WILLEMSTAD — Opleidingsinstituut Feffik gaat 132 jongeren opleiden om te gaan werken bij de Curaçaose dokmaatschappij (CDM). Daarover is gisteren een akkoord gesloten tussen de partijen. Naast CDM en Feffik zijn de ministeries van Soaw, Onderwijs en EO bij dit project betrokken.

De jongeren volgen eerst een basistraject en treden daarna in dienst van de dokmaatschappij.

De jongeren die meedoen aan het opleidingstraject zijn geselecteerd uit ruim 600 jongeren die zich pas hebben aangemeld bij Feffik. Oorspronkelijk waren het er vijf meer, maar die zijn uitgevallen omdat ze positief reageerden bij een drugs- en alcoholcontrole.

De overeenkomst die gisteren is gesloten, gaat over een opleidingstraject voor onder anderen lassers, zandstralers en spuiters. De jongeren die meedoen krijgen eerst bij Feffik een basisopleiding. Ze moeten dan bewijzen dat ze de discipline kunnen opbrengen om bij het scheepsreparatiebedrijf te kunnen werken. Dit voortraject duurt enkele maanden, afhankelijk van de richting.

Eenmaal klaar bij Feffik kunnen de jongeren verder bij de dokmaatschappij. Getmar Caldera, de directeur van CDM Holding waar de dokmaatschappij onder valt, vertelde dat dit is opgezet om nieuw leven te blazen in de maritieme school van de dokmaatschappij. Een opleidingsinstituut is al vanaf 2012 in hun masterplan opgenomen. Voor die school zoeken ze nog naar een geschikt gebouw.

Volgens Emely Solomon, bestuursvoorzitter van Feffik, is de ondertekening van het akkoord een stap in de richting om meer lokaal opgeleide werknemers af te leveren bij grote bedrijven. “Nu hoor je constant dat er geen vaklui te vinden zijn op Curaçao en dat er daarom mensen van buiten gehaald moeten worden. Dit akkoord is juist bedoeld om dat tegen te gaan en te bewijzen dat we hier wel vaklui hebben.”

Eerder dit jaar is Feffik al in samenwerking met de dokmaatschappij met een pilot-programma begonnen. Acht jongeren zijn in een traject geplaatst waarin ze leerden hoe ze schepen moeten spuiten en zandstralen. Ook enkele lassers worden in de Dok/Feffik-constructie klaargestoomd om bij het scheepsonderhoudbedrijf te gaan werken. Dat traject is niet zonder incidenten verlopen.

“Als je hiermee begint dan moet je geen kinderen hebben. De vergoeding die je krijgt is minder dan een uitkering (onderstand). Sommige jongeren die deelnemen, dachten dat ze meteen bij de dokmaatschappij een salaris zouden krijgen”, aldus interim-directeur van Feffik Ludwig Alberto. Hij moest steeds aan de jongeren uitleggen dat ze nu nog in een opleidingstraject zitten en daarom geen slaris krijgen.

In mei is de onenigheid met de groep jongeren enorm geëscaleerd. De jongeren waren boos dat de hun beloofde vergoeding van 800 gulden per maand niet werd overgemaakt. Ze hebben daarom het werk enige tijd neergelegd. Dat berustte op een misverstand, zegt een woordvoerder van de dokmaatschappij nu. Inmiddels is iedereen weer op één lijn en doen de jongeren gewoon meer mee. Ze krijgen nu om de twee weken 200 gulden. Dat is voor het werk dat zij vijf dagen per week verrichten.

De jongeren die in september aan het opleidingstraject beginnen, krijgen dezelfde financiële regeling. Ze doorlopen drie voortrajecten. Eerst de opleiding bij Feffik, die zij met een internationaal erkend examen moeten afsluiten. Daarna gaan ze naar de basisopleiding bij de dokmaatschappij. Als ze daarmee klaar zijn, gaan ze daar op stage. Als ze dat ook met succes afronden, treden ze in dienst bij de dokmaatschappij. Door die baangarantie aan het eind van het traject denken ze bij Feffik en CDM dat het aantrekkelijk is voor de jongeren om voor de opleiding te kiezen.

Ludwig Alberto van Feffik is er trots op dat het zover is gekomen dat alle partijen samenwerken. In het verleden zag hij dat jongeren die dreigden uit te vallen makkelijk terechtkwamen in een ander traject van een ander ministerie. Door de samenwerking tussen de verschillende departementen is die uitvalsweg nu afgesloten. Hierdoor moeten de jongeren wel blijven meedoen.

Bij de ondertekening van de overeenkomst maakte minister van Economische Ontwikkeling Stanley Palm (Pais) bekend dat hij, nu die baangarantie komt, verwacht dat de interesse voor de dokmaatschappij gaat groeien. Hij verwacht dat het scheepstransport vanuit Azië richting het Caribisch gebied zal groeien als straks het Panamakanaal verbreed is en er in Nicaragua ook een kanaal komt.

Bron: Amigoe