door onze verslaggever Bobby Spier

ORANJESTAD — John Zara, de advocaat van bootcampbegeleider Gilbert Webb, overweegt om naar het gerecht te stappen met het verzoek om het heropvoedingskamp te laten heropenen. Volgens Justitie-minister Arthur Dowers is dit, ondanks de misstanden die aan het licht kwamen, niet nodig.

“Als Webb weer een bootcamp wil openen op een andere plek, dan mag dat. Daar kunnen wij weinig tegen doen.”

Justitie-minister Arthur Dowers stelt dat hij veel kritiek over zich heen heeft gekregen, nadat Heropvoedingskamp Aruba Bootcamp vorige week per direct haar deuren moest sluiten. “Ik stond niet als eerste in de rij om het kamp te sluiten. Ik gun ieder een kans die een bijdrage wil leveren aan het welzijn van onze jongeren.” Hij vindt een bootcamp op zich, een jongerenopvang, een goed idee. Ook als dat uitsluitend wordt geleid door vrijwilligers. “De meeste kinderen in de maatschappij worden opgevoed door niet-professionelen. En je hebt ook professionelen die kinderen niet kunnen opvoeden, laten we daar eerlijk in zijn.” Dowers kent de leider, Gilbert Webb. “Ik heb met hem gesproken, en ik moet zeggen dat hij best veel lef heeft. Maar hij kan de situatie niet overzien, hij kan het niet alleen.”

De Voogdijraad deed in samenwerking met Inspectie Volksgezondheid, Dienst Openbare Werken (DOW), de brandweer en de politie vorige week een inval bij Aruba Bootcamp. Conclusie was dat de jongeren de afgelopen weken in erbarmelijke en zeer onhygiënische omstandigheden hebben geleefd. Volgens minister-Dowers is dit echter niet de enige reden dat het kamp gesloten werd. “We kunnen niet volhouden dat het alleen om het gebouw ging. We constateerden dat er ook andere zaken speelden die de sluiting van de faciliteit rechtvaardigden. Kinderen gaven aan dat ze verwaarloosd werden en niet te eten kregen. Ook vanuit een aantal ouders kregen we signalen dat hun kinderen niet goed behandeld werden.”

Nieuw bootcamp

Het Openbaar Ministerie (OM) doet momenteel onderzoek naar mogelijke mishandelingen van kinderen binnen het bootcamp. Ondanks verontrustende signalen stelt Dowers dat Webb een nieuw bootcamp kan openen als hij dat zou willen. “Hij is niet afhankelijk van ons. Wij geven hem geen vergunning om een bootcamp te openen en we kunnen het hem ook niet verbieden. Als hij zegt, ik ga op een andere plek verder, dan is er weinig dat wij daartegen kunnen doen. Wij kunnen alleen ouders adviseren hun kinderen daar niet te plaatsen.” De minister wil eisen gaan vaststellen waaraan een soortgelijke instelling aan moet voldoen. “Ik wil bespreken of we minimale richtlijnen kunnen schrijven, zodat we mensen gericht kunnen adviseren.” Echter, dit blijft een advies. “Als je ziet hoe mensen reageerden toen het bootcamp sloot, sommige ouders waren echt overtuigd dat hun kind daar beter af was dan thuis. Er zijn kinderen die thuis in situaties verkeerden die niet veel beter waren dan de omstandigheden binnen het bootcamp.”

Gerecht

Advocaat John Zara stelt dat het voor Webb niet zo makkelijk is om een nieuw bootcamp te openen. “Ja, het is legaal om er één te starten, maar het OM en de Voogdijraad hebben de kinderen er al eerder weggehaald. Er is een probleem met het gezag, waardoor de kinderen daar niet kunnen blijven.” Volgens hem is het daarom goed mogelijk dat als Webb opnieuw begint, de kinderen weer weg worden gehaald. “Ik moet weten wat de gedachtegang van de overheid is. Gaat de sluiting om het bootcamp of om Webb? Het grootste probleem schijnt te zijn dat deze jongen geen opleiding of diploma heeft. Maar daar zijn alternatieven voor. Verder bestaan er geen richtlijnen waaraan een bootcamp moet voldoen, en staat nergens beschreven dat je hiervoor een diploma moet hebben.” Zara is daarom aan het onderzoeken of hij naar het gerecht zal stappen. “Veel ouders willen dat het bootcamp doorgaat. Zij zeggen dat hun kinderen er profijt van hebben gehad en bijvoorbeeld geen drugs meer gebruiken en meer structuur hebben. Ik wil kijken of het mogelijk is om het bootcamp te laten heropenen. Weliswaar niet in het voormalige gebouw en misschien niet fulltime, maar op deeltijdbasis.”

Bron: Amigoe