door Amigoe verslaggever Bobby Spier
ORANJESTAD — Qua inzet ter verbetering en naleving van de kinderrechten, staat Aruba, als onderdeel van Nederland, in 2016 aanzienlijk slechter voor dan 2015. Het gehele Koninkrijk is van de tweede plaats van de KidsRights Index gezakt naar de dertiende plek.
Dat komt met name doordat het VN Kinderrechtecomité in Geneve vorig jaar oordeelde dat de omgevingsfactoren ter waarborging van de kinderrechten binnen het Koninkrijk, verslechterd waren.
De Internationale kinderrechtenstichting KidsRights heeft maandag in samenwerking met de Nederlandse Erasmus Universiteit de KidsRights Index 2016 gepubliceerd. Met deze ranglijst wordt jaarlijks vastgesteld hoe kinderrechten wereldwijd worden nageleefd en in hoeverre landen zich inzetten om de rechten van kinderen te verbeteren. Noorwegen staat op plaats nummer één en Portugal op twee. Aruba zakte, als onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden, met elf plaatsen naar de dertiende plek, bevestigt Karin Arts van de Erasmus Universiteit aan Amigoe.
“Het gehele Koninkrijk valt onder deze beoordeling”, aldus Arts. Over de eilanden zelf wordt in het rapport van de KidsRights Index niet specifiek gerept en doet ook Arts geen uitspraken. Jeugd-minister Paul Croes, Marushka Tromp van Directie Sociale Zaken en Bureau Sostenimi konden voor het sluiten van deze krant geen reactie geven. Tromp geeft aan dat deze reactie eerst afgestemd moet worden met de parlementaire commissie die gaat over de implementatie van het kinderrechtenverdrag op Aruba.
Lijfstraffen verbieden
De dalende positie van Nederland en daarmee Aruba houdt volgens Kidsright verband met de beoordeling die het Koninkrijk in 2015 ontving van het VN Kinderrechtencomité in Geneve. In de beoordeling werd gesteld dat de zogeheten ‘omgevingsfactoren’ die nodig zijn om kinderrechten in Nederland te waarborgen, zijn verslechterd. Het kritische rapport stelde toen specifiek over Aruba dat zij de komst van het Children’s Rights Committee bejubelde, maar het gebrek aan informatie en dataverzameling op de gebieden van de rechten van het kind met betrekking op kindermishandeling, jeugdzorg, kinderen met HIV/Aids, kinderen die leven op straat, kinderen die in conflict staan met de wet, buitenlandse kinderen, seksuele uitbuiting en mensenhandel, betreurde.
Daarnaast pleitte het comité voor de invoer van wettelijke bepalingen die lijfstraffen in alle instellingen op Aruba, alsook thuis, verboden maakt. Jeugd-minister Paul Croes gaf toen in gesprek met deze krant aan dat naar aanleiding van dit rapport de overheid onderzoek doet of de wet zodanig aangepast kan worden dat mishandeling en lijfstraffen binnen families in de toekomst verboden wordt.
Bron: Aruba