DEN HAAG — Het blijft lastig om overeenstemming te bereiken over een geschillenregeling voor het Koninkrijk. De Nederlandse regering heeft op dit punt toch een heel andere visie dan Curaçao, Aruba en St. Maarten, zei minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties donderdag.
De Tweede Kamer is teleurgesteld dat er tijdens de Koninkrijksconferentie op Curaçao eigenlijk geen concrete beslissingen genomen zijn over de geschillenregeling. “Dit is een onwenselijke gang van zaken”, zei PvdA-Tweede Kamerlid Roelof van Laar. Die teleurstelling is des te groter omdat parlementaire delegaties van de vier landen elkaar wel vonden op dit punt en tijdens het Interparlementair Koninkrijksoverleg (Ipko) met een gezamenlijk voorstel kwamen. De vier regeringen leken dat compromis echter twee weken later geheel terzijde te schuiven.
Plasterk erkende dat er tijdens het Ipko veel voorwerk is gedaan, maar dat er toch nog veel haken en ogen aan de geschillenregeling zitten. Tijdens het Ipko werd voorgesteld om alleen juridische geschillen voor te leggen aan een geschilleninstituut, maar dat is in de praktijk moeilijk uitvoerbaar, aldus de minister. “Elk geschil is terug te leiden tot een wet, maar er is altijd een volle beoordeling nodig, inclusief alle politiek-bestuurlijke aspecten. De Nederlandse regering wil dat niet uit handen geven van de Rijksministerraad”, aldus de minister. Bij het geschil over de aanwijzing voor Aruba zou bijvoorbeeld ook beoordeeld moeten worden of er zuiver sprake was van begrotingsproblemen of van ondeugdelijk bestuur.
Ook is er nog geen overeenstemming over het instituut dat de geschillen gaat beslechten. Tijdens het Ipko werden de Hoge Raad, de Raad van State of een nieuw instituut geopperd. De Nederlandse regering wil echter geen nieuw instituut in het leven roepen en voelt niets voor de Hoge Raad, terwijl Curaçao, Aruba en St. Maarten hun twijfels hebben over de Raad van State.
Om die reden is er ook onvoldoende steun voor een tijdelijke oplossing die door Plasterk werd voorgesteld. De minister opperde de mogelijkheid om bij een geschil de vergadering van de Rijksministerraad te schorsen en een dispuut dan voor te leggen aan de Raad van State. Naast het bezwaar dat de drie Caribische landen tegen de Raad van State hebben, twijfelen ze ook of de Rijksministerraad adviezen van de Raad van State wel op zal volgen en vrezen ze dat er door een tijdelijke oplossing minder druk is om tot een permanente geschillenregeling te komen.
Bron: Amigoe
Hier is geen oplossing voor.
De nederlandse regering weet uit ervaring dat er veel mis gaat met de besturen van de diverse”landen” . Derhalve hebben ze weinig vertrouwen in een geschillencommissie waarvan de beslissingen getorpedeerd kunnen worden door de diverse eilandsregeringen.
Daarentegen hebben de diverse eilandsregeringen geen enkel vertrouwen in een commissie waarvan de nederlandse regering een eindstem heeft. Zeker gezien het feit dat er nog wel eens wat misgaat met de beslissingen van deze regeringen. Denk aan minister Dick met haar tweeledige diploma’s in het onderwijs, in het verleden minister Wilsoe die op eigen houtje een brief naar Hillary Clinton stuurde om het beslag op de rekeningen van Dos Santos op te heffen en zo kunnen we nog vele boeken volschrijven.
Naar mijn mening zou het het beste zijn om een onafhankelijk instituut op te richten waarin mensen van buiten nederland en de eilanden zitting nemen. Deze personen dienen geen enkele relatie te hebben met nederland of een van de eilanden. Deze kunnen dan adviseren in een conflict.
Adagio: Wie betaalt , bepaalt.