die hij gaandeweg ontwikkelt, ik vind het een boeiend proces,” zegt ze. ,,Als hij weer eens roept dat hij écht niet met ons – zijn hopeloos ouderwetse ouders – kan leven, kan ik dat wel relativeren. Ik observeer en zet mijn ego zoveel mogelijk opzij. Soms is dat moeilijk, bijvoorbeeld als ik een hele vakantie lang voor ‘mongol’ word uitgemaakt. Of als hij niet in beweging wil komen, alles wat je hem vraagt teveel is en hij de sfeer aan tafel verziekt. Dan kan ik nog wel eens uit mijn vel springen.”

Toch lukt het Jolanda om niet overal op in te gaan. Hoezeer ze ook wordt uitgedaagd door zijn ‘volstrekt egocentrische wereldbeeld’, ze is vastbesloten om van de puberteit geen strijdtoneel te maken. ,,Ik focus op de goeie dingen. Hij is sportief, goed georganiseerd, doet het prima op school. En straks gaat-ie het huis uit, dan ben ik ‘m kwijt. Dus wil ik genieten van de momenten die we nu samen hebben. Al laat hij me nog zo fijntjes weten dat hij liever met zijn vrienden iets doet dan met mij.” Mijn eigen relativeringsvermogen kan wel wat oefening gebruiken. Mijn puber krijgt me helaas te snel op de kast, waardoor de stemming in huis nog wel eens tot onder het nulpunt wil dalen. Om toch met hem in contact te blijven, heb ik al diverse ‘puberhandboeken’ geraadpleegd.  Zo heb ik geleerd dat ik niet moet proberen begrip te kweken voor mijn ondankbare rol als opvoeder. Dat ik een veilig persoon ben om te ‘haten’, omdat ik toch wel bij hem blijf. Dat hij het conflict niet opzoekt om mij het leven zuur te maken, maar om zijn eigen identiteit te ontwikkelen. En dat wij elkaar nu weliswaar niet zo leuk vinden, maar dat ik wél de bodem onder zijn bestaan ben.

Die wetenschap helpt. Even. Maar de sfeer wordt er niet per se veel beter van. Het kost me soms moeite om niet in een slachtofferrol te schieten. Waar heb ik al dat verzet aan verdiend? Ik heb toch immers het beste voor met mijn zoon? Waarom kan het niet gewoon gezéllig zijn? Ik zit mezelf in de weg met mijn huilerige vragen en dus meld ik me aan voor de online cursus ‘Makkelijker omgaan met je puber’.

© Shody Careman.

Puberzweetsokken
In prettige filmpjes legt psychologe Tischa Neve me uit hoe contraproductief een preek werkt en hoeveel meer effect je bereikt met een positieve boodschap. Zelfs een dreigement kun je zo al beter laten klinken, aldus Neve. Ik probeer het meteen uit bij mijn zoon. In plaats van bij voorbaat woedend te roepen dat ik zijn kleren niet was als ze niet in de wasmand zitten, formuleer ik het eens anders: ,,Als jij je vuile kleren even in de wasmand gooit, dan was ik ze straks mee.”

Binnen vijf minuten is het huis gevuld met de doordringende geur van puberzweetsokken die hij braaf naar de wasmachine draagt. Ook leer ik dat mijn zoon bij voorkeur zwart-wit denkt. Dat ordent zijn chaotische hoofd een beetje. Iemand is chill of een eikel, daar zit weinig lucht tussen – een gebrek aan nuance dat discussiëren met een puber vrij kansloos maakt. Winnen zit er niet in, begrijp ik, dus kun je het als ouder maar beter kort houden. Wel is het zaak de ‘ik-boodschap’ te gebruiken. Dus niet: ‘Moet dit mensonterende voorgeborchte van de hel jouw kamer voorstellen?’ Maar wel:  ‘Ik vind het niet fijn dat je je kamer nooit opruimt.’ Weliswaar sorteren beide opmerkingen geen enkel effect, maar bij die laatste klink je in elk geval een stuk minder verwijtend.

Toon begrip voor wat je puber doormaakt en de gevolgen daarvan, en weet dat hij zeker niet aan alles bewust iets kan doen.

Lijst van leuke dingen
Waar de cursus vrij streng op is: focussen op de zaken die goed gaan, waar ik wél blij van word. Ik moet lijstjes invullen met dingen die ik leuk vind aan mijn puber, en ontvang zelfs sms’jes die me daaraan herinneren. Bij voorkeur op een moment dat ik van frustratie met mijn hoofd tegen de muur sta te bonken (de 100 euro voor gitaarles is onderweg kwijtgeraakt en dat is mijn schuld, want het zat niet in een envelop), stuurt de online coach mij een berichtje: ‘Welke dingen waren vandaag leuk aan je puber?’

,,Leuk?!?” roep ik machteloos tegen mijn telefoon. ,,Er is helemaal niks leuks aan mijn puber! Sterker nog: ik overweeg hem alsnog te vondeling te leggen!”  Maar dat mag natuurlijk niet van de deskundigen. Ik moet mijn boosheid omzetten in iets constructiefs, proberen het leven door de ogen van mijn puber te zien en beseffen dat hij het ook niet makkelijk heeft. Zijn hersenverbindingen zijn nog niet klaar, waardoor hij slecht overzicht heeft. Zijn frontaalkwab is nog in ontwikkeling, zodat hij moeite heeft met plannen en prioriteiten stellen. En zijn amygdala speelt de baas in zijn brein, waardoor hij zich snel aangevallen voelt. Zijn stemmingswisselingen nemen hem volledig in beslag en zijn hoofd zit vol emoties, impulsen en gedachten. Zo vol, dat hij het minst belangrijke als eerste delete. En dat minst belangrijke ben ik, met mijn gezeur.

,,Je wordt als het ware gedoogd door je puber,” zegt Guido de Groot, vader van twee zoons in de tienerleeftijd. ,,Je kunt van alles tegen ze zeggen, als het ze uitkomt doen ze er iets mee, maar meestal boeit het ze niet. Ze vinden me heus wel aardig, maar niet echt interessant. Andere mensen zijn altijd leuker.

Dat vind ik wel moeilijk, dat het vaak lijkt alsof je in twee verschillende werelden leeft. Ik had gedacht dat ik meer contact met hen zou hebben. Dat de band hechter zou zijn.”  Zijn oudste zoon is niet zozeer lastig, als wel volkomen passief, zegt Guido. ,,Hij is hartstikke slim, maar heeft volstrekt geen ambitie. Hij verhuist van zijn bed naar de bank en komt er alleen vanaf om uit te gaan met zijn vrienden. Zoveel ongebruikt talent, daar kan ik somber van worden. Aan de andere kant: ik was zelf ook een laatbloeier. En met mij is het ook goed gekomen.”

Je kind kwijt
En zo zal het met de band tussen Guido en zijn zoons ook hoogstwaarschijnlijk goed komen. Tijdens de puberteit lijkt het alsof je je kind kwijt bent, maar als je contact voor die tijd goed was, zo staat in de boeken, is de kans groot dat het daarna weer herstelt. Daar vestig ik dus maar mijn hoop op.Tischa Neve benadrukt het ook:  ,,Toon begrip voor wat je puber doormaakt en de gevolgen daarvan, en weet dat hij zeker niet aan alles bewust iets kan doen. Als je het samen kunt blijven zien als een boeiend proces, is het een leuke uitdaging. Met zo nu en dan een dieptepunt, maar zeker ook veel hoogtepunten!”Ik zit op de bank de krant te lezen. Mijn zoon komt binnen, ploft naast mij neer en leunt tegen me aan. ,,Hoi,” zegt hij. De onverwachte genegenheid doet me licht verstijven. ,,Hoi,” zeg ik behoedzaam. Door bewegingloos te blijven zitten, probeer ik het moment te rekken. Geen vin verroeren, is het devies. Hem niet bewust maken van de situatie. En niks zeggen of vragen. Niet over school, niet over de vergeten drumles, niet over de kniehoge laag troep die de vloer van zijn kamer bedekt. Gewoon zitten en genieten van zijn aanwezigheid. Even is het stil. ,,Weet je nog die woordjestoets?” zegt mijn zoon. ,,We kregen vandaag ons cijfer. Ik had een tien.”

Bron: AlgemeenDagblad

Dit artikel is geplaatst in

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties