door Jomaira v/d Meulen-Angela

WILLEMSTAD — De behandeling van het beroep dat Statenlid Amerigo Thodé (MFK) heeft ingediend tegen het vonnis in de zaak Mantel, werd vandaag door het hof verdaagd tot 20 april.

Het hof zal dan bekendmaken of enkele Pais-leden en de voorzitter van het College financieel toezicht (Cft), Age Bakker, op verzoek van de verdediging als getuigen gehoord moeten worden in deze zaak.

Het gaat hier om dezelfde personen waartegen afgelopen januari aangifte is gedaan, ook voor schending van ambtsgeheim, namelijk Bakker, Hensley Koeiman (MAN) en Pais-leden Alex Rosaria (leider), Alison Manuel (medewerker) en Marcolino ‘Mike’ Franco (Statenvoorzitter).

Advocaat Chester Peterson diende namens de politieke partij MFK op 18 januari een aangifte in bij het OM tegen de genoemde personen. MFK eist van het OM om ook deze personen strafrechtelijk te vervolgen voor schending van ambtsgeheim, aangezien zij dezelfde strafbare feiten hebben begaan als Thodé. Sterker nog, dit staat ook op de opnames die het OM heeft gebruikt om te bewijzen dat Thodé tijdens een interview geheime gegevens van de besloten Cft-vergadering met de vaste commissie van de Staten heeft gelekt, aldus de verdediging. Daarop is kennelijk ook Koeiman te horen over dezelfde vergadering en ook hij heeft dus gegevens gelekt. Hiermee benadrukt de verdediging dat, anders dan wat officier Clarelli Hato-Willems in eerste aanleg beweerde en wat advocaat-generaal Leomar Angela vandaag herhaalde, het OM wel degelijk op de hoogte was van deze gevallen, maar toch niet is overgegaan tot vervolging van die personen. De verdediging heeft naast genoemde opname ook andere bijlagen ingediend die moeten bewijzen dat de genoemde personen, net als Thodé, ook hun ambtsgeheim hebben geschonden. “De zaken liggen dus daar voor het oprapen”, aldus Peterson.

Het doel van het horen van deze getuigen, is het vaststellen dat er hier sprake was van een besloten vergadering en om duidelijkheid te krijgen over wat er in de vergadering is gebeurd, legde Peterson uit naar aanleiding van vragen van het hof.

De raadsman benadrukte steeds dat het OM misbruik heeft gemaakt van artikel 207 van het Wetboek van Strafvordering door alleen Thodé te vervolgen en dat hij voldoende heeft gemotiveerd, ook in eerste aanleg, dat er sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel. De rechter in eerste aanleg liet zich echter leiden door het civiele bewijsrecht, aldus Peterson. Volgens hem is er voldoende grond voor vernietiging van dit vonnis door het hof.

Volgens Angela ligt de focus van het betoog van de verdediging op het schenden van het gelijkheidsbeginsel, terwijl zij zich tegen de feiten moeten verweren. Hij haalde tevens de bevoegdheid van het OM aan om te vervolgen, na een onderzoek. “Dat heeft het OM enkel en alleen gedaan naar aanleiding van de beschikbare informatie. Informatie over wat Peterson naar voren brengt, had het OM eerder niet.” Dat anderen niet zijn vervolgd kan volgens de AG geen reden zijn om Thodé niet te vervolgen.

Angela verzocht het hof om het getuigenverzoek af te wijzen. Hij ziet geen reden om de getuigen te horen over de beslissing van het OM om te vervolgen, noch over wat er tijdens de besloten vergadering werd besproken. “De getuigen kunnen helemaal niets zeggen over het lekken door Thodé en als het gaat over nadere toelichting van de beslissing van het OM om ‘alleen’ Thodé te vervolgen.”

De AG kon verder niet veel zeggen op de vraag van de rechter over de status van de eerder ingediende aangifte tegen de bovengenoemde personen. “Er is nog geen witte rook.” Hij heeft begrepen van de hoofdofficier van Justitie, Heiko de Jong, dat hierover nog geen beslissing is genomen. Verder haalde hij een arrest van de Hoge Raad aan om aan te geven dat het niet vervolgen van gelijke zaken niet vanzelfsprekend leidt tot niet-ontvankelijk verklaren van het OM.

Ook Thodé kreeg de kans het woord te voeren. Hij benadrukte net als zijn advocaten, dat er hier sprake is van willekeurige vervolging door het OM. Zo werd hij vrijwel direct en vóór een degelijk onderzoek plaatsvond als verdachte aangemerkt nadat er een aangifte was ingediend tegen hem, terwijl er niets wordt gedaan tegen de anderen.

Bron: Amigoe