WILLEMSTAD — De Raad van Ministers heeft gistermiddag, in een bijzondere vergadering, besloten om persoon met de Nederlandse nationaliteit toegang tot Curaçao te weigeren in verband met het risico op ebola.
Tijdens de openbare vergadering benadrukte minister Ben Whiteman van Gezondheid (PS) vanochtend dat de desbetreffende persoon geen ebola heeft. De Nederlander, die in de Verenigde Staten woont, wordt momenteel in de VS gedurende een periode van 21 dagen gemonitord op mogelijke ebola-infectie door de autoriteiten. Vanwege de ernst van de infectieziekte ebola besloot de ministerraad het protocol na te leven.
Tijdens de vergadering kreeg de Raad van Ministers een briefing van Lesley Fer, directeur van de directie Risicobeheersing en Rampenbeleid, en epidemioloog Izzy Gerstenbluth over degene die naar Curaçao af wilde reizen. “Wij hebben de ministers geïnformeerd over procedures die in het handboek ebola staan. Daarnaast hebben we juridische, medische en technische argumenten besproken. Op basis daarvan hebben zij de beslissing genomen om de persoon in kwestie vooralsnog de toegang tot Curaçao te weigeren”, zegt Fer, die tevens leider van de ebola-taskforce is. “De regering wil geen enkel risico nemen op het gebied van ebola en daarom is het veiliger om de persoon niet naar Curaçao te laten komen. Het besluit is gewoon in het belang van de veiligheid van het eiland genomen.”
Fer wil verder niets kwijt over de situatie van de persoon in kwestie, de reden van de monitoring en de aanleiding om naar Curaçao af te reizen. Wanneer de 21 dagen om zijn, zal de persoon in principe weer vrij zijn om naar Curaçao af te reizen.
De ministerraad besloot tevens dat Gerstenbluth in overleg met de autoriteiten in de VS en het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) zorg zal dragen dat deze beslissing wordt geparticipeerd aan de betrokken persoon.
Zowel Gerstenbluth als minister Whiteman tijdens de openbare vergadering, bevestigt dat de speciale ‘ebola-pakken’ binnen zijn. “We hebben nu voldoende materiaal binnen, conform de afspraak met Nederland, om een patiënt minimaal drie dagen op te nemen, voordat hij of zij naar Nederland gevlogen wordt voor verdere behandeling”, verklaart Gerstenbluth. Daarnaast heeft er op 6 januari een ebola-training plaatsgevonden, waarbij personen uit verschillende organisaties zijn opgeleid om de training over te dragen op collega’s. Verder wordt er nog altijd gewerkt aan een isolatieplek voor de eerste opvang in of rondom het ziekenhuis en bij de luchthaven.
Bron: Amigoe