Philipsburg – RBC Royal Bank moet van de rechter de bankrelatie met enkele ongewenste klanten – verschillende casino’s op Sint Maarten met eigenaren die een dubieuze achtergrond hebben waarvan de bank vreest dat deze ‘high risk’ zijn en tot reputatieschade kunnen leiden – voortzetten.
In elk geval totdat deze klanten hun bankzaken hebben weten onder te brengen bij een nieuwe bank. Voorwaarde is wel dat deze klanten aan RBC en die andere bank alle gewenste en in redelijkheid benodigde inlichtingen zullen verschaffen en medewerking zullen verlenen.
Dat blijkt uit nieuwe vonnissen van het gerecht in Philipsburg. In dit geval van enerzijds Vegas Amusements nv DBA Casino, Coliseum Realty nv, Oasis Gaming Company nv, Pleasure Port Management nv, Port de Plaisance Hotel Management & Casino nv en Tropical Management nv, waarvan Sudi Özkan de ‘ultimate beneficial owner’ is en die meerdere malen negatief in het nieuws is geweest wegens (financieel) onzuivere praktijken.
En anderzijds gaat het om een zaak van International Race/ Sports Consult nv, handelend onder de naam Jump Up Casino, Dutch Caribbean Resorts nv (Hollywood Casino) en Funtime nv (Casino Rouge et Noir). Van laatstgenoemde blijkt dat de aandelen in andere handen zijn overgegaan en dat RBC bezig is een onderzoek in te stellen naar de nieuwe eigenaar; in afwachting daarvan wordt de bankrelatie met Funtime onder voorbehoud gecontinueerd.
Voor International Race/ Sports Consult en Dutch Caribbean Resorts, die respectievelijk Jump Up Casino en Hollywood Casino exploiteren, stelt RBC dat Ilaria Legnaro en/of zijn echtgenote Enrica Franca Carcano de uiteindelijke belanghebbenden zijn, maar vanwege hun strafrechtelijk verleden een onaanvaardbaar risico voor RBC vormen. De bewuste nv’s hebben niet aangetoond dat Legnaro en/of Carcano geen enkel belang in de casinobedrijven hebben, maar hebben wel benadrukt dat zij over deze vennootschappen sinds begin jaren 90 geen economische zeggenschap meer hebben en ook niet meer door hen worden bestuurd.
Volgens de advocaten hebben Legnaro en/of Carcano geen strafblad ‘meer’ en zijn zij destijds in Italië voor lichtere vergrijpen veroordeeld dan het lidmaatschap van een criminele vereniging (maffia) en niet voor het witwassen van geld via casino’s.
‘Bank dient zorgvuldig jegens klant te handelen’
RBC volhardt in haar standpunt dat het belang van Legnaro en/of Carcano bij de nv’s en hun strafrechtelijk verleden reputatieschade voor RBC opleveren, een bedreiging vormen voor de integriteit van de bank en de relatie met ‘correspondent banks’ in het buitenland op het spel zet. Toch oordeelt de rechter niet in het voordeel van RBC. Weliswaar heeft RBC het recht om een einde te maken aan de bankrelatie met klanten omdat deze volgens haar een te groot risico vormen, maar zij dient daarbij zorgvuldig ten opzichte van deze klanten te handelen en hun gerechtvaardigde belangen, alsmede de maatstaven van redelijkheid en billijkheid, in acht te nemen.
,,Mede vanwege de omstandigheid dat casino’s voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van hun bank omdat een bedrijfsvoering zonder bankrekeningen onmogelijk of onwenselijk is, en omdat RBC een belangrijke functie in de samen- leving van Sint Maarten heeft en vele jaren als bank voor casino’s is opgetreden, houdt de zorgplicht van RBC in dat zij dient mee te werken aan het vinden van een oplossing. RBC heeft dat laatste in onvoldoende mate gedaan.”
Aldus de rechter, die onder andere rekening houdt met het maatschappelijk belang van de werkgelegenheid. Van de bank mag worden verwacht, aldus het vonnis, dat zij zich ten minste inzet voor een constructief overleg. Voor het opzeggen is het daarom ‘nu nog te vroeg’.
Tegelijkertijd is het niet zo dat RBC onvoorwaardelijk en voor onbepaalde duur gehouden is de bankrelatie voort te zetten. Eerst moet er dus nog gepraat worden en gezocht worden naar een oplossing (lees: een andere bank). De kans daarop lijkt overigens gering.
In het geval van de zaak van de casinobedrijven van Sudi Özkan zijn de dwangsommen niet gering, namelijk 1 miljoen dollar voor iedere bankrekening of kredietkaart die RBC in strijd met het gegeven bevel opheft; en 10.000 dollar voor iedere dienst (zoals betaalopdracht, bijschrijving of storting) die RBC in strijd met het gegeven bevel weigert uit te voeren en/of voort te zetten.
In de zaak van Legnaro en/of Carcano zijn de dwangsommen geringer: respectievelijk 250.000 dollar en 5.000 dollar. In deze laatstgenoemde zaak maakt de rechter in zijn vonnis nog wel deze opmerking:
,,Indien (…) zou blijken dat de huidige economisch belanghebbenden een strafrechtelijk verleden hebben met veroordelingen in Italië tot aanmerkelijke gevangenisstraffen, ook als de strafbare feiten moeten worden gekwalificeerd als door eisers aangegeven, kan RBC niet worden verweten dat zij op grond daarvan de bankrelatie met de vennootschappen wil verbreken. Ook indien het gaat om misdrijven die lange tijd geleden zijn gepleegd en niet meer formeel op een strafblad in Italië zouden zijn vermeld.”
Bron: Antilliaans Dagblad