ORANJESTAD — Energie-minister Mike de Meza zal ‘een dezer dagen’ het parlement op de hoogte brengen van de ontwikkelingen rondom de heropening van de olieraffinaderij in San Nicolas.
Dat zegt premier Mike Eman nadat Statenvoorzitter Marisol Lopez-Tromp de regering eind vorige week een brief stuurde met het verzoek om duidelijkheid over de Citgo-deal.
“Ondanks alle publiciteit zijn de Staten van Aruba niet in het bezit gesteld van enig document (…)”, is in de brief te lezen. Het parlement wil graag ‘de getekende overeenkomsten en alle relevante stukken’ zo spoedig mogelijk ontvangen. Premier Eman zegt dat de documentatie eerst naar de Raad van Advies moet, voordat het naar het parlement gaat. Wel zegt hij, net als minister De Meza, beschikbaar te zijn voor toelichting in het parlement en het beantwoorden van ‘welke vragen dan ook’. De premier hoopt nog altijd dat de Staten de nodige wetgeving op korte termijn kunnen goedkeuren zodat de voorbereidingen voor de heropening zoals gepland in augustus van dit jaar kunnen beginnen.
In een brief gericht aan de Staten verduidelijkt De Meza dat de onderhandelingen met Valero over de overname van de olieraffinaderij nog niet zijn afgerond. Zodra ook deze overeenkomst getekend is, zal het ‘totaalpakket’ van documenten ‘voor een aantal dagen ter inzage’ aan de Staten worden aangeboden.
Het parlement wil onder meer opheldering over de financiering voor het opknappen van de raffinaderij. Vorige week werd duidelijk dat Aruba op 10 juni geen contract heeft getekend met het Amerikaanse Citgo Petroleum Corporation, maar met Citgo Aruba Holding LCC. Beide bedrijven zijn uiteindelijk in handen van moedermaatschappij PDVSA, de Venezolaanse staatsoliemaatschappij. Reuters schrijft deze week, op basis van een gesprek met ‘een topman van PDVSA’, dat het toch Citgo Petroleum is die gaat zorgen voor de investering van 400 tot 600 miljoen dollar, die nodig is voor de herstart van de raffinaderij. Eerder deze maand liet de hoogste baas van PDVSA, Eulogio Del Pino, aan Reuters weten dat Citgo geld ophaalt bij ‘internationale banken’ om het project te financieren.
De raffinaderij in San Nicolas is nu nog in handen van de Amerikaanse oliemaatschappij Valero die in 2012, om economische redenen, besloot om de productie stil te leggen. Het is de bedoeling dat Valero binnenkort de erfpachtgronden en ‘opstallen waarop de raffinaderij is gevestigd’ overdraagt aan Land Aruba. Vervolgens worden de raffinaderij, de olieterminal en de maritieme bedrijfsonderdelen door het Land overgedragen aan Rafineria di Aruba (RDA), een overheidsvennootschap in oprichting. RDA leaset deze op haart beurt aan Citgo voor een periode van vijftien jaar met de optie tot verlenging van tien jaar, tegen een jaarlijks leasebedrag van 33,3 miljoen florin.
De eerste drie jaar, de zogenaamde ‘rehabilitatieperiode’, hoeft Citgo slechts 18,5 miljoen florin per jaar te betalen. Gedurende deze periode moet volgens De Meza ongeveer 650 tot 750 miljoen dollar geïnvesteerd worden om de raffinaderij weer in bedrijf te kunnen nemen en tegelijkertijd de milieu-efficiëntie van de faciliteiten te verbeteren.
Bron: Amigoe