WILLEMSTAD — Internationale instituten en deskundigen op financieel-economisch gebied zijn het erover eens dat investeringen noodzakelijk zijn om duurzame economische groei en ontwikkeling te realiseren.
Maar dan moeten de incentives vanuit de overheid wel corresponderen met het gevoerde beleid. En daar is volgens de Vereniging Bedrijfsleven Curaçao (VBC) geen sprake van.
Geen wonder dat investeerders de kat uit de boom kijken, aldus het redactioneel commentaar in de laatste nieuwsbrief van eind april.
De regering verwijst naar overheidsinvesteringen als het nieuwe HNO-project (ziekenhuis) en fysieke infrastructurele werken als de megawatt-generatoren van Aqualectra. Maar in haar optiek zijn de investeringen vanuit de private sector veel te gering en aarzelend.
Op haar beurt wijst de private sector naar de in haar ogen niet consistente aanpak en de eenduidige visie en ‘commitment’, waardoor het vertrouwen uitblijft. Als voorbeeld wordt de invoering van de ‘Investors Permit’-regeling genoemd door de minister van Justitie en het Cinex-project door de minister van Economische Ontwikkeling. “Een geweldige faciliteit en initiatief om investeringen te bevorderen.”
Versoberen
Simultaan wordt er echter een beleid gevoerd dat gericht is op het sterk versoberen van investering-bevorderende incentives en worden er allerlei fiscale, ondernemersonvriendelijke maatregelen ingevoerd. Zo zijn de premies en loongrenzen sociale verzekeringen sterk verhoogd, evenals de pensioengerechtigde leeftijd. Deze actie is per 1 januari 2015 gevolgd door versobering van de investeringsaftrekregeling, renteaftrek en afschrijving duurzame activa, afschaffing van de vervroegde afschrijvingsregeling en tal van aftrekposten, en invoering van de gebruikelijke loonregeling. Dit proces wordt voortgezet met het jongste voorstel om de zogenoemde ‘Tax-Holiday’-wetgeving sterk te matigen en bepaalde onderdelen te elimineren.
Verlaging
De regering heeft dit gedaan in het kader van het versimpelen van het stelsel en vanwege substantiële verlaging van de tarieven Winstbelasting en Inkomstenbelasting. VBC vraagt zich echter af of een verlaging van het WB-tarief van 27,5 procent naar 22 procent en het IB-tarief van 49 procent naar 46,5 procent gekwalificeerd kan worden als substantiële verlaging en of deze aanpassingen opwegen tegen de nadelen van versobering en afschaffing van faciliteiten.
Incentives
“Grote delen van de economie (onder andere olieraffinage, nieuwe hotels, internationale financiële dienstverlening) zijn tot stand gekomen en functioneren mede dankzij het verstrekken van (belasting)faciliteiten. Het is aannemelijk dat het welvaartsniveau een stuk lager zou zijn indien deze incentives niet zouden zijn verstrekt”, aldus de VBC.
Groene energie
Als tweede voorbeeld wordt genoemd dat de overheid besluit tot het stimuleren van groene energie. Om vervolgens zonder een gedegen overgangsregeling dit beleid van de ene op de andere dag drastisch te wijzigen. “Dit schrikt investeerders af, mede vanwege aantasting van de rechtszekerheid. Een betrouwbare overheid vormt een essentieel onderdeel van een aantrekkelijk investeringsklimaat.”
Zolang er sprake is van ad hoc en een niet-consistent overheidsbeleid zullen bonafide private investeerders daarom een afwachtende houding aannemen, met als gevolg uitblijven van massale (private) investeringen. Daarom pleit de VBC voor een bestendig overheidsbeleid, waar het verstrekken van (belasting)faciliteiten een voornaam onderdeel van vormt.
Bron: Amigoe