DEN HAAG — De economische noodtoestand in Venezuela baart Nederland zorgen. Dit schreef de minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders (PvdA) gisteren in een brief aan de Tweede Kamer, in antwoord op vragen van het Nederlandse parlementslid Sjoerd Sjoerdsma (D66).
Toch ziet hij het regeren per decreet als een symbolische politieke daad, die het vervolg is van het beleid van oud-president Hugo Chavez.
De Venezolaanse president Nicolás Maduro kondigde op 14 januari de economische noodtoestand af, waarmee hij zestig dagen per decreet kan regeren. Het parlement, waarin de oppositie bijna een tweederde meerderheid heeft, verwierp het decreet daarna, maar dit werd door het Hooggerechtshof vervolgens weer ongedaan gemaakt.
Minister Koenders spreekt van een patstelling tussen de Venezolaanse regering en het parlement, omdat het decreet de kans op een dialoog tussen regering en parlement vermindert, en daarmee ook de kansen op constructieve samenwerking in de aanpak van de zware economische crisis waarin Venezuela zich bevindt.
Het uitroepen van de economische noodtoestand, welke bestaat uit de onteigening van bedrijven, het omzeilen van de controlerende functie van het parlement en de staatsdeviezen verder onder controle brengen, noemt Koenders een symbolische en politieke daad die niet wezenlijk verschilt van de economische maatregelen van oud-president Chávez. Volgens hem versterkt het decreet de staatscontrole op de economie verder en lijkt het op korte termijn niets bij te dragen aan een productievere economie in Venezuela.
Over het ontnemen van de parlementaire controle over de Centrale Bank door Maduro, schrijft Koenders dat dit gezien moet worden als een nieuwe poging van de regering om de invloed van het parlement te beperken, met name om bepaalde maatregelen te voorkomen, zoals een verandering van het wisselkoersbeleid of de verplichting aan de Centrale Bank om meer inzage te geven in de economische toestand van het land.
Tevens spreekt Koenders zijn zorgen uit over de toenemende invloed van de regering over het Hooggerechtshof, dat kortgeleden de verkiezing van vier oppositieleden in het parlement ongeldig verklaarde, met als gevolg dat de oppositie haar tweederde meerderheid in de volksvertegenwoordiging verloor.
Amnestie
Het Venezolaanse parlement behandelde op 11 februari een ontwerp-amnestiewet, mede naar aanleiding van de arrestatie van oppositieleider Leopoldo Lopez vorig jaar.
Minister Koenders schrijft in de brief aan de Tweede Kamer dat hij verwacht dat de wet zal worden aangenomen in het parlement, maar dat president Maduro deze niet zal ondertekenen. Hij schrijft dat Nederland de mensenrechtensituatie in Venezuela in EU-verband blijft volgen, bijvoorbeeld door op rotatiebasis rechtszaken tegen oppositieleden bij te wonen.
Volgens Koenders houdt de ambassade contact met zowel de Venezolaanse autoriteiten als met de oppositie. Hij wil namens de regering geen expliciete veroordeling over het beleid van president Maduro uitspreken, wel roept hij de Venezolaanse regering expliciet op de dialoog met de oppositie aan te gaan om gezamenlijk de economische crisis het hoofd te bieden en de sociale- en veiligheidsproblemen aan te pakken.
Ten slotte meldt de minister dat er voorlopig geen Nederlandse handelsmissie naar Venezuela gepland is.
Bron: Amigoe