WILLEMSTAD — Het hof heeft Gustavo Torres Valentierra (55) donderdag tot vier jaar gevangenisstraf veroordeeld voor zijn medeplichtigheid aan de uitvoer van iets meer dan 669 kilo cocaïne, in de periode van 24 tot 29 juli vorig jaar en die middels een container onderweg was naar St. Maarten.

De straf is de helft van wat de man conform de eis van het Openbaar Ministerie in eerste aanleg kreeg, namelijk acht jaar cel.

Dit heeft te maken met het feit dat hij voor het medeplegen en voorbereiding van het transport is vrijgesproken. Het hof verduidelijkt: op grond van het dossier en het verhandelde ter zitting kan worden vastgesteld dat verdachte een container heeft gehuurd voor het transport van goederen naar St. Maarten en deze container vanaf de Caribbean Cargo Services op en neer heeft laten vervoeren naar Montaña Rey, om daar ook goederen in te (laten) laden.

Voorts heeft verdachte diverse materialen gekocht, waaronder lood en lijm, en deze materialen verstrekt aan twee Venezolanen die ook goederen in de container van verdachte zouden voegen. Het voorgaande is onvoldoende om een nauwe en bewuste samenwerking te kunnen aannemen.

De bijdrage die verdachte aan het delict zelf heeft geleverd is niet van zodanig significante aard dat kan worden gesproken van medeplegen. Verder is van voorbereiding geen sprake (meer), nu verdachte niet slechts voorwerpen voorhanden heeft gehad bestemd tot het begaan van het misdrijf, maar al is overgegaan tot het verrichten van handelingen om het delict te plegen.

De partij drugs werd zoals bekend op 29 juli ontdekt tijdens controles bij Nieuwe Haven. De zeecontainer zou plastic cups en hondenvoer naar St. Maarten vervoeren en werd eerst bij een industrieterrein in Montaña gecontroleerd.

Tijdens die controle bleek dat de waarde van de spullen niet overeenkwam met de transportkosten. De wachter nam contact op met het hoofd van de onderzoeksafdeling van de douane, die hem vervolgens opdracht gaf de container naar Nieuwe Haven te laten transporteren voor een uitgebreider onderzoek.

De douanemedewerkers deden de vondst bij het controleren van de buitenkant van de container. Zij ontdekten een vals compartiment met daarin de partij drugs en vervolgens werden de nodige testen gedaan.

Na verwijdering van de partij cocaïne uit de container werd bovendien geconstateerd dat gebruik werd gemaakt van lood om de penetratie van de stralen van de containerscan te beperken. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte een spoor achterliet bij de aanschaf van materialen om de container te bewerken, waaronder lood. Zo was hij te zien op camerabeelden bij de bouwmarkt, werd er een kassabon voor het materiaal aangetroffen tijdens een huiszoeking en gebruikte de verdachte zijn eigen Funmiles- kaart bij de aanschaf van het materiaal.

Het hof achtte Valentierra’s verklaring, dat hij niet wist dat zich in de container cocaïne bevond ongeloofwaardig. Het had op zijn weg gelegen om onder bovengenoemde omstandigheden zicht te houden op wat de Venezolanen en/of anderen in of met de container hebben gedaan.

Niet is gebleken dat hij aanwezig of betrokken is geweest bij wat er met de container in Montaña Rey is gebeurd. Hij had dus moeten hebben geweten of op zijn minst welbewust de aanmerkelijke kans hebben aanvaard, dat er drugs in de container werden gestopt ter uitvoer naar St. Maarten, wat medeplichtigheid aan de uitvoer van drugs oplevert.

Het OM heeft twee weken de tijd om cassatie in te stellen.

Bron: Amigoe