WILLEMSTAD — De regering zal zich met de wet ‘optimalisering overheidsgelieerde entiteiten’ niet bemoeien met de uitoefening van taken en bevoegdheden van overheidsgelieerde entiteiten.
Dat schrijft minister van Financiën José Jardim (namens onafhankelijk Statenlid Glenn Sulvaran) aan het parlement op vragen van Statenleden. Het wetsvoorstel ligt momenteel bij de Staten voor behandeling.
De wet is van toepassing op vennootschappen waarin de regering direct of indirect een aandeel heeft van meer dan 50 procent. Dat betekent dat ook dochterondernemingen, overheidsgelieerde entiteiten en rechtspersonen als de SVB onder de werking van deze landsverordening zullen vallen.
Volgens Jardim zal op het moment dat de wet ook voor de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) zal gelden, deze geen inbreuk maken op de onafhankelijke positie van CBCS bank. De normen van de wet interveniëren ook nu niet in de taken en bevoegdheden van de CBCS. Met de wet wil de regering meer doelmatigheid bevorderen.
“De centrale bank blijft zelfstandig verantwoordelijk voor het monetaire beleid en het uit te oefenen toezicht op de wijze zoals dat in het Centrale Bank-statuut voor Curaçao en St. Maarten en de diverse toezichtverordeningen is geregeld”,
aldus Jardim op een vraag van MFK. De wet zal ook geen inbreuk maken op de rechtszekerheid van vennootschappen en stichtingen.
“Naast bijvoorbeeld het feit dat de overheid als aandeelhouder in een entiteit participeert, zal die entiteit als overheidsgelieerde entiteit ook gebonden zijn aan de met het onderhavige ontwerp voorgestelde regels. De positie van de overheidsgelieerde entiteiten wordt niet meer louter op basis van privaatrechtelijke principes beoordeeld”,
schrijft Jardim. In antwoord op een vraag van de MAN-fractie merkt de minister op dat het niet ongebruikelijk is dat toezichtkosten deels worden opgebracht door degenen die onder het desbetreffende toezicht staan. In de wet staat dat de regering een ‘Bureau overheidsgelieerde entiteiten’ opricht.
Eén van deze kamers, de Adviseur corporate efficiency, zal toezicht gaan houden op de handelingen van de CBCS. De kosten voor het bureau worden opgebracht met de heffing van minimaal 2 procent van het eigen vermogen.
Voor de grote vennootschappen worden de waarderingsgrondslagen gebaseerd op de normen van de International Accounting Standards Board (IASB). Deze normen zijn vastgelegd in de International Financial Reporting Standards (IFRS).
Het percentage van 2 houdt ook verband met het ontwikkelingsstadium van de lokale financiële markt.
Lokale financiële instellingen hanteren doorgaans strengere normen voor de vermogensstructuur en het rendement op vreemd vermogen ligt volgens Jardim ook hoger. Dit drukt het rendementspotentieel van het eigen vermogen.
Bron: Amigoe