ORANJESTAD — Aruba, Curaçao en Bonaire bereiden zich al maanden, samen met de Nederlandse regering, voor op een situatie waarbij een grote groep personen in één keer vanuit de regio naar de eilanden komt.
Er is echter geen enkele indicatie dat die massale beweging gaande is. Onrust in de samenleving of een gevoel van onveiligheid is dan ook niet nodig. Dat zegt minister-president Mike Eman.
De premier reageert daarmee op berichtgeving in de media over twee locaties die zijn aangewezen als noodopvang voor vluchtelingen uit Venezuela. Ook Amigoe berichtte daar donderdag over, namelijk dat de sporthal in Santa Cruz en een braakliggend terrein in Dakota door het Rampenbureau zijn aangewezen.
Eman legt uit dat Aruba, Curaçao en Bonaire een commissie hebben gevormd die de ontwikkelingen in de regio in de gaten houdt. Die commissie bestaat uit verschillende ‘partners’, die samenwerken met de overheid of zijn gevraagd om mee te denken. De premier benadrukt echter dat er op dit moment geen enkele indicatie is dat er een massale beweging vanuit welk deel van de regio dan ook richting Aruba of de andere twee eilanden komt.
Hulp bieden
De berichtgeving over de opvanglocaties moet vooral worden gezien als een voorbereiding. De samenleving, aldus de premier, moet haar verantwoordelijkheid nemen en hulp bieden als een situatie zich voordoet die daarom vraagt. De Arubaanse regering is verantwoordelijk om voorzorgsmaatregelen te nemen. Het kan zijn, zegt de premier, dat bepaalde instanties trainingen of oefeningen gaan doen en dat zou weer tot discussie kunnen leiden in de samenleving. Maar op dit moment is daar geen sprake van.
Het feit dat nu in de publiciteit is gekomen dat Aruba twee opvanglocaties heeft, wil volgens de premier niets meer of minder zeggen dan dat Aruba de verantwoordelijkheid neemt en voorbereid wil zijn. Want als zich een situatie voordoet en de overheid is er niet klaar voor, dan zal de vraag worden gesteld waarom Aruba zich niet heeft voorbereid.
Bron: Amigoe