Uitspraak in zaak tegen CPA, Korpodeko en Land

WILLEMSTAD — In de zaak die door Amparo dos Santos tegen het Land, ontwikkelingsbank Korpodeko en het overheidsbedrijf Curaçao Ports Authority (CPA) is aangespannen nadat hij door de aandeelhouder als CPA-president-commissaris van de RvC formeel werd ontslagen, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg gisteren een uitspraak gedaan. Van de acht vorderingen die door Dos Santos werden gevorderd, is er slechts één door het gerecht ingewilligd.

Uit de beoordeling van de rechter blijkt dat Dos Santos gemotiveerd heeft betwist ‘dat hij in enige familierechtelijke relatie staat tot een bestuurder of aandeelhouder van The Safety Zone NV’.

“Achteraf, in deze procedure, kan dan ook niet anders worden vastgesteld dan dat van een zodanige relatie geen sprake is. In zoverre is een verklaring voor recht als gevorderd, waarbij Dos Santos een zelfstandig belang heeft, dan ook toewijsbaar”,

aldus de rechter hierover. Opmerkelijk is dat advocaten van de gedaagde partijen op het voornoemde niet zijn ingegaan en door hen niet is duidelijk gemaakt wie die relatie zou zijn, waarop belangenverstrengeling gebaseerd zou kunnen zijn.

Zoals de Amigoe herhaaldelijk heeft belicht, heeft het havenbedrijf met Dos Santos aan het hoofd van de Raad van Commissarissen (RvC), een pand willen kopen aan de Pletterijweg, naast het gebouw van Kompania di Tou Kòrsou (KTK).

Oud-minister van Financiën George ‘Jorge’ Jamaloodin (MFK) – de (half)broer van Dos Santos – was de eigenaar van dit pand. Dit blijkt uit stukken van het Kadaster waar de Amigoe over beschikt.

“Het Gerecht verklaart dat in deze procedure niet is gebleken dat gedaagden genoegzame of gerechtvaardigde grond hebben gehad om aan te nemen dat Dos Santos zich bewust had moeten zijn van het bestaan van een familierechtelijke relatie tussen hem en een persoon die bestuurslid dan wel aandeelhouder is van The Safety Zone NV. Nu partijen over en weer gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld, zullen de proceskosten tussen hen zodanig worden verrekend dat iedere partij de eigen kosten draagt”,

aldus de rechter die het meer of anders gevorderde, afwijst. Dos Santos stelde ‘dat hij het slachtoffer is geworden van roddels, die door wijlen politicus en PS-partijleider en Statenlid Helmin Wiels, met louter politieke bedoelingen werden rondgebazuind’.

Dat de voornoemde partijen door Dos Santos gedaagd werden, ligt aan het feit dat het Land voor 96 procent aandeelhouder is en Korpodeko voor 6 procent. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA) van CPA, had Dos Santos in 2010 benoemd tot president-commissaris en nadat het vertrouwen in de RvC ‘ernstig was geschaad’ werd Dos Santos ontslagen.

Dos Santos had in deze rechtszaak in totaal acht vorderingen, waarbij hij vroeg ‘dat voor recht zou worden verklaard’ dat:

“Geen van de gedaagden gerechtvaardigde grond heeft gehad om aan te nemen dat Dos Santos zich ervan bewust had moeten zijn dat een familierechtelijke relatie bestond tussen hem en enige persoon van The Safety Zone NV; De op 31 mei 2013 gehouden AvA van CPA geen rechtsgeldige besluiten zijn genomen, onder meer vanwege het nietoproepen van de CPA-directeur; De tweede op 31 mei 2013 gehouden AvA, geen rechtsgeldige besluiten konden worden genomen; Het besluit waarmee Dos Santos ontslagen werd nietig is; Het besluit waarmee (de huidige, red.) presidentcommissaris van CPA, S.P.P. Pinedo benoemd werd, nietig is. En om de twee laatstgenoemde besluiten te vernietigen.”

Verder had Dos Santos ook als vordering dat het gedaagden ‘op straffe van verbeurte van een dwangsom zal worden verboden om Dos Santos niet als lid, tevens voorzitter, van de RvC van CPA te behandelen en om Pinedo wel als zodanig te behandelen’.

De rechter willigt dus slechts de vordering in, waarbij de familieband en belangenverstrengeling ter sprake komt. In een brief gedateerd op 28 maart 2013 aan de Raad van Ministers (RvM), heeft oud-minister van Economische Ontwikkeling (MEO), Steven Martina (voorgedragen door Pais), uiteengezet waarom zijn vertrouwen in de RvC van CPA ernstig was geschaad waarbij hij tevens adviseerde om tot ontslag van de leden over te gaan.

“Volgens de minister had de besluitvorming met betrekking tot de aankoop van het gebouw van The Safety Zone, hoogst onzorgvuldig plaatsgevonden.”

Nadat de RvM hiermee akkoord ging is het voornemen tot ontslag bij brief van 28 maart 2013 aan de RvC meegedeeld. Oud-minister Martina reageert vandaag op de uitspraak van het gerecht als volgt:

“De doorlopen ontslagprocedure, waarbij de code corporate governance nauwkeurig werd opgevolgd en waarbij hoor en wederhoor is toegepast, kan als model dienen voor hoe het dient te gebeuren.”

Hij verwijst tevens naar het feit dat het gerecht slechts een vordering heeft ingewilligd.

“Men moet niet vergeten dat aan de hand van het schriftelijk antwoord van een aantal van de RvC-leden het ontslagvoornemen voor de voltallige RvC, door de Stichting Bureau Toezicht en Normering Overheidsentiteiten (SBTNO) is goedgekeurd en de ontslagprocedure correct is doorlopen.”

Bron: Amigoe