door Amigoe correspondent Otti Thomas
DEN HAAG — Het vreemdelingenbeleid van Aruba en Curaçao is in principe goed, ook als het gaat om de registratie van Venezolanen. De minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders zei dit gisteren tijdens het Tweede Kamerdebat over de Rijksvisumwet, waaraan ook een Statendelegatie deelnam.
Koenders benadrukte ook dat er intensief overleg plaatsvindt met beide landen over eventuele veiligheidsrisico’s van de situatie in Venezuela.
De PvdA-minister reageerde hiermee op zorgen van VVD-Tweede Kamerlid Han ten Broeke, die ernstig twijfelt aan de controle van beide landen op het migratiebeleid.
“In de Caribische pers lezen we zo nu en dan berichten over aanspoelende bootvluchtelingen en rondzwervende Venezolaanse illegalen, maar officieel is er nog helemaal niets aan de hand, omdat daar geen toezicht aanwezig is. Elk verzoek om cijfers van deze Kamer wordt helaas door onze regering beantwoordt met de teleurstellende mededeling dat die aantallen nu eenmaal niet worden geregistreerd”, zei Ten Broeke.
De VVD’er vergeleek de Arubaanse premier Mike Eman met de Duitse regeringsleider Angela Merkel.
“Hij lokte de immigratie praktisch uit toen hij stelde dat Aruba vluchtelingen tolerant en gastvrij zal ontvangen.”
Ook noemde hij het incident met de Syrische vluchteling, waar de autoriteiten van Curaçao zich geen raad mee wisten. Ten Broeke kreeg bijval van PVV-Tweede Kamerlid Raymond de Roon, die verwees naar de aanhouding van drie Syriërs op St. Maarten die met valse paspoorten naar Europa wilde vliegen.
Het beeld dat Aruba en Curaçao niets doen aan de registratie van vreemdelingen stuitte op felle kritiek van de Arubaanse Statenleden. AVP-fractieleider Rene Herdé zei dat Aruba en Curaçao weliswaar onvoldoende voorbereid zijn op duizenden vluchtelingen, maar dat dit vooral is omdat beide landen te klein zijn voor de opvang van duizenden mensen. De visumplicht voor Venezolanen, die door Ten Broeke gesuggereerd werd, zal daar weinig aan veranderen.
“De visumplicht geldt voor relatief normale omstandigheden. In ons buurland is de situatie niet meer normaal”, zei Herdé. “Het beeld dat de heer Ten Broeke schetst, dat er geen beleid is, geen opvang, geen registratie, klopt helemaal niet.”
Asielbeleid
Herdé kreeg de steun van PvdA-Tweede Kamerlid Roelof van Laar en van minister Koenders. De minister zei dat zowel Aruba als Curaçao de controles hebben verscherpt op de luchthaven en op zee en afspraken met Venezuela hebben gemaakt over het terugsturen van mensen.
“Het is feitelijk onjuist dat er geen asielbeleid is op Aruba. Het is ook niet zo dat er op een aantal punten niet of nauwelijks wordt geregistreerd”,
zei de minister specifiek over Aruba. Zonder in detail te treden zei Koenders dat een aantal elementen van de asielwetgeving wel een ‘enorm aanzuigende werking’ kan hebben, maar dat hier met de regeringen van Aruba en Curaçao over wordt gesproken.
Koenders ontraadde daarom de motie waarin Ten Broeke aandrong op de registratie van migranten op Aruba en Curaçao. Ten Broeke was niet overtuigd, maar besloot wel om zijn motie aan te passen en in een nieuwe versie vooral aan te dringen op overleg met Curaçao en St. Maarten.
Koenders ging ook in op de huidige situatie in Venezuela. “Ik deel de analyses van u allen over de zorgelijke situatie in Venezuela. Ik had even de indruk dat sommige leden dachten dat dit niet zo is, maar op allerlei aspecten, zoals veiligheid, kustwacht en de aantallen die te maken hebben met de risico’s van mensen die met bootjes komen, is er enorm veel overleg tussen de verschillende landsdelen en de regering in Den Haag.”
Het debat over de Rijksvisumwet ging ook over de juridische basis van de wet. Op dit onderdeel werd het woord gevoerd door MEP-Statenlid Ady Thijsen, PDR-Statenlid Andin Bikker en de gevolmachtigde minister van Aruba Alfonso Boekhoudt. Aruba, Curaçao en St. Maarten vinden dat er te veel nadruk ligt op het visumbeleid als Koninkrijksaangelegenheid en willen dat er expliciet vermeld wordt dat de verstrekking van visa een autonome bevoegdheid van de landen is, inclusief verwijzing naar de gerelateerde bepaling uit het Statuut. Daarnaast vroegen ze om een procedure voor bemiddeling voor situaties waarin er geen consensus is over de invoering van een visumplicht voor een land.
Koenders vond die toevoegingen echter overbodig. Tot nu toe zijn de vier landen het altijd met elkaar eens geweest over de visumplicht en de autonome bevoegdheid van visumverstrekking door de landen is volgens hem voldoende gewaarborgd. Koenders nam wel het voorstel over van de Caribische delegatie om ook de aanvraag van visums via internet op termijn mogelijk te maken.
“Naar verwachting is het elektronisch aanvragen van een Caribisch visum in 2017 mogelijk”, zei hij.
Bron: Amigoe