WILLEMSTAD — De financiële informatie in de Jaarrekening 2013 van het land Curaçao voldoet ondanks enkele positieve ontwikkelingen (nog) niet aan de eisen die de Landsverordening comptabiliteit 2010 stelt.
Volgens de Algemene Rekenkamer Curaçao (ARC) is de bedrijfsvoering van de ministeries niet ‘in controle’. Ook is de informatiewaarde van de jaarrekening onvoldoende. Dit was ook het geval bij de jaarrekeningen van 2011 en 2012. Volgens de Rekenkamer is er sprake van ernstig falend financieel beheer.
Dat meldt de Rekenkamer in het rapport over de rechtmatigheid van de Jaarrekening 2013 Curaçao. Het rapport is deze maand aan de Staten aangeboden. Het gebrek aan informatiewaarde in de jaarrekening stelt het parlement niet in staat om zich een oordeel te vormen over de uitvoering van de beleidsvoornemens en het gevoerde beheer van de regering, aldus de Rekenkamer. Zo is er sprake van fouten en onzekerheden in de jaarrekening en omvangrijke begrotingsover- en onderschrijvingen. De meeste fouten en onzekerheden zijn volgens de Rekenkamer eenvoudig op te lossen. “Dit betekent dat verwacht mag worden dat de jaarrekening binnen een redelijke termijn van enkele jaren geen fouten en onzekerheden meer bevat.”
Omdat de Rekenkamer het voor Curaçao van groot belang acht dat er in de nabije toekomst sprake is van controleerbaar financieel beheer heeft de Rekenkamer meerdere aanbevelingen gedaan. Zo zouden alle ministers een verbeterplan moeten opstellen en aan de minister van Financiën moeten aanbieden; de minister van Financiën moet deze plannen beoordelen op onderlinge samenhang, realiteitsgehalte en prioriteiten; de Raad van Ministers moet de verbeterplannen accorderen en vervolgens aan de Staten overhandigen met de toezegging dat de Staten periodiek zullen worden geïnformeerd over de uitvoering van de plannen, inclusief het oordeel van overheidsaccountantsbureau Soab daarover.
Ook moeten er afspraken gemaakt worden over de rol van de minister van Financiën bij bewaking van de uitvoering van de plannen. De Rekenkamer heeft als taak het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer van de ministeries van Curaçao te beoordelen. Tevens is de Rekenkamer nagegaan of de informatie in de jaarrekening van de ministeries over de financiën, de bedrijfsvoering en het gevoerde beleid tot stand is gekomen volgens de daarvoor geldende regels, en goed is weergegeven in de jaarrekening. De jaarrekening vormt het belangrijke sluitstuk van de jaarlijkse begrotingscyclus.
De Rekenkamer kan bezwaar maken wanneer een minister in strijd met de regels geld heeft uitgegeven of (niet) heeft ontvangen. Ook kan bezwaar worden gemaakt wanneer een minister onvolkomenheden in het financieel beheer en materieel beheer van zijn departement heeft laten voortbestaan.
Bron: Amigoe