Philipsburg – Berichten dat Sint Maarten de 100 miljoen dollar voor de wederopbouw van Princess Juliana International Airport (PJIA) niet wil accepteren van de Nederlandse regering en de Europese Investeringsbank (EIB) zijn onjuist en ‘kwaadaardig’.

Dat zegt de minister van Toerisme, Economische Zaken, Transport & Telecommunicatie (TEATT), Stuart Johnson, in reactie op verklaringen van de staatssecretaris voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van eerder deze week. De regering van Sint Maarten is volgens hem niet in onderhandeling met andere potentiële financiers.

Al zouden ze dat willen, de regering van Sint Maarten kan – gezien zij onder financieel toezicht staan – niet eens leningen aangaan, zonder de uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de Nederlanders. Zo luidt zijn uitleg.

De bewindsman heeft een statement naar buiten gebracht, waarin hij meedeelt dat er inderdaad besprekingen gaande zijn over een lening van 50 miljoen dollar van de EIB, die vermeerderd zal worden met 50 miljoen dollar uit het Trustfund. Johnson stelt dat Nederland enkele voorwaarden heeft genoemd voor dat geld: overname van de Raad van Commissarissen van PJIA en overname van de Raad van Bestuur van de luchthaven. Bovendien zou het, op basis van de normen van de Wereldbank en EIB, niet mogelijk zijn om als voorwaarde te stellen dat ook lokale bedrijven deelnemen aan biedingen voor het werk op de luchthaven.

,,Natuurlijk verwelkomen we alle hulp die we kunnen krijgen, maar dit zou onder geen enkel beding moeten zorgen voor een vijandige overname van ons meest waardevolle, strategische bezit”, aldus Johnson, die nu eerst alle voorwaarden zwart op wit wil, voordat hij het geld aanneemt. ,,We waarderen de gretigheid om Sint Maarten zo snel geld te geven. Maar onze mensen hadden het fijn gevonden om in diezelfde snelheid en met diezelfde vastberadenheid weer een dak boven hun hoofd te krijgen.”

Het is meer dan een jaar geleden dat ons eiland verwoest werd door de orkaan Irma. ,,En als een lening of subsidie van het Trustfonds binnen zo’n korte tijd voor de luchthaven beschikbaar kan worden gesteld, dan zou er ook geen excuus moeten zijn om het niet beschikbaar te maken voor het bouwen van de broodnodige huizen voor onze mensen”, zo redeneert Johnson.

De reden dat hij de foutieve berichtgeving over het standpunt van Sint Maarten ‘kwaadaardig’ noemde, heeft voornamelijk te maken met de timing. Het nieuws viel namelijk samen met de aftrap van de vieringen in het kader van het 75-jarig jubileum van de airport op Sint Maarten en met de verhuizing naar het terminalgebouw – voor het eerst sinds de orkanen Irma en Maria deze verwoestten.

,,Ik wil graag ook benadrukken dat niemand, en ik bedoel dan ook niemand, meer interesse, zorgen en verlangens heeft om onze Princess Juliana International Airport zo snel mogelijk in ere herstellen, zoals tijdens haar gloriedagen voor de orkanen Irma en Maria, als ik: de minister van Toerisme. Dat is ook waarom we de terugkeer naar het terminalgebouw deze week hebben gevierd als een belangrijke stap op die reis naar volledig herstel”, aldus de bewindsman.

Staatssecretaris Knops schreef precies op die dag aan de Tweede Kamer dat hij bezorgd was over de vorderingen van de wederopbouw. Knops stelde dat er een kant-en-klaar plan klaarligt voor het vliegveld op Sint Maarten, waaraan onder andere Schiphol mee wil werken. En meldde daarbij dat er voorwaarden zijn gesteld voor de integriteit in het management en de Raad van Toezicht.

,,De regering van Sint Maarten lijkt vooralsnog niet volledig aan deze oplossing mee te werken en voert intussen gesprekken met andere geïnteresseerde financiers.”

Johnson ontkent dat. De TEATT-minister eindigt zijn statement, wellicht ietwat gefrustreerd, met de boodschap dat hij zich verheugt op ‘een echte samenwerking met elke kredietverstrekkende instelling die bereid is om te werken in het belang van de economie van Sint Maarten en haar mensen’.

Bron: Antilliaans Dagblad