Willemstad – Verzekeringsmaatschappij Ennia heeft over 2015 een totaalverlies geleden van bijna 11 miljoen (10,9 miljoen) gulden.
Dit is voornamelijk door een fors hogere technische voorziening bij Ennia Leven, anders zou er volgens Ennia sprake zijn van een winst voor het Levenbedrijf.
Dat is onlangs door de top van het verzekeringsbedrijf medegedeeld aan stakeholders, die individueel of in groepen zijn geïnformeerd. Het betreft niet-gecertificeerde, nog niet eerder naar buiten gebrachte, cijfers.
Ennia heeft 2015 nog altijd niet formeel gepubliceerd, hoewel de verzekeraar vlak voor de jaarwisseling aankondigde dat publicatie uiterlijk eind februari zou volgen.
Desgevraagd laat directielid Gilbert Martina aan het Antilliaans Dagblad weten dat ‘op dit moment Ennia geen verklaring geeft aan de media’. ,,De stakeholders – medewerkers, pensioenklanten, brokers/banken en influentials – zijn direct geïnformeerd door Ennia over de laatste stand van zaken.”
Over de jaarrekening 2015 en de goedkeurende verklaring die moet komen van accountant KPMG zegt Martina het volgende: ,,Het proces wat betreft certificering van de jaarrekening 2015 van Ennia Caribe Leven, Ennia Caribe Schade en Ennia Caribe Zorg is nog steeds gaande en vindt plaats in goed overleg tussen partijen. Zodra dit proces is afgerond zullen we hierover naar buiten treden.”
Intussen beschikt deze krant al wel over harde informatie die door de Ennia-top op hoofdlijnen is verstrekt aan genoemde stakeholders. Ten eerste dat Ennia inderdaad eerder had gehoopt in februari te kunnen publiceren, maar dat KPMG nog niet klaar is om af te tekenen. Om een verder niet nader gespecificeerd onderdeel van de audit van de jaarrekening is KPMG in overleg met de toezichthouder op de financiële sector, de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS). Het zou gaan om een toelichting op de jaarrekening waarvoor de accountant toestemming wil hebben van de CBCS.
Dan naar de voorlopige bedrijfsresultaten (van Ennia Curaçao, Bonaire en Sint Maarten; Aruba is apart en maakt hier geen deel van uit). Ennia Zorg sluit naar eigen verwachting af met een winst van 4,3 miljoen (was 1,6 miljoen). Ennia Schade boekt eveneens een positief resultaat, namelijk van 2 miljoen (was 4,4 miljoen over 2014), maar kampt – evenals de rest van de lokale verzekeringsbranche – met vooral zeer veel autoschades.
Beleggingen in eigen groepsondernemingen terugbrengen
Nieuwe richtlijnen CBCS: Beleggingen in eigen groepsondernemingen terugbrengen Ennia Leven zit in het jaar 2015 wel in de min en schrijft een verlies van 17,2 miljoen (was een winst van 14,6 miljoen een jaar eerder), met name in verband met de gestegen technische voorziening als gevolg van de ‘gewijzigde toekomstige beleggingsportefeuille’. Anders zou de Ennia-directie naar eigen zeggen een winst hebben gerealiseerd van 10 miljoen.
De technische voorziening voor verzekeringsverplichtingen steeg op de balans van 1.203 miljoen gulden per eind 2014 naar 1.290 miljoen per ultimo 2015. Op de winst- en verliesrekening stijgt deze voorziening van 51 miljoen naar 86,4 miljoen en dit drukt dus flink op het resultaat van Leven, dat op zichzelf juist een premieomzetgroei registreerde van 4 procent: van 88,4 miljoen over 2014 naar 92 miljoen aan verdiende premies in 2015.
Overigens zagen vrijwel álle lokale verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen dat hun Leven- en pensioenbedrijf over 2015 een min boekte; in de meeste gevallen was sprake van een kanteling van winst over 2014 in een verlies een jaar later. Ennia heeft conform nieuwe richtlijnen van de CBCS een begin gemaakt met aanpassing van de beleggingsportefeuille. Daar heeft de maatschappij drie jaar de tijd voor gekregen, namelijk tot september 2019. Het gaat dan om de ‘revised future investment mix’.
Concreet betekent dit dat de oververtegenwoordiging van beleggingen in eigen groepsondernemingen fors moet worden teruggebracht. Het gaat om het enorme terrein van Mullet Bay op Sint Maarten en om deelnemingen in Stewart & Stevenson (S&S), eveneens van Ennia-eigenaar Parman Group van de Iraans-Amerikaanse ondernemer Hushang Ansary.
Terwijl de waarde van Mullet Bay moeilijk is vast te stellen, hoewel naburige terreinen onlangs boven boekwaarde zijn verkocht, bracht S&S tot nu toe relatief hoge rendementscijfers op. Daardoor bedroeg het beleggingsresultaat van Ennia tot 2013 ruim 5 procent en nadien tot en met 2016 ruim 4 procent, terwijl wereldwijd het rendement is gedaald en de rente bijna nihil is.
Ook andere levensverzekeringsbedrijven kampen hiermee of vaak zelfs in meer hevige mate. In verband met de ‘revised future investment mix’ moet in de komende twee jaar Mullet Bay van de hand worden gedaan. Ennia liet tijdens de presentatie aan stakeholders weten dat diverse potentiële kopers zich reeds hebben gemeld.
Bron: Antilliaans Dagblad