WILLEMSTAD — Minister José Jardim (Financiën, namens onafhankelijk Statenlid Glenn Sulvaran) beet resoluut van zich af. “Ik ben geen advocaat van Tromp (directeur Centrale Bank, red.), noch van de Centrale Bank.”

In deze bewoordingen reageerde hij fel op kritiek vanuit verschillende fracties dat hij in zijn antwoorden te mild was geweest voor de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS).

“Ik heb duidelijk gezegd dat alle organen bij de Centrale Bank hebben gefaald. Hoe kan dit geïnterpreteerd worden als zou ik te mild voor de CBCS zijn?”

Jardim wees terechtwijzingen aan zijn adres van de hand en gaf aan dat de Statenleden die dit naar voren hadden gebracht, of niet naar zijn interventie hadden geluisterd, of niet de antwoorden hadden gekregen waar zij op hadden gehoopt.

Jardim haalde hierbij specifiek kritiek van de oppositieleden Gerrit Schotte (MFK) en Charles Cooper (MAN) aan. Maar ook coalitiegenoot Jaime Cordoba (PS), die had geconstateerd dat de minister een bad day (een slechte dag) zou hebben gehad, kreeg ervan langs.

“Ik doe alles naar eer en geweten. Ik ben het er niet mee eens dat ik een slechte dag heb gehad, volgens mij hebt u een slechte dag.”

De minister verwees verder naar de leningen van de CBCS voor het Sintmaartense havenbedrijf en het Curaçaose nutsbedrijf Aqualectra. Met deze leningen zouden te veel risico’s zijn genomen, terwijl ze ook niet pasten in het beleid dat voor de Centrale Bank is geaccordeerd, vond Jardim.

Ook het argument van onafhankelijk Statenlid Omayra Leeflang dat de minister zich zou hebben uitgesproken voor het stabiele monetair beleid van de CBCS, werd door Jardim van de hand gewezen.

“Ik ben hier niet om pluimpjes te geven. Er zijn weliswaar mensen binnen de CBCS die goed werk afleveren. Maar het merendeel van de experts, inclusief het Internationaal Monetair Fonds (IMF), heeft erop gewezen dat de stabiliteit van onze gulden te danken is aan het bezuinigingbeleid van de afgelopen jaren.”

De minister zegde toe dat het als aan hem ligt, de aanbevelingen uit het rapport integraal zullen worden uitgevoerd. Hij gaf aan binnen drie tot vier weken hierover meer duidelijkheid aan de Staten te kunnen geven, na overleg met zijn Sintmaartense collega van Financiën.

Motie

De antwoorden van Jardim wisten de oppositiefracties van de MAN en MFK niet te overtuigen. Zij dienden aan het eind van de vergadering een motie in, waarin werd gepleit om de Algemene Rekenkamer Curaçao (ARC) te belasten om het onderzoek naar de CBCS, die dat eerder niet kon volbrengen vanwege een gebrek aan medewerking van de Centrale Bank, alsnog af te ronden.

In de motie werd verder ook gesteld dat de ARC een rechtmatig- en doelmatigheids-, maar ook een integriteitsonderzoek moet doen naar de handel en wandel van de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht van de Centrale Bank en dat het integrale rapport van PwC naar de Centrale Bank voor 31 maart aan de ARC moet worden overhandigd, zodat het in het eindverslag van het onderzoek van de ARC kan worden meegenomen. Dit laatste onderzoek diende volgens de fracties van de MFK en de MAN uiterlijk in juli van dit jaar gereed te zijn.

Maar toen de motie ter stemming werd gebracht, bleek deze op onvoldoende steun te kunnen rekenen. Dit ondanks het pleidooi van de indieners dat deze zaak niet aan de regering moet worden overgelaten en dat het volk nu eindelijk duidelijkheid dient te krijgen over wat er bij de CBCS is gebeurd in de afgelopen periode.

De motie haalde het echter niet. Onafhankelijk lid Sulvaran wees erop dat in de motie geen melding werd gemaakt van de integrale implementatie van de aanbevelingen uit het PwC-rapport en dat nader onderzoek alleen maar tot meer vertraging zal leiden.

PAR-lid Armin Konket benadrukte dat hij, net zoals het volk van Curaçao, het continu jagen op personen en met name CBCS-directeur Emsley Tromp, beu was. Terwijl de fracties van de Pais en PNP hamerden op het belang van het implementatie van het rapport, zoals toegezegd door Jardim.

Ook de PS, in het verleden zeer kritisch over de CBCS en Tromp, schaarde zich achter de motie, alhoewel PS-lid Jaime Cordoba de motie als ‘sympathiek’ omschreef.

Fractiegenoot Elmer ‘Kadè’ Wilsoe benadrukte dat zijn partij de minister de gevraagde drie weken zal gunnen om met St. Maarten overeenstemming te bereiken over implementatie van het PwC-rapport. De motie werd uiteindelijk met acht stemmen vóór en elf tegen weggestemd.

Bron: Amigoe