26 C
Willemstad
• donderdag 28 maart 2024

Extra | Journaal 26 maart 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Monday, March 25, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 25 maart 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Friday, March 22, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 22 maart 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Thursday, March 21, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...
- Advertisement -spot_img

AD | ‘Zorgen over offshore en gokindustrie’

HomeMediaAD | ‘Zorgen over offshore en gokindustrie’
‘Oneigenlijk gebruik voorkomen’

Willemstad/Den Haag – De Nederlandse minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker (VVD) en staatssecretaris Raymond Knops (CDA) van Koninkrijksrelaties nemen ‘de zorgen over de offshore en gokindustrie’ in de Caribische landen van het Koninkrijk ‘serieus’.

Maar zeggen er gelijk bij dat de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van het aanbod van offshore kansspelen binnen de autonomie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten vallen.

,,Wij zetten ons in om de uitbreiding van illegaal kansspelaanbod vanuit het Caribisch deel van het Koninkrijk in Nederland te voorkomen.” Dit antwoordt Knops mede namens minister Dekker op vragen van Tweede Kamerlid Ronald van Raak van de oppositiepartij SP. Laatstgenoemde had gevraagd naar de verantwoordelijkheid van Nederland voor de offshore en de gokindustrie op Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Staatssecretaris Knops is intussen een bekende op de eilanden. Minister Dekker niet of minder. Dat geldt ook voor zijn ministerschap: Rechtsbescherming. De minister voor Rechtsbescherming is een Nederlandse minister ‘zonder portefeuille’, zoals dat heet, die in 2017 werd ingesteld bij het kabinet-Rutte III. In het eindverslag van de formateur werd de nieuwe ministerspost voor het eerst officieel genoemd.

Terug naar de antwoorden: ,,De landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben hun eigen kansspelwet- en regelgeving. Omdat er geen sprake is van een Koninkrijksaangelegenheid, heeft het Koninkrijk geen bevoegdheden bij de vergunningverlening en -verlenging voor offshore hazardspelen, het toezicht daarop en de handhaving van de Landsverordening offshore hazardspelen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten.”

Waar sprake is van criminele activiteiten is, zo stellen Knops en Dekker, een rol weggelegd voor de Openbaar Ministeries van Aruba en van Curaçao en Sint Maarten. Daarin ondersteunt Nederland de landen ook door middel van het financieren en het leveren van capaciteit voor het Recherche Samenwerkingsteam (RST) en het Team Bestrijding Ondermijning (TBO), die lokale opsporingsbevoegdheid hebben op het gebied van onder andere grensoverschrijdende criminaliteit, fraude, witwassen en ondermijning.

,,Wanneer overlap bestaat tussen de vergunningshouders inzake kansspelen en criminele activiteiten zijn deze instanties bevoegd en geëquipeerd om actie te ondernemen.” De arrestatie op Sint Maarten en uitlevering van gokbaas Francesco Corallo op verzoek van de Italiaanse autoriteiten in het najaar van 2016 ‘is hier een voorbeeld van’, schrijven de bewindslieden in hun antwoord. ,,De kansspelautoriteit zet zich daarnaast in voor een verbetering van de samenwerking met de landen ter voorkoming van illegaal kansspelaanbod vanuit deze landen op de Nederlandse markt.”

‘Oneigenlijk gebruik voorkomen’

Van Raak greep voor zijn vragen terug op uitspraken die voormalig staatssecretaris Willem Vermeend (PvdA) van Financiën had gedaan in 1995, 23 jaar geleden, namelijk dat de offshore destijds (tegenwoordig de internationale financiële dienstverlening, red.) op de Antillen een ‘Koninkrijksbelang’ is.

,,Klopt het dat de ontwikkeling van de eilanden als belastingparadijzen is bevorderd omdat Nederland zoveel belastingverdragen kon sluiten, zoals de heer Vermeend destijds zei?”, wilde de SP-parlementariër weten.

Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn bevoegd om zelfstandig belastingverdragen te onderhandelen, reageren Dekker en Knops. De verdragen worden echter ten behoeve van die landen door het Koninkrijk, als subject van volkenrecht, gesloten. Na parlementaire goedkeuring worden verdragen vervolgens door het Koninkrijk geratificeerd, waarbij wordt aangegeven ten behoeve van welk deel van het Koninkrijk het verdrag geldt. Ook bij de Nederlandse belastingverdragen, die dus slechts voor Nederland gelden, gaat het op dezelfde manier.

,,De andere landen binnen het Koninkrijk kunnen dan ook geen rechten ontlenen aan de Nederlandse belastingverdragen.”

Bovendien heeft Nederland beleid om oneigenlijk gebruik van belastingverdragen te voorkomen. Dit komt tot uiting door de opname van antimisbruikmaatregelen in de Nederlandse belastingverdragen en belastingregelingen die gelden binnen het Koninkrijk. De doelstelling om belastingontwijking te bestrijden wordt onder meer versterkt doordat Nederland zich heeft gecommitteerd aan de uitkomsten van het Beps-project en het multilateraal instrument heeft ondertekend. Beps staat voor Base Erosion and Profit Shifting.

SP-Kamerlid Van Raak had meer vragen: zo wil hij weten of het klopt dat de regels voor offshore hazardspelen zijn opgezet met de hulp van Nederland, op initiatief van de toenmalige vereniging voor offshorebelangen (VOB).

,,Het opstellen en aannemen van een landsverordening geschiedt door de regering en het parlement van Aruba, Curaçao of Sint Maarten. De Landsverordening offshore hazardspelen uit 1993 is oorspronkelijk een landsverordening van de Nederlandse Antillen. Mij is niet bekend of deze regels voor offshore hazardspelen zijn opgezet met de hulp van Nederland, op initiatief van de toenmalige VOB.”

Van Raak krijgt hiermee antwoord op vragen die hij in januari dit jaar stelde. Maar al in september 2016 stelde hij over hieraan gerelateerde zaken ook al vragen; die zijn toen door minister Ronald Plasterk (PvdA) van Koninkrijksrelaties doorgestuurd naar Willemstad.

,,De vragen omtrent dit onderwerp die door uw Kamer in september 2016 zijn gesteld zijn tot tweemaal toe aan de regering van Curaçao doorgeleid. Hiervan is de Kamer ook op de hoogte gesteld. Ik heb hierop nog geen reactie mogen ontvangen en heb er geen zicht op wanneer ik deze tegemoet kan zien. Ik zal de regering van Curaçao nogmaals per brief verzoeken de vragen te beantwoorden, dan wel een indicatie te geven de vragen niet te beantwoorden”, stelt Knops.

Daarnaast zal hij in zijn reguliere contacten met de regering van Curaçao hier aandacht voor vragen, waarop hij de bal terugspeelt: ,,Wellicht is het te overwegen ook via de contacten in het kader van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (Ipko) hier bij de Staten van Curaçao aandacht voor te vragen.”

Bron: Antilliaans Dagblad

Naschrift KKC

1995 01 10 – Amigoe | Staatssecretaris Willem Vermeend offshore is koninkrijksbelang

Antwoorden van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de verantwoordelijkheid van Nederland voor de offshore en de gokindustrie op Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Vraag 1
Klopt de uitspraak van de toenmalige staatssecretaris, de heer Vermeend, in Amigoe van 10 januari 1995 dat offshore op de Antillen een ‘Koninkrijksbelang’ is? https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010644745:mpeg21:p002

Vraag 3
Is offshore op de eilanden nog steeds een Koninkrijksbelang? Zo nee, sinds wanneer is dat dan niet meer het geval? En waar staat dat dan?

Antwoord vraag 1 en 3
De vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van het aanbod van offshore kansspelen vallen binnen de autonome bevoegdheid van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Vóór 10 oktober 2010 betrof dit een autonome aangelegenheid van het land de Nederlandse Antillen.

Vraag 2
Klopt het dat de ontwikkeling van de eilanden als belastingparadijzen is bevorderd omdat Nederland zoveel belastingverdragen kon sluiten, zoals de heer Vermeend destijds zei?

Antwoord vraag 2
Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn bevoegd om zelfstandig belastingverdragen te onderhandelen. De verdragen worden echter ten behoeve van die landen door het Koninkrijk, als subject van volkenrecht, gesloten. Na parlementaire goedkeuring worden verdragen vervolgens door het Koninkrijk geratificeerd, waarbij wordt aangegeven ten behoeve van welk deel van het Koninkrijk het verdrag geldt. Ook bij de Nederlandse belastingverdragen, die dus slechts voor Nederland gelden, gaat het op dezelfde manier. De andere landen binnen het Koninkrijk kunnen dan ook geen rechten ontlenen aan de Nederlandse belastingverdragen. Bovendien heeft Nederland beleid om oneigenlijk gebruik van belastingverdragen te voorkomen. Dit komt tot uiting door de opname van antimisbruikmaatregelen in de Nederlandse belastingverdragen en belastingregelingen die gelden binnen het Koninkrijk. De doelstelling om belastingontwijking te bestrijden wordt onder meer versterkt doordat Nederland zich heeft gecommitteerd aan de uitkomsten van het BEPS-project en het multilateraal instrument heeft ondertekend.

Vraag 4
Bent u bekend met de Landsverordening offshore hazardspelen uit 1993? 2) http://antilliaansdagblad.com/nieuws-menu/curacao/opinie/13682-online-gokken-hoezo-illegaal

Antwoord vraag 4
Ja, met de Landsverordening buitengaatse hazardspelen ben ik bekend.

Vraag 5
Klopt het dat deze regels voor offshore hazardspelen zijn opgezet met de hulp van Nederland, op initiatief van de toenmalige vereniging voor offshore belangen (VOB) onder voorzitterschap van Gregory Elias?

Antwoord vraag 5
Het opstellen en aannemen van een landsverordening geschiedt door de regering en het parlement van Aruba, Curaçao of Sint Maarten. De Landsverordening offshore hazardspelen uit 1993 is oorspronkelijk een landsverordening van de Nederlandse Antillen. Mij is niet bekend of deze regels voor offshore hazardspelen zijn opgezet met de hulp van Nederland, op initiatief van de toenmalige vereniging voor offshore belangen (VOB).

Vraag 6
Waarom heeft de Nederlandse regering het vanaf 1993 tot in ieder geval 2010 niet nodig gevonden dat toezicht werd ingesteld op offshore hazardspelen, ook wel E-gaming genoemd?

Vraag 7
Klopt het dat de Gouverneur offshore gokvergunningen tekende voor trustkantoren, accountants en casinobazen, zonder toezicht in te stellen?

Vraag 8
Klopt het dat de Gouverneur offshore gokvergunningen voor trustkantoren en casinobazen goedkeurde en verlengde zonder toezicht en met gedogen van sublicentiëring?

Vraag 9
Hoeveel offshore gokvergunningen heeft de Gouverneur in de periode vanaf 1993 tot in ieder geval 10 oktober 2010 getekend? Hoeveel zijn dit er gelet op het aantal sublicentiëringen die waren verbonden aan de masterlicenties?

Vraag 10
Klopt het dat vanaf 1993 tot in ieder geval 2010 sprake was van een gedoogbeleid voor sublicentiëring, zonder dat Nederland toezicht uitoefende?

Vraag 11
Binnen welk Nederlands beleid of wettelijk kader paste de genoemde wetgeving voor offshore kansspelen uit 1993?

Vraag 12
Kunt u uitleggen waarom de Nederlandse regering het vanaf 1993 niet nodig vond dat toezicht werd ingesteld op offshore kansspelen/ de E-gamingsector op Aruba, Curaçao en Sint Maarten?

Vraag 13
Kunt u uitleggen waarom de Nederlandse regering vanaf 1993 tot in ieder geval 2010 van mening was dat zij niet verantwoordelijk was voor opsporing en handhaving in de offshore kansspelen/ E-gamingsector? Kunt u uitleggen waarom Nederland het niet nodig vond dat toezicht werd ingesteld op de E-zones van Curaçao en Sint Maarten?

Vraag 14
Hoe heeft de Nederlandse regering vanaf 1993 tot in ieder geval 2010 in afwezigheid van toezicht, opsporing en handhaving op E-gaming en E-zones gewaarborgd dat op de eilanden geen witwassen zou plaatsvinden van crimineel geld en geen andere illegale activiteiten zouden plaatsvinden?

Antwoord vraag 6 t/m 14
De landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben hun eigen kansspelwet- en regelgeving. Omdat er geen sprake is van een Koninkrijksaangelegenheid, heeft het Koninkrijk geen bevoegdheden bij de vergunningverlening en -verlenging voor offshore hazardspelen, het toezicht daarop en de handhaving van de landsverordening offshore hazardspelen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Hoewel de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van het aanbod van offshore kansspelen vallen binnen de autonomie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten nemen de Minister voor Rechtsbescherming en ik de zorgen over de offshore en gokindustrie in Aruba, Curaçao en Sint Maarten serieus. Wij zetten ons in om de uitbreiding van illegaal kansspelaanbod vanuit het Caribisch deel van het Koninkrijk in Nederland te voorkomen.

Waar sprake is van criminele activiteiten is een rol weggelegd voor de Openbaar Ministeries van Aruba en van Curaçao en Sint Maarten. Daarin ondersteunt Nederland de landen ook door middel van het financieren en het leveren van capaciteit voor het Recherche Samenwerkingsteam (RST) en het Team Bestrijding Ondermijning (TBO), die lokale opsporingsbevoegdheid hebben op het gebied van o.a. grensoverschrijdende criminaliteit, fraude, witwassen en ondermijning. Wanneer overlap bestaat tussen de vergunningshouders inzake kansspelen en criminele activiteiten zijn deze instanties bevoegd en geëquipeerd om actie te ondernemen. De arrestatie en uitlevering van gokbaas Francesco Corallo op verzoek van de Italiaanse autoriteiten in het najaar van 2016 is hier een voorbeeld van. De kansspelautoriteit zet zich daarnaast in voor een verbetering van de samenwerking met de landen ter voorkoming van illegaal kansspelaanbod vanuit deze landen op de Nederlandse markt.

Vraag 15
Kunt u aangeven wanneer eindelijk de vragen zullen worden beantwoord die de minister van Koninkrijksrelaties in september 2016 naar Curaçao heeft gestuurd?

Antwoord vraag 15
De vragen omtrent dit onderwerp die door uw Kamer in september 2016 zijn gesteld zijn tot tweemaal toe aan de regering van Curaçao doorgeleid. Hiervan is de Kamer ook op de hoogte gesteld (Kamerstuk 2017Z12390). Ik heb hierop nog geen reactie mogen ontvangen en heb er geen zicht op wanneer ik deze tegemoet kan zien. Ik zal de regering van Curaçao nogmaals per brief verzoeken de vragen te beantwoorden, danwel een indicatie te geven de vragen niet te beantwoorden. Daarnaast zal ik in mijn reguliere contacten met de regering van Curaçao hier aandacht voor vragen. Wellicht is het te overwegen ook via de contacten in het kader van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) hier bij de Staten van Curaçao aandacht voor te vragen.

Bron: TweedeKamer.nl

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties