door Jomaira v/d Meulen-Angela

WILLEMSTAD — Het onderzoek ‘Bientu’ is niet gestart naar aanleiding van een verdenking van overtredingen van de Loterijwetgeving door Robertico ‘Robbie’ Dos Santos. Dat daar uiteindelijk wel onderzoek naar is gedaan, is een optelsom van een aantal andere factoren.

Het OM haalt hierbij aan: de tijdens de huiszoekingen hier en in St. Maarten gevonden valse loterijbriefjes, contant geld en de afschriften van tot dan toe onbekende beleggingsrekeningen bij de UBS bank in Miami, met een saldo van (naar het toen leek) ongeveer 47 miljoen dollar. Dat benadrukte het OM vandaag als reactie op de preliminaire verweren van Dos Santos’ advocaten Eldon ‘Peppie’ Sulvaran en Roel Kerckhoffs.

De verdediging heeft lange tijd ten onrechte gesteld dat de Loterijverordening aan het vermoeden van witwassen ten grondslag lag in verzoeken van het OM aan de rechter, aldus officieren van justitie Jasper Mul en Henk van der Werf. Dat kon ook lang worden gehandhaafd omdat het OM vanwege het opsporingsbelang processtukken moest onthouden. “Maar inmiddels moet uit het procesdossier gebleken zijn dat die stelling op drijfzand berust. In geen enkele aanvraag komt de term Loterijverordening of ‘illegale loterijen’ voor.”

Het onderzoek is gestart naar aanleiding van MOT-meldingen in 2008 aan St. Maarten. Omdat er daar geen toereikende financiële recherchecapaciteit was, is het in 2010 aan het RST hier overgedragen. Uitgangspunt van het onderzoek Bientu was en is nog steeds, het ontbreken van een verklaring voor de legale herkomst van ongeveer 85 miljoen gulden, verspreid over tientallen bankrekeningen op naam van Dos Santos en/of zijn bedrijven en op naam van meerdere rechtspersonen op St. Maarten, Curaçao en de Verenigde Staten, en in beslag genomen contante geldbedragen.

Uit het onderzoek blijkt dat die inkomsten niet uit de vergunde, legale loterijen van Robbie’s Lottery kunnen komen. Althans dat over die op St. Maarten afgeroomde inkomsten (15 procent van de omzet) geen omzet-, geen winst- en ook geen inkomstenbelasting is betaald. Daarnaast zijn door Dos Santos over de opbrengsten van de illegale loterijen op Curaçao – die in zijn geheel buiten de boeken zijn gehouden – geen vergunningsrechten, maar ook geen belastingen afgedragen. Daarnaast beschikt hij nog over diverse percelen en opstallen in beide landen. Volgens een voorzichtige schatting, zo’n 100 miljoen aan onverklaarbaar vermogen, waarvoor het OM een ontnemingsvordering zal aankondigen.

Het OM benadrukt dat het niet om de legale loterijen is te doen. “Wel is het ons te doen om de stelselmatige valsheid in geschrift in de doordrukken van de loten en in de boekhouding, om de gigantische belastingontduiking en om de valse inkeer en alles wat daarmee samenhangt. En om het witwassen van het enorme geldbedrag dat in beslag is genomen, en om het aangetroffen vuurwapen en de criminele organisatie. Daar gaat de strafzaak ‘Bientu’ werkelijk om.”

Tevens wordt de verdediging kwalijk genomen dat het OM en de opsporingsambtenaren weggezet worden als instituties die met leugenachtige middelen de rechter, de verdediging en het buitenland hebben misleid. “Dat beeld behoefde ernstige bijstelling, omdat die verweren uitgingen van een aantal feitelijke onjuistheden.”

Ontvankelijkheid

Verder moet het verweer dat het OM niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, onder meer vanwege de vrijwillig verbeterde aangifte (de inkeer), worden verworpen. “Er is geen sprake van schending van wettelijke voorschriften en het verweer vindt materieel gezien weerlegging in het feit dat niet alsnog een juiste of volledige aangifte is gedaan, noch dat door de verdachte tijdig is ingekeerd.”

Voor wat de bevoegdheid van het Gerecht betreft, haalt het OM de ‘consensus-Rijkswet OM’ aan: “Voor feiten begaan na 10-10-‘10 heeft de hoofdofficier van justitie in St. Maarten de officier in Curaçao gevraagd het onderzoek met betrekking tot strafbare feiten gepleegd in St. Maarten te willen leiden en ter zake de vervolgingsbeslissingen te willen nemen. De facto heeft de hoofdofficier derhalve de vervolging overgedragen aan zijn ambtgenoot in Curaçao.”

Bron: Amigoe