DEN HAAG — Hoewel de Nederlandse regering zich zorgen maakt over de politieke spanningen in Venezuela, is er geen reden voor uitbreiding van het aantal militairen of defensiematerieel in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Dat schrijft minister Jeanine Hennis- Plasschaert van Defensie in antwoord op vragen van de Tweede Kamerfractie Bontes/Van Klaveren.
“De economische moeilijkheden hebben geleid tot protesten en de steun voor president Maduro lijkt te verminderen. De toenemende binnenlandspolitieke spanningen in Venezuela zijn een bron van zorg. Het is op dit moment echter onwaarschijnlijk dat hieruit een bedreiging voortkomt voor de soevereiniteit en/of territoriale integriteit van het Koninkrijk”,
aldus Hennis-Plasschaert.
De Nederlandse regering houdt de situatie wel in de gaten en zal passend reageren als daar een aanleiding voor is, maar reden om de krijgsmacht nu al uit te breiden is er niet. Dat zou bovendien extra kosten met zich meebrengen en een verminderde inzet van Nederlandse militairen elders in de wereld, aldus de minister.
Ook zijn er nog geen afspraken over militaire bijstand van de Verenigde Staten, die de ontwikkelingen overigens wel in de gaten houden.
De voormalige PVV’ers Louis Bontes en Joram van Klaveren stelden hun vragen naar aanleiding van een artikel in het Reformatorisch Dagblad en het Nederlands Dagblad.
In maart meldden beiden kranten dat Nederlandse militairen op Aruba klaarstaan om in te grijpen als de situatie in Venezuela gevolgen heeft voor het Caribisch gebied. De kranten baseerden zich op een column van de Commandant Zeestrijdkrachten Rob Verkerk in het Defensieblad Alle Hens.
Defensiewoordvoerder Maartje van der Maas zei vervolgens dat die uitspraak uit zijn context was gehaald. Venezuela werd genoemd in een lijst van landen waar het onrustig en onveilig is, zei ze.
Ook Marine-kapitein Luuk Voortman benadrukte in de Amigoe dat er nog geen reden is voor angst dat de problemen in Venezuela overslaan naar de Benedenwindse eilanden.
Bron: Amigoe