WILLEMSTAD — De minister van Koninkrijksrelaties Ronald Plasterk doet geen concrete uitspraken over het negatieve beeld dat het Financieele Dagblad heeft geschetst van verzekeraar Ennia en het toezicht van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) op de verzekeraar.
Wel vraagt de minister zich af hoe het staat met de governance van de CBCS.
“De mening van het Financieele Dagblad is niet de mening van de Nederlandse staat”,
zei Plasterk vanmorgen tijdens het persmoment gedurende zijn werkbezoek aan Curaçao. De vraag naar de ‘governance’ van de CBCS is niet nieuw. In de Rijksministerraad is deze vraag ook al gesteld. Plasterk hoopt hier binnenkort antwoord op te kunnen krijgen. Ook heeft de Nederlandse minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem de opdracht gekregen om naar het toezichtbeleid van de Centrale Bank te informeren bij De Nederlandsche Bank (DNB).
“Belangrijk voor Nederland is dat het toezicht adequaat is”, aldus Plasterk. “Mede omdat de verzekeraar ook op Bonaire actief is.”
De vraag naar de governance van de CBCS staat volgens Plasterk los van de persoon Emsley Tromp, de president-directeur van de CBCS, die gisteren tijdens de persconferentie Nederland ervan beschuldigde de financiële stabiliteit van Curaçao te willen dwarsbomen. De samenwerking tussen DNB en de CBCS stond vorig jaar op de agenda van de Rijksministerraad.
Tromp heeft uitdrukkelijk aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgesteld om hen additionele opheldering te verschaffen. Volgens Plasterk is het echter niet gebruikelijk om direct te communiceren met de directeur van de bank van een ander land.
Bron: Amigoe