DEN HAAG — Het debat over de begroting van Koninkrijksrelaties zal vanmiddag vooral het karakter hebben van een evaluatie. Met de Tweede Kamerverkiezingen in aantocht hebben langetermijnplannen van de huidige coalitie immers weinig zin.
De belangrijkste conclusie van D66-Tweede Kamerlid Alexander Pechtold is dat er veel ruimte is voor verbetering.
“Er is de afgelopen jaren veel gesproken over incidenten en vervelende dingen, maar er is nog nooit eerder vanuit Nederland zo weinig interesse geweest in wat er daadwerkelijk gebeurt in het Caribisch deel van het Koninkrijk”,
zegt hij. D66 heeft wel die interesse wel, zegt hij, ook verwijzend naar de betrokkenheid van oud- Tweede Kamerlid Wassila Hachchi. Dat hij zelf niet bij elk overleg van de Commissie Koninkrijksrelaties aanwezig is, wil niet zeggen dat hij de ontwikkelingen niet volgt, aldus Pechtold.
Volgens D66 verwijst minister Ronald Plasterk te gemakkelijk en te vaak naar de autonome bevoegdheden van de eilanden, bijvoorbeeld met betrekking tot de overlast die de Isla-raffinaderij op Curaçao veroorzaakt.
“Zoek het zelf maar uit, lijkt de boodschap.”
Diezelfde houding bespeurt hij ook met betrekking tot de deal met Citgo op Aruba, waar hij ook persoonlijk met premier Mike Eman over heeft gesproken.
“Ik begrijp heel goed dat de eilanden geen mono-economie willen, waarin ze alleen afhankelijk zijn van toerisme. Zeg dan maar eens nee tegen zo’n kans. Maar als Tweede Kamerlid mag ik er ook van boven naar kijken en dan zie ik Venezuela, een volstrekt instabiel land. De PdVSA maakt er bovendien ook op Curaçao al zo’n potje van. Het is een democratisch besluit, maar ik maak me zorgen dat het zo snel is genomen.”
Pechtold blijft met vragen zitten over de mate waarin Nederland betrokken was in dit proces, ook na een verklaring van Plasterk dat er geen Nederlandse toestemming nodig was of gevraagd is, wederom verwijzend naar de autonomie van de landen.
“Natuurlijk zijn we gelijkwaardige landen, maar dat betekent niet dat we gelijke mogelijkheden hebben. Ook hier is er weer sprake van een soort desinteresse. Op afstand houden, zodat je achteraf kunt zeggen dat je er niets mee te maken hebt.”
Het D66-Kamerlid erkent dat de landen eerst zelf om ondersteuning moeten vragen, maar juist door de desinteresse vanuit Nederland zijn de landen terughoudend.
“Men kent Nederland vanuit andere situaties. Neem bijvoorbeeld de geschillenregeling. Het is niet erg dat dit na de ontmanteling van de Nederlandse Antillen niet meteen in orde was. Nederland is ook voortdurend in ontwikkeling. Maar hoe lang moet het nog duren? Er moet een knoop worden doorgehakt, waarbij alle partijen moeten aanvaarden dat het niet helemaal is wat ze wilden, maar wel het best haalbare.”
Pechtold verwacht dat de verhoudingen ook zullen verbeteren als Nederland, bijvoorbeeld op Bonaire, St. Eustatius en Saba, stappen zet voor het verbeteren van de levensstandaard of rekening houdt met onderhoudskosten die volgen op investeringen. Curaçao, Aruba en St. Maarten kunnen economisch meer ondersteund worden, bijvoorbeeld met bemiddeling, ondersteuning of garanties van Nederland bij grote investeringen, maar ook aandacht voor kleine buurtprojecten of initiatieven.
“Dat soort kleine stappen zorgen vaak voor grote verbeteringen. Dat werkt beter dan bijvoorbeeld zo’n Bosmanwet.”
Bron: Amigoe