WILLEMSTAD — VVRP-minister Suzy Camelia-Römer (PNP) wil voor een periode van een jaar een overgangsbeleid hanteren inzake de bestaande vergunningwetgeving voor tourbussen.
Dit door middels ministeriële beschikking tot ontheffing over te gaan voor nieuwe initiatieven, maar ook voor bestaande die nog geen officiële vergunning hebben.
Nadat Statenleden van zowel coalitie als oppositie ‘misstanden naar voren brachten in de huidige gang van zaken’, waarbij de omschrijving ‘misbruik maken van de situatie’ meermalen werd genoemd, kreeg de minister tijdens de behandeling van de begroting algehele steun voor de door haar beoogde aanpak.
Camelia-Römer legt uit dat de Statenleden doelden op het feit dat het regelmatig voorkomt dat bedrijven die over een tourbusvergunning beschikken en recht hebben op vijf nummerplaten bestemd voor tourbussen, deze ‘onderverhuren’.
Hierbij wordt opgemerkt dat een vergunninghouder ‘die bijvoorbeeld slechts een kleine bijdrage van ongeveer 350 gulden betaalt’, voor de onderverhuur bedragen van 2000 gulden per nummerplaat vraagt. Dit kan mede omdat een aanvraag van een nieuwe vergunning, conform de bestaande wetgeving, niet soepel genoeg verloopt.
“Dit kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn geweest, dat men op deze wijze economisch gewin trekt. Het overgangsbeleid dient deze misstanden te verhelpen. Met de uitwerking daarvan ben ik reeds kort na mijn aantreden gestart, en ik ben dan ook blij dat het brede steun krijgt binnen het parlement. Het wordt gedragen door zowel de coalitie als de oppositie.”
De bestaande wetgeving betreft een verouderde versie uit de jaren negentig.
“Aangezien de vergunningverstrekking voor tourbussen de toeristische sector raakt, is het van belang om te noemen dat deze sector reeds in 2001 als belangrijke groeisector is aangemerkt en dat nog steeds is”,
aldus de minister. Camelia-Römer stelt dat ze al vlak na haar aantreden de gang van zaken hieromtrent niet duidelijk genoeg vond.
“Vanaf het begin dus was het mij onduidelijk hoe bijvoorbeeld binnen de bestaande wetgeving een nieuwe vergunningaanvraag toegekend wordt. Ik miste daarin eenduidigheid ofwel een uniforme aanpak, rekening houdende met het feit dat het een groeisector betreft. Er diende dus een maatstaf te komen en vandaar dat ik de opdracht heb verstrekt om een overgangsbeleidsstuk te formuleren dat natuurlijk een rechterlijke toetsing dient te doorstaan.”
Ze licht toe dat er aan vijftien bedrijven vergunningen voor tourbussen verstrekt zijn op het eiland, en nog één extra nadat de rechter had geoordeeld dat er zodanig vanuit de overheid toezeggingen waren gedaan dat er een vergunning verstrekt diende te worden. Camelia-Römer stelt dat binnen de huidige wetgeving wel de mogelijkheid bestaat om middels een beschikking een ontheffing te verlenen.
“De opzet is dat gedurende het jaar van het overgangsbeleid uitvoerig met het ministerie van Economische Ontwikkeling, De Curaçao Tourist Board (CTB), taxien tourbusbedrijven en overige stakeholders gesproken wordt. Dit om tot duidelijke voorwaardebepaling voor vergunningverstrekking te komen, die past binnen de huidige omstandigheden van de groeiende toerismesector”,
aldus de minister.
Bron: Amigoe