WILLEMSTAD — Het hoger beroep van een oud-medewerker Werving & Selectie van het Curaçaohuis is deze week afgewezen door de rechtbank in Den Haag. Eind 2011 werd het contract wegens verstoorde arbeidsverhoudingen opgezegd door de gevolmachtigde minister, destijds Sheldrey Osepa namens MFK.
De overeenkomst werd per 1 mei 2012 ontbonden, met aanbieding van 50.000 euro. Dat bedrag is in april 2012 betaald. De medewerker was het jaar daarvoor al de toegang tot het Kabinet ontzegd.
Het vonnis over het ontslag werd in 2013 door de kantonrechter bekrachtigd, maar de medewerker ging in hoger beroep. Behalve dat hij recht meende te hebben op een schadevergoeding wegens onredelijk ontslag, vorderde hij 165.000 gulden als achterstallig loon, te weten de revaluatietoeslag. Hij baseerde zich op een besluit uit 1985 door de Raad van Ministers van de Nederlandse Antillen over herziening van de beloningsstructuur voor het personeel van het Kabinet.
De arbeidscontractant werkt echter op basis van een contract dat volgens de Nederlandse wetgeving is opgesteld. Het hof wees deze grief dus af. Als medewerker Werving & Selectie verdiende hij 3854 euro bruto per maand, exclusief vakantietoeslag. In deze functie was hij belast met de werving en selectie van kandidaten voor plaatsing bij de Curaçaose overheid, stichtingen en instanties en met de uitzending en begeleiding van geselecteerde kandidaten. Zijn leidinggevende was destijds de directeur van het Kabinet, Robert Candelaria.
Evaluatie
Vanaf 2009 is de medewerker geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt geweest. Eind 2010 werd zijn arbeidsgeschiktheid door de bedrijfsarts vastgesteld op 80 procent, of 32 uur per week met het advies tot wekelijkse evaluatie en zo nodig bijstelling van zijn werkzaamheden. De eerste evaluatie ging niet door omdat de directeur afwezig was.
Voor de medewerker was dat aanleiding om via een memorandum op hoge toon aan te geven dat hij geen vertrouwen meer in het overleg had. Bij volgende werkoverleggen verscheen hij ook niet, later zonder afzeggingen en hij nam volle dagen vrij zonder dit officieel aan te vragen.
In juli barstte de bom toen weer verlof werd opgenomen zonder overleg en toestemming, ook al was aangegeven dat dit als dienstweigering betiteld zou worden. De medewerker werd geschorst en de toegang ontzegd.
Eigen bedrijf
Daarnaast speelde ook dat de medewerker ongeoorloofde werkzaamheden op het gebied van werving en selectie heeft verricht en is blijven verrichten ondanks het dringende verzoek in september 2010 deze werkzaamheden te beeindigen.
In 2011 vond de directeur aanwijzingen op het internet dat de medewerker werkzaam was voor een op de markt voor werving en selectie actief bedrijf. Dit stond volgens de medewerker echter op naam van zijn zoon, die niet slechts dezelfde familienaam, maar ook exact dezelfde voornamen en huisadres had als zijn vader. Maar pas bij de rechtzaak in 2012 heeft de medewerker nadere helderheid verschaft over de constructie van het bedrijf. Dat valt hemzelf aan te rekenen. Net als zijn optimisme dat hij na zijn schorsing misschien weer terug aan het werk kon bij het Kabinet.
Hij had immers bijna een jaar om zich daarover te beraden. Uiteindelijk werd van hogerhand beslist dat het contract ontbonden moest worden. Ook de eventuele reputatieschade is voor zijn eigen rekening, aldus het hof.
Het hof wees de grieven af en veroordeelde de medewerker in de kosten van 4961 euro voor griffierecht en 3263 voor het salaris van de advocaat.
Bron: Amigoe