Willemstad – Het North Sea Jazz Festival blijft een bijdrage leveren aan de groei van het toerisme op Curaçao. In september heeft de Curaçao Tourist Board (CTB) een directe bijdrage van 68 miljoen gulden voor de Curaçaose economie geregistreerd.
Dit is een groei van 7 procent vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder toen een totaalbedrag van 63 miljoen gulden werd geregistreerd. Het aantal verblijfstoeristen dat in september Curaçao heeft bezocht, is met 6 procent gestegen.
Preliminaire cijfers waar CTB over beschikt, tonen dat er in de maand september in totaal 39.907 verblijfstoeristen zijn geregistreerd. In september 2014 was dit aantal 37.762.
Het overgrote deel van de buitenlandse bezoekers die het CNSJF hebben bezocht zijn tussen 2 en 4 september op Curaçao aangekomen. Vorig jaar vond dit evenement in augustus plaats. De wijziging in data voor dit groots evenement is terug te zien aan de positieve cijfers voor wat betreft het verblijfstoerisme.
Hoewel een daling vanuit Venezuela te zien is, kan alsnog geconstateerd worden dat het CNSJF voor een groei van het aantal bezoekers in september heeft gezorgd. Door het effect van een internationaal evenement van deze omvang, zal CTB zich voortaan richten op het aantrekken van internationale evenementen naar het eiland in de periode dat het eiland de potentie heeft om aanzienlijk te groeien, aldus het toeristenbureau in een schriftelijke verklaring.
Luchtverkeer naar Curaçao is voornamelijk vanuit Aruba, Colombia en Suriname gestegen. De genoemde landen hebben altijd een interesse getoond in het festival en dit jaar was geen uitzondering. Een analyse over de drie dagen voor het festival, toont een stijging van 273 procent in het aantal bezoekers afkomstig uit Aruba – dit in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder.
Dankzij het festival zijn 400 bezoekers meer geregistreerd uit Aruba. Dezelfde data tonen een groei van 190 procent uit Colombia en 114 procent uit Suriname.
De zes landen die in deze periode de beste groei hebben geregistreerd, zijn respectievelijk Aruba (273 procent), Colombia (190 procent), Suriname (114 procent), Verenigde Staten (102 procent), Venezuela (32 procent) en Nederland (21 procent).
Bron: Antilliaans Dagblad