WILLEMSTAD — Politieagent Jefferson Alberto (45, uit Bonaire) van wijkteam Otrobanda is vanochtend veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van zes maanden, een werkstraf van 240 dagen te vervangen door 120 dagen en drie jaar proeftijd.
Het is bewezen dat hij Stanley Coffy (22) op 10 oktober vorig jaar in een cel van politiebureau Otrobanda, heeft mishandeld. De agent moet aan hem een schadevergoeding van 1000 gulden betalen. Alberto stond ook terecht voor de (poging tot) zware mishandeling van Coffy op 27 september 2015 in de wijk Panamá, en voor het aanwenden van onbevoegd gezag op 10 oktober. Dit is echter niet bewezen. Zijn collega Tyson Castillo (31) werd vrijgesproken voor het cel-incident.
Alberto verzocht assistentie van zijn collega’s, omdat Coffy hem op 10 oktober had achtervolgd en bedreigd. Het Openbaar Ministerie (OM) achtte dit niet waar, en beschouwde de aanhouding als onrechtmatig.
Rechter Marije van den Enden gelooft echter dat Alberto werd bedreigd, dus is hij vrijgesproken van het aanwenden van onbevoegd gezag. Verder is ook niet bewezen dat agent Castillo Coffy in de politiecel heeft mishandeld. Het belangrijkste bewijs in deze zaak was de verklaring van Coffy. Volgens hem kwam Castillo op die bewuste dag samen met Alberto naar zijn cel. Zonder dat hij daar aanleiding toe gaf, werd hij meteen door Castillo geslagen. Hij kreeg verschillende klappen met de vlakke hand in het gezicht. Hierna sloeg en stompte Alberto hem verschillende keren met zijn vuisten in het gezicht. Hij hurkte neer op de wc-pot om zich te beschermen tegen Alberto, maar die bleef hem slaan.
Castillo erkende aanwezig te zijn geweest in de cel, maar ontkent stellig dat hij geweld heeft gebruikt. Castillo verklaarde wel dat Alberto het slachtoffer twee keer met de vuist heeft geslagen, maar dat was volgens Castillo nodig om het verzet van Coffy tegen zijn fouillering te breken.
Het onderzoek ter zitting heeft geen steunbewijs opgeleverd voor de verklaring van Coffy dat Castillo hem geslagen heeft, dus kan dit niet worden bewezen. Wel is bewezen dat Alberto dat heeft gedaan, maar er is geen sprake van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met Alberto, aldus de rechter. Het dossier biedt ook geen verdere aanknopingspunten, dat zij samen een plan hadden gemaakt om naar de cel van Coffy te gaan.
“Toen Coffy werd mishandeld door Alberto, is Castillo blijven kijken en heeft hij niet ingegrepen. Kortom, Castillo is passief gebleven. Die passieve houding heeft niet bijgedragen aan het plegen van het delict. Die houding mag dan moreel laakbaar zijn, in juridische zin levert zij geen medeplegen op.”
Het is niet duidelijk waarom de man, nadat hij zich al in een politiecel bevond, gefouilleerd moest worden. De rechter gelooft dit verhaal ook niet en acht – anders dan in het geval van Castillo – wel bewezen dat Alberto hem heeft mishandeld.
“Het is ongeloofwaardig dat een ervaren politieman zoiets onverstandigs zou doen, als het fouilleren van de persoon die een week eerder aangifte van mishandeling tegen hem deed en met wie hij ook die dag een stevige aanvaring heeft gehad.”
Panamá-incident
Alberto werd wel vrijgesproken van het incident in de wijk Panamá in september. Het betreft de mishandeling van Coffy tijdens zijn aanhouding op verdenking van diefstal van fietsonderdelen. Coffy deed aangifte en er dook ook een video-opname hiervan op Facebook op. Volgens Coffy sloeg Alberto hem met zijn vlakke hand in het gezicht. Daarna trok Alberto zijn wapenstok en sloeg hij hem daarmee in het gezicht en tegen het hoofd. Daarna werd hij naar de grond geduwd, terwijl de collega van Alberto één van zijn knieën op zijn borst had gezet en Alberto zich tussen zijn benen bevond. Hij werd vervolgens door Alberto met het uiteinde van de wapenstok meerdere malen in zijn gezicht geslagen. Hierna trok hij zijn traangas en sloeg hem daarmee verschillende malen in het gezicht.
Vervolgens sloeg Alberto hem met zijn handboeien op zijn rechteroog en nadat hij al geboeid op de grond lag, werd hij opnieuw met de wapenstok geslagen. Alberto geeft zelf een volstrekt ander beeld van de situatie. Volgens hem kwam Coffy op hem af en duwde op intimiderende wijze een vinger in zijn gezicht. Hij duwde Coffy naar achteren, waarop Coffy een gevechtshouding aannam. Om die aanval af te weren heeft Alberto hem met zijn wapenstok enkele keren geslagen ter hoogte van diens handen en schouders en Coffy werd hierbij ook in het gezicht geraakt.
Hij ontkent Coffy op de grond te hebben geslagen, ook niet met de wapenstok. Hij heeft Coffy enkel vastgehouden zodat zijn collega hem kon boeien. Coffy’s verklaring wordt ondersteund door twee getuigen, vrienden van hem. De verklaring van Alberto wordt ondersteund door zijn collega en de getuige A., die assistentie van de politie had aangevraagd.
Uit het rapport van het Team Forensische Opsporing blijkt dat Coffy een opgezwollen rechteroog met hematoom rond het oog had opgelopen, alsmede een hematoom aan zijn rechterslaap, één aan zijn rechterschouder en een schaafwond aan zijn linker elleboog. Uit het rapport van de forensisch patholoog blijkt, dat er sprake was van toegebrachte verwondingen. De kracht was sterk genoeg om een ernstige verwonding te induceren zodat een toevallige aanraking onwaarschijnlijk lijkt.
Er is echter niet wettig en overtuigend bewezen dat Alberto de opzet heeft gehad om Coffy zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Gelet hierop en het feit dat ook niet vast is komen te staan dat de geweldstoepassing onnodig en disproportioneel was, moet Alberto volgens de rechter worden vrijgesproken van dat feit. Het OM zal waarschijnlijk in beroep gaan, een beslissing is nog niet genomen.
Bron: Amigoe