WILLEMSTAD — Het ‘Strategisch Toerisme Masterplan’ over de jaren 2015-2020, waarvan de uitwerking nog niet definitief is voltooid, is afgelopen vrijdag tijdens de Centrale Commissie-vergadering in de Staten besproken.

Tal van parlementariërs hebben preliminair hun feedback hierop kunnen geven. De minister van Economische Ontwikkeling, Stanley Palm (Pais), gaf dan ook uitvoerig het woord aan expert/trekker van de formulering van het masterplan, Robertico Croes.

Op de presentatie werd veelal positief gereageerd, maar herhaaldelijk werd wel de vraag gesteld ‘welke concrete acties er vanuit de overheid genomen zullen worden door de minister’.

De rode draad in de presentatie van Croes, die als professor aan het Rosen College of Hospitality Management van de University of Central Florida (UCF) is verbonden, was dat in de beleving van de toerist de interactie met de lokale bevolking als doorslaggevend wordt ervaren. De volgende stelling stond ook centraal:

“De Revenue per Available Room (RevPar, inkomsten per beschikbare hotelkamer) moet omhoog kunnen, dit door een heroriëntering op de Amerikaanse markt. Dit aangezien de RevPar door verblijven van toeristen in hotels, een directe impact heeft op de lokale economie, het bruto binnenlands product (bbp). Gezien het feit dat 80 procent van de Amerikaanse toeristen tijdens hun verblijf op het eiland in een hotel vertoeven en slechts 40 procent van de Nederlandse/ Europese – de markt die de meeste bezoekers voor het eiland genereert – voor een hotel kiest, is er geen rek binnen het bestedingspatroon van de laatstgenoemde groep. Deze dient aangevuld te worden door een extra focus op de Verenigde Staten.”

Hotelbezetting omhoog

Croes licht toe dat uit data blijkt dat van het totaal aantal bezoekers, gemiddeld 35 procent uit Nederland komt en dat dit samen met de Venezolaanse bezoekers iets meer dan de helft van het totaal aantal toeristen vormt.

“Dit laat zich vertalen naar het feit dat ongeveer de helft van de bezoekers kiest voor een verblijf in een accommodatie buiten de grote hotels, zoals appartementen, thuisadressen en noem maar op. Aangezien de bezoekers die in hotels verblijven, met de RevPar aan een economische groei bijdragen, menen wij dat het speerpunt van Curaçao een heroriëntering op de VS dient te zijn, ter aanvulling op de bestaande situatie.”

Croes stelt verder dat er op dit moment geen bouw van extra hotelkamers wordt aanbevolen:

“Dit aangezien de gemiddelde hotelbezettingsgraad 68 procent bedraagt. Er is nog extra ruimte, van 32 procent, aan hotelaccommodaties. Analyse wijst uit dat als men dagelijks 600 extra kamers weet te verkopen, dit in twee jaar tijd 250 miljoen gulden aan extra inkomsten zou genereren, 1800 extra arbeidsplaatsen en een algehele groei van 10 procent. Het eerste jaar zou dit een groeipercentage van het bbp, van 1,8 opleveren en in het tweede jaar zou dat 1,9 procent zijn.”

40 miljoen dollar

Hij haalt aan dat toerisme in de afgelopen tien jaar, als enige sector op Curaçao, een stabiele groei heeft gekend en als zodanig een belangrijke economische pilaar is. Zoals eerder door de Amigoe gemeld, bleek uit een analyse van de Caribbean Tourism Organization (CTO), van de toeristische groei van verschillende landen binnen het Caribisch gebied gekeken over een periode van tien jaar vanaf 2004 tot en met 2014, dat Curaçao met een percentage van 102,3 een enorme groei heeft doorgemaakt.

Croes verwijst ondanks deze positieve groei, met het oog op de toekomst, naar de heersende onduidelijkheid voor het jaar 2019. Dit met betrekking tot de gesteldheid van de ‘financiële sector en de afloop van het contract met PdVSA’ inzake de raffinaderij.

“Deze factoren dragen er toe bij dat een aantal zaken op voorhand geïmplementeerd dienen te worden om voor de komende tien tot vijftien jaar een gedegen basis voor de toeristische sector te creëren. Ondanks de stabiele groei is de sector nog niet verzekerd van een duurzame financieringstroom. Het voorstel is dan ook om 40 miljoen dollar voor een periode van vijf jaar uit te trekken – 8 miljoen dollar per jaar – om tot een solide basis te komen. Een groot gedeelte van dit bedrag zou dan in ‘re-branding’ op de Amerikaanse markt gestoken moeten worden, dit simpelweg om de naamsbekendheid van Curaçao als bestemming in de VS te vergroten. Zo zijn er nog veel Amerikanen die nog niet van Curaçao hebben gehoord”,

aldus Croes. Het voorstel van Croes is om de investering van 40 miljoen dollar te bekostigen vanuit de jaarlijkse ‘roomtax’ inkomsten, die bijvoorbeeld vorig jaar 12,1 miljoen gulden bedroeg.

“Deze roomtax-inkomsten worden nog niet optimaal geïnd, het gebeurt vooralsnog niet streng genoeg. Maar naar ik begrijp is de regering daar wel mee bezig.”

Airlift

De investering in extra marketinginspanningen in de VS, dienen uiteindelijk een airlift-toename naar het eiland te bewerkstelligen.

“Ik ben nog in afwachting van de uiteindelijke data, maar om aan het voornoemde model te kunnen voldoen, om de benodigde extra toestroom aan bezoekers uit de VS te genereren, zou er sprake moeten zijn van tien extra vluchten per week uit Amerika. Met een sterke marketingaanwezigheid in dat land is dit niet een al te grote uitdaging en moet dit zeker haalbaar zijn.

Alleen al door de invoer van de JetBlue-vluchten is er in het eerste kwartaal, vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, een flinke stijging in het aantal VS-bezoekers waargenomen”,

aldus Croes die naar de CTB-cijfers verwijst. In de eerste drie maanden van dit jaar is een algehele toename van 13 procent in aankomsten geregistreerd, in vergelijking met de eerste drie maanden van 2014. Uit deze data bleek verder dat vanuit de Noord-Amerikaanse markt, een groei van 21 procent is geregistreerd met in totaal 24.697 bezoekers.

Toerismefonds

Croes pleit verder voor de instelling van een toerismefonds.

“Aangezien de inkomsten die door de toeristische sector worden gegenereerd, niet alleen doorsijpelen naar de directe belanghebbenden zoals de overheid, de hotelsector, touroperators et cetera, maar uiteindelijk ook bijdragen aan een algehele economische groei, zouden bankinstellingen, utiliteitsbedrijven en andere private instellingen betrokken dienen te worden in de algehele investering.”

Hij stelt dan ook dat ‘er zat geld is op Curaçao’. “Wat uit de vele interviews is gebleken, is dat er te weinig interessante investeringsprojecten voorhanden zijn. Men houdt de hand op de knip omdat men vaak riskante projecten voorbij ziet komen.

Het principe is simpel, als iedereen in de groei van het toerisme investeert – waarbij sprake is van een integratie van de publieke en private sector in een gezamenlijk toerismefonds – en men een zekere ‘financieringstroom’ creëert, wordt er meer animo gekweekt voor de ‘zekere’ toeristische projecten”, aldus Croes.

Hij meent dat een dergelijk fonds niet alleen door de overheid gerund zou moeten worden.

“Juist door de private sector te betrekken, die immers voor een toename in werkgelegenheid zorgt, waarbij ook jonge entrepreneurs aan bod komen, kan een dergelijk fonds een duurzame oplossing bieden en als enorme stimulans dienen voor de nodige verdere groei van de toeristische sector.”

Bron: Amigoe