Willemstad/Oranjestad – De Centrale Bank van Aruba (CBA) heeft het door de bank zelf ingestelde hoger beroep verloren in een zaak tegen KPMG als accountant van verzekeringsmaatschappij Ennia.
De CBA bepaalde in november 2015 door middel van een beschikking dat KPMG niet langer bevoegd was om met betrekking tot Ennia een accountantsverklaring te ondertekenen om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Ennia en KPMG tekenden hier bezwaar tegen aan en de CBA verklaarde dit bezwaar in augustus 2016 ongegrond. Daarop stapten de twee bedrijven naar de rechter.
In mei 2017 doet het Gerecht in eerste aanleg uitspraak en verklaart het ingestelde beroep wel gegrond en draagt CBA op de ongegrondverklaring te vernietigen. Hiertegen is CBA in hoger beroep gegaan, en deze zaak is dus onlangs door de bank verloren. De bezwaren van Ennia en KPMG zijn dus gegrond.
De CBA vindt dat in de relatie KMPG en Ennia sprake van is mogelijke belangenverstrengeling. Want, zo wordt aangevoerd, de directeur van Ennia (voor het gemak aangeduid met de letter B), is een voormalig partner van KPMG. En B is samen met al dan niet voormalige partners van KPMG de huisbaas van KPMG. B is namelijk bestuurder van Respo nv en Respo nv is bestuurder van de commanditaire vennootschap Emancipatie cv, die de verhuurder is van het pand waarin KPMG op Curaçao kantoor houdt.
CBA stelt dat de bank geen inzicht heeft in de interne rol- en taakverdeling binnen KPMG en dat de bedrijven hadden moeten aantonen hoe een en ander zich tot elkaar verhoudt. De rechter stelt echter dat de bank beter had moeten motiveren hoe B mogelijk invloed uitoefent op de assurance- opdracht. Zich baserend op de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) stelt het Hof:
,,Het is niet gebleken dat de partners van KPMG die vennoot zijn van Emancipatie cv, lid zijn van het assuranceteam en zij met betrekking tot de assurance-opdracht bij of aan Ennia toezichthoudende of leidinggevende werkzaamheden uitvoeren of vaktechnische consulten bieden.”
De CBA vindt ook dat de in het verleden door de accountant verrichte controlewerkzaamheden onderzocht moeten kunnen worden om te oordelen over de kwaliteit en diepgang van die controlewerkzaamheden.
In een apart vonnis in hoger beroep wordt hierover echter uitgelegd dat de Landsverordening toezicht verzekeringsbedrijf (Ltv) de bank geen bevoegdheid geeft om achteraf de kwaliteit en diepgang van de controlewerkzaamheden van de accountant te beoordelen.
,,De bank is derhalve evenmin bevoegd om met het oog op een dergelijke beoordeling onder oplegging van een dwangsom de verstrekking van inlichtingen over de accountant te gelasten”, aldus het Hof.
Bron: Antilliaans Dagblad
Kvk KPMG Emancipatie CV by Black Lion on Scribd
Kvk KPMG Respo NV by Black Lion on Scribd