WILLEMSTAD — Toezichthouder corporate governance Stichting Bureau Toezicht en Normering Overheidsentiteiten (SBTNO) gaat niet akkoord met de voordracht door de regering van een kandidaat voor de functie van lid van de Raad van Commissarissen (RvC) van vuilnisophaalbedrijf Selikor.

De kandidaat, wiens naam in het SBTNO-advies onleesbaar is gemaakt, beschikt volgens de toezichthouder niet over de vereiste bestuurscapaciteiten.

De bewuste kandidaat werd op 11 mei officieel voorgedragen door minister Siegfried Victorina (Gezondheid, Milieu en Natuur, PS). Victorina stelt over de voorgedragen kandidaat dat uit diens cv ‘valt op te maken dat betrokkene ruime ervaring heeft op het technisch gebied’.

“Het ligt in de lijn der verwachting dat hij op grond daarvan een nuttige bijdrage kan leveren aan de doelstelling van de vennootschap.”

SBTNO stelt dat deze motivering in grote lijnen overeenkomt met andere voordrachten voor commissarissen bij het vuilnisophaalbedrijf. Maar na analyse van de documenten constateerde SBTNO dat uit het cv van de betrokkene vooralsnog niet kon worden geconstateerd dat hij niet voldeed aan de gestelde eisen en dat er informatie ontbrak. De adviseur heeft hierop een brief gestuurd naar de regering, maar hierop kwam nooit een reactie.

In de brief wees SBTNO erop dat zij in het verleden er vaker op heeft gehamerd dat voordrachten voldoende gemotiveerd dienen te worden gemotiveerd, waarbij tevens expliciet wordt aangegeven ter invulling van welke functie dan wel vacature de kandidaten worden voorgedragen dan wel te vermelden ter invulling van welk profiel zij worden voorgedragen.

“Daarbij moet worden opgemerkt dat het niet voldoende is om louter het gestelde in het cv van de betreffende kandidaat aan te halen en/ of alleen te stellen dat de betreffende kandidaat een hbowerk- en denkniveau heeft en aan een profielschets voldoet dan wel over een bepaalde ervaring beschikt zonder dat nader met (additionele) feiten te onderbouwen dan wel moet dat genoegzaam blijken uit het cv van de betreffende kandidaat.”

Door het ontbreken van enige motivering waaruit de geschiktheid van de kandidaat blijkt en wanneer er ook niet is aangegeven dan wel onderbouwd ter vervulling van welk profiel een kandidaat is voorgedragen, kan de adviseur ‘indien ook uit het cv van de kandidaat niet afdoende blijkt of de betreffende kandidaat aan een bepaald profiel voldoet, niet anders oordelen dan dat er zwaarwegende bezwaren bestaan tegen een voorgenomen benoeming’.

Het feit dat de kandidaat voldoet aan de vereiste opleiding van tenminste hbo-niveau, houdt volgens de adviseur corporate governance niet automatisch in dat hij een toezichthoudende functie bij een naamloze vennootschap kan bekleden.

“De opleiding en ervaring van een voorgedragen kandidaat dienen immers ook aan te sluiten bij de algemene profielschets in samenhang met de doelstelling en/of aard van de betreffende vennootschap. Op grond daarvan dient ook te zijn voldaan aan de vereiste bestuurservaring.”

En juist dit laatste blijkt een probleem te zijn.

“Uit de aangeleverde documenten is niet gebleken dat de kandidaat voldoet aan de vereiste toezichthoudende ervaring dan wel bestuurservaring. Gelet op het voorgaande heeft de adviseur zwaarwegende bezwaren tegen de voorgenomen benoeming van de kandidaat als commissaris van Selikor.”

Bron: Amigoe