WILLEMSTAD — De kustwachters Albert Jansen en Eshley Meyer zijn vrijgesproken van hun betrokkenheid bij een drugstransport in de nacht van 14 op 15 december 2013, waarbij de man Ivan Falbru om het leven is gekomen.
Jansen en Meyer stonden terecht voor ‘voorbereidingshandelingen invoer verdovende middelen’. De zaak, die de naam ‘Prenda’ kreeg, werd in december vorig jaar pro forma behandeld en op verzoek van Meyers advocaat aangehouden, omdat hij van advocaat wilde wisselen.
Het transport heeft op zee tussen Klein Curaçao en Curaçao plaatsgevonden, bleek ter zitting. Bij deze zaak zouden volgens het Openbaar Minister de gofast ‘Smoking Gun’ en de vissersboot ‘Prenda’ van Jansen betrokken zijn geweest. Falbru zat in de boot Prenda, toen hij vermist raakte.
Het OM vermoedt dat hij hoogstwaarschijnlijk tijdens de drugshandel op zee is doodgeschoten. Verder heeft volgens het OM de Smoking Gun Curaçao nooit verlaten, omdat bij hun vertrek vanuit het Spaanse Water bekend werd dat de Prenda was verongelukt.
Meyer heeft altijd beweerd onschuldig te zijn en ontkende iets te weten van drugshandel op zee. Volgens Meyer ging hij met de visser Falbru naar Klein Curaçao om daar te gaan ‘chillen’. De Smoking Gun zou hen daar later op de dag ontmoeten.
Verder zei Meyer dat hun boot na drie uur varen was omgeslagen en dat hij ongeveer vier uur op zee had gedobberd, voordat hij om ongeveer negen uur ‘s ochtends door de boot ‘Mermaid’ werd opgevist. Meyer gaf verder aan dat Falbru mogelijk tijdens het zwemmen naar de kust is verdronken. Het lichaam van de man werd nooit meer gevonden.
De officier van justitie bracht ter zitting naar voren dat uit het onderzoek in deze zaak bleek dat de boot Prenda met Meyer en Falbru zou uitvaren en op zee contact zou maken met een boot met drugs. De drugs zouden aan boord van de Prenda worden geladen, aldus de officier, en later zou de Smoking Gun de Prenda ontmoeten om de drugs over te nemen.
Volgens de officier is gebruikgemaakt van de houten vissersboot omdat deze onzichtbaar is op de radar. Meyer en Jansen hebben dus volgens het OM bewust aan de drugshandel deelgenomen en vermoed wordt dat Jansen de organisator was en dus de leiding had.
De officier heeft rekening gehouden met het blanco strafblad van beide mannen, maar ook met de voorbeeldfunctie die zij als medewerkers van de Kustwacht hebben. De officier eiste vervolgens zes jaar gevangenisstraf tegen Jansen en vier jaar tegen Meyer.
Bovendien diende de officier het verzoek in om de schorsing van hun hechtenis op te heffen, waardoor zij direct hun straf moeten uitzitten. Verder eiste het OM dat beide boten verbeurd worden verklaard.
De advocaat van Jansen, Marije Vaders, benadrukte dat hier alleen sprake is van speculaties en veronderstellingen van het OM, oftewel ‘circumstantial evidence’, terwijl het OM de betrokkenheid van Jansen niet wettig en overtuigend kan bewijzen.
“Er is in deze zaak geen gram cocaïne aangetroffen.”
Verder haalde Vaders de verklaringen aan van getuige Agudelo M., de partner van Falbru, die volgens haar niet voldoende steun bieden in ander bewijsmateriaal, terwijl de verklaringen van de vrouw berusten op wat zij van haar overleden echtgenoot zou hebben gehoord.
“De bron van de verklaringen van Agudelo, zijnde Ivan Falbru, kan echter niet worden gehoord en de verklaringen kunnen dan ook niet op hun betrouwbaarheid worden getoetst.”
Haar verklaringen waren verder aantoonbaar onjuist, voegde Vaders toe. Tevens wordt volgens Vaders door het OM nog een aantal feiten en omstandigheden aangedragen, maar ook deze kunnen niet leiden tot een bewezenverklaring. De rechter heeft direct na de behandeling het vonnis uitgesproken en oordeelde dat het OM de betrokkenheid van Meyer en Jansen niet wettig en overtuigend kon bewijzen.
Alhoewel er sterke verdenkingen waren, was er ook gerede twijfel over hun rol in het geheel.
Bron: Amigoe