Willemstad – Van een bankroet Curaçao of een nieuw financieel debacle, waarover de iets meer dan twee weken geleden aangetreden interim-premier Gilmar ‘Pik’ Pisas (op deze positie aangesteld door zijn partijgenoot Gerrit Schotte van MFK) spreekt, lijkt geen sprake.

Dat blijkt bij navraag door het Antilliaans Dagblad bij het College financieel toezicht (Cft), de bij rijkswet geregelde onafhankelijke toezichthouder op de overheidsfinanciën. Toch spreekt Pisas, zelf geen financieel-economisch expert maar voorheen politieagent, bij herhaling over een situatie waarbij Curaçao volgens hem aan de rand van de financiële afgrond zou bungelen.

Zo verklaarde Pisas vorige week tijdens de persconferentie van de ministerraad dat hij er tegenover de media in dit stadium nog niet veel over kan zeggen – ,,We zullen eerst het parlement informeren.” – maar dat er ‘een zeer pijnlijke toestand heerst’. ,,Ik kan nu al onze financiële situatie omschrijven als eentje van bankroet.”

Eerder sprak ook de interim-minister van Financiën, Lourdes Alberto (namens het onafhankelijk Statenlid Eduard Braam), haar zorgen uit over de volgens haar verslechterde openbare financiën.

Opvallend genoeg hebben haar voorgangers Kenneth Gijsbertha (MAN), die maar kort – van 23 december 2016 tot 24 maart 2017 – bewindsman van Financiën was, en vakminister José Jardim, die vanaf september 2012 de schatkist bewaarde en in de beginjaren forse maatregelen trof, hier op geen enkele manier melding van gemaakt. Integendeel.

Raadpleging van het meest recente Cft-verslag, van 15 maart jongstleden, leert dat de toezichthouder op dat moment geen alarmbellen liet afgaan. En desgevraagd laat het College weten ‘ook geruchten te horen, maar of die waar zijn zien wij niet of nog niet terug in documenten of rapportages’. Dat het Land Curaçao nu al bankroet zou zijn, wordt daarom over het algemeen als een boute stelling gezien.

Op 15 mei aanstaande moet de eerste Uitvoeringsrapportage 2017 verschijnen. Dan kan het Cft analyseren of de berichten ergens of nergens op zijn gebaseerd, maar ook of alle besluiten deugdelijk in financiële termen zijn vertaald.

Want opvallend is wel dat bij de maatregelen die de interim-regering Pisas als voornemen of besluit noemt, de financiële dekking of financiële consequenties niet altijd helder zijn gemaakt. De komende verkiezingen op 28 april kunnen mede daarom wel erg bepalend zijn over hoe de financiële situatie op Curaçao er in de (nabije) toekomst uit zal gaan zien.

Afrekenen met aanwijzing 2012 inzake financiën

De uitlatingen van Pisas moeten volgens waarnemers gezien worden ‘als politiek’ en in het licht van de komende verkiezingen, waarbij bovendien MFK nog moet afrekenen met een pijnlijk verleden waarbij het kabinet- Schotte met voormalig minister van Financiën, George ‘Jorge’ Jamaloodin, medio 2012 een aanwijzing kreeg van de Rijksministerraad om de financiën van Curaçao op orde te maken; amper twee jaar na 10-10- ’10 en de schuldverlichting door Nederland.

Hoe de gerealiseerde ontvangsten (belastingen en nietbelastingen) en uitgaven zich momenteel ontwikkelen ten opzichte van de begrote inkomsten en lasten, zal in de eerste Uitvoeringsrapportage van 2017 duidelijk worden. Voor zover nodig zullen budget- en begrotingsaanpassingen moeten worden doorgevoerd.

Wat is er dan wél bekend? Zoals gezegd betreft dat het Cft-commentaar op de Uitvoeringsrapportage tot en met 2016. De gerealiseerde baten op de gewone dienst tot en met december 2016 bedragen 2.387,9 miljoen. De lasten bedragen 2.420,3 miljoen, waardoor het voorlopig saldo op de gewone dienst over 2016 uitkomt op een tekort van 32,4 miljoen.

Een tekort weliswaar, maar hetzelfde Cft voegt er in één adem aan toe dat het de verwachting van Curaçao is dat als gevolg van nog te realiseren baten en lasten ‘nog steeds een positief resultaat behaald zal worden van 5,9 miljoen’. Een klein overschot dus. Dat is voornamelijk als gevolg van nog te ontvangen ‘Andere Baten’ van 54 miljoen. Deze bestaan onder andere uit nog te realiseren dividenden van 28 miljoen waarover het Cft geïnformeerd is dat de besluiten hierover in de Raad van Ministers al waren genomen.

Daarnaast zijn er nog te realiseren pachtopbrengsten van 10 miljoen, waarbij de achterstallige facturen inmiddels zijn opgemaakt en de verwachting is dat dat de realisatie conform prognose zal uitkomen. Ten derde verwacht men nog voor 10 miljoen te ontvangen bij verkoop goederen en diensten waarbij nog bedragen worden verwacht van onder andere Bureau Telecommunicatie. En ten slotte is er nog een restant-afdracht verkoop Rif Hotel van 6 miljoen.

Het realiseren van deze baten is wel noodzakelijk voor het behalen van het geprognosticeerde overschot van de gewone dienst in 2016.

Bron: Antilliaans Dagblad