Willemstad – De regering heeft een nieuwe concept-Landsverordening op tafel dat als voornaamste doel heeft om de overheidsgelieerde entiteiten (overheids- nv’s (ONV’s) en -stichtingen) te optimaliseren.
Volgens de Memorie van Toelichting (MvT) vormt vooral de financiële situatie van meerdere overheidsgelieerde entiteiten een risico voor de overheidsfinanciën wat een negatief effect heeft op de kwaliteit van de dienstverlening aan de gemeenschap, op de kostprijs van de dienstverlening aan de gemeenschap en het investeringsklimaat.
De Raad van Advies (RvA) onderkent de noodzaak om een nieuw kader te creëren waarin de overheids-nv’s en -stichtingen moeten opereren, maar heeft ‘fundamentele bezwaren tegen de manier waarop de regering het bovenomschreven doel wil bereiken’, zo staat in het advies van de RvA. Het gaat hier om de Landsverordening optimalisering overheidsgelieerde entiteiten 2015 waarin een kader vastgesteld wordt waarbinnen overheidsentiteiten moeten opereren met als doel deze entiteiten te hervormen en waar nodig te reguleren. Dit wordt onder andere bereikt door het oprichten van een Bureau overheidsgelieerde entiteiten. Doel is om de kosten voor de gemeenschap te drukken, de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren en de risico’s voor de overheidsfinanciën te verkleinen. Dit wordt volgens de regering bereikt door het invoeren van algemene regels bij het plaatsen van opdrachten waarbij marktwerking en transparantie worden bevorderd. Daarnaast worden normen ingevoerd voor specifieke kostenposten die gemakkelijk tot onnodige meerkosten en misbruik kunnen leiden. Ten slotte worden ook richtlijnen ingevoerd voor de personeelskosten.
De RvA vraagt zich af of de wet wel noodzakelijk is en of er andere mogelijkheden dan het ontwerp bestaan om het doel te bereiken.
Alle entiteitenover één kam
Daarnaast vindt de RvA dat de overheidsentiteiten teveel over één kam geschoren worden. Het bezwaar van de RvA is dat de soorten entiteiten waarop de wet van toepassing is – instellingen waar het land voor meer dan vijftig procent aandeelhouder van is en instellingen die voor meer dan 50 procent worden gesubsidieerd door de overheid – verschillend van karakter en structuur zijn en opereren binnen totaal van elkaar verschillende markten.
,,Een gedifferentieerde aanpak van deze entiteiten is dan ook noodzakelijk om het beoogde doel te kunnen bereiken”, aldus de RvA.
Behalve stichting of ONV wordt er ook geen onderscheid gemaakt tussen monopolistische en niet-monopolistische entiteiten. Vooral de niet-monopolistische entiteiten kunnen niet optimaal en efficiënt functioneren binnen het in het ontwerp vastgestelde kader.
Verder blijkt dat de wet niet van toepassing is op dochterondernemingen van overheidsgelieerde entiteiten. De Raad noemt als voorbeeld Refineria di Kòrsou (RdK) en haar dochteronderneming Curaçao Refinery Utilities bv. (CRUBV). RvA:
,,Deze dochterondernemingen kunnen ook een risico vormen voor de overheidsfinanciën.”
En dan wordt ook nog niet duidelijk wat de implicaties van de wet zijn op rechtspersonen als de Sociale Verzekeringsbank, het Algemeen Pensioenfonds Curaçao en de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS). Meer algemeen heeft de RvA ook bezwaar tegen het feit dat er geen duidelijke uitleg is in de MvT over de effecten van het ontwerp op werkprocessen.
,,Er zou advies ingewonnen moeten worden bij de Belastingdienst met betrekking tot de (praktische) uitvoering van deze landsverordening”,
zo vindt de RvA. Maar erger nog vindt de RvA dat er geen advies is van de Sociaal Economische Raad (SER), terwijl aan de ontwerplandsverordening vooral sociaaleconomische overwegingen ten grondslag liggen. In dit kader stelt de RvA:
,,Het is aan te bevelen om tevens het advies van de Vaste commissie Vennootschapsrecht op te vragen.”
Financieel niet onderbouwd
Naar het oordeel van de Raad is de financiële onderbouwing van het ontwerp onvoldoende omdat bijvoorbeeld niet is gebleken hoeveel de kosten voor het oprichten van het Bureau overheidsgelieerde entiteiten en de kosten voor de entiteiten zullen bedragen. In het algemene gedeelte van de MvT wordt aangegeven dat voorlichting en opleiding van essentieel belang zijn voor het goed functioneren van deze landsverordening.
,,Uit de financiële paragraaf van de Memorie van Toelichting is echter niet gebleken of rekening is gehouden met deze kosten”, aldus de RvA.
Bron: Antilliaans Dagblad