WILLEMSTAD — De advocaten van Statenlid Gerrit Schotte en Vanddis-directeur Cicely van der Dijs hebben vorige week een verzoek ingediend bij het hof, gericht aan president Evert Jan van der Poel, om geen lokale rechters aan te stellen voor behandeling van de beroepszaak Babel.

Eldon ‘Peppie’ Sulvaran en Paula Janssen motiveren in de brief dat hun cliënten geen vertrouwen hebben in een objectieve belangenafweging in de beroepszaak door lokale rechters. Dus willen zij geen rechters uit Aruba, Curaçao, St. Maarten of Bonaire, maar rechters die werkzaam zijn bij een gerechtshof in Nederland.

De verdediging haalt artikel 6 van het Europees verdrag rechten van de mens aan, dat een onpartijdige rechterlijke instantie belast moet zijn met de behandeling. “De rechterlijke onpartijdigheid is één van de hoekstenen van de rechtspleging en een waarborg voor een eerlijke procesvoering. Zelfs de minste schijn van een gebrek aan onpartijdigheid kan niet worden geduld. Dit is nu niet het geval.”

Schotte en Van der Dijs werden op 11 maart veroordeeld tot respectievelijk drie jaar celstraf en achttien maanden cel, waarvan negen maanden voorwaardelijk. Op 15 maart heeft de verdediging hiertegen beroep ingesteld.

In eerste aanleg is door de verdediging op grond van het procesdossier stellig betoogd dat, anders dan het Gerecht heeft geoordeeld, de aanleiding van de start van het strafrechtelijk onderzoek tegen Schotte en Van der Dijs duidelijk berust op overtredingen van het Wetboek van Strafrecht (WvSr), de landsverordening Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (MOT) en de landsverordening Veiligheidsdienst (VDC). “Overtredingen die met zware gevangenisstraffen worden bedreigd voor de overtreder welke overtredingen gedurende de regiezitting van 5 juni 2015 uitgebreid aan de orde zijn geweest.” De verdediging noemde voormalig VDC-hoofd Edsel Gumbs als centrale overtreder, aangezien hij in opdracht van de toenmalige procureur-generaal van het OM Dick Piar heeft gehandeld.

Uitlating rechter

Met betrekking tot die rol van onder meer Gumbs en met name het rechtstreekse verband daarvan met het OM, heeft de verdediging tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak haar sterke afkeuring uitgesproken over de op 22 september 2015 in het openbaar uitgesproken ‘stichtelijke’ woorden van hofvoorzitter J. de Boer, wiens uitlating ongetwijfeld doelde op hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht tijdens de regiezitting in deze zaak. Volgens de verdediging benadrukte rechter De Boer namens het hof op die dag tijdens de beëdiging van twee advocaten, dat de lokale klokkenluider Gumbs, ‘de verdiende bescherming van de lokale rechter geniet’.

Door cliënten kan deze uitlating niet anders worden opgevat dan dat Gumbs bij voorbaat zonder meer bescherming zal genieten van het hof, aldus de verdediging. Dit laatste hebben zij zeker ervaren, in het bijzonder door het afwijzende oordeel van de eerste rechter op dit verdedigingsverweer.

Ook het oordeel van de rechter dat de aanleiding van het onderzoek, anders dan door de verdediging betoogd, evident ligt in het ‘spook-e-mailbericht’ van medio 2012 uit Italië, verwijzende naar de verklaring van advocaat-generaal Anton van der Schans daarover, houdt de verdediging tegen het licht van die ‘stichtelijke’ woorden.

Samenzwering

Bovendien zal de verdediging ook in hoger beroep betogen dat de aanleiding van het Babel-onderzoek vooreerst gelegen is in de bewuste overtreding van de wetgeving door hoge functionarissen, waaronder Gumbs in opdracht van het OM, ‘die al dan niet hebben samengespannen om cliënten vervolgd te krijgen’. Derhalve zal in hun betoog de integriteit van de opsporing wederom centraal staan, aldus Sulvaran en Janssen. “Ook de medaille van een strafrechtelijk proces heeft namelijk twee keerzijden.”

Schotte en Van der Dijs vrezen derhalve dat geen enkel hoflid onpartijdigheid aan de dag zal leggen, waarop zij als beschuldigden recht hebben.

Onderbewustzijn

De verdediging haalt bovendien de buitengewone betrokkenheid van de kleine samenleving aan, alsmede de intensieve media-aandacht en de daarin uitgesproken verdeeldheid met betrekking tot Schotte en de MFK de afgelopen jaren en ook het feit dat de hofleden in hetzelfde kleine gerechtsgebouw zitten (met 1 koffiekamer) en dus vanzelfsprekend onderdeel uitmaken van deze kleine samenleving, wat de objectieve belangenafweging onopzettelijk zodanig verhindert dat cliënten wantrouwig zijn. Zij vragen zich ook af of er nog een hoflid in staat is deze beroepszaak objectief en onpartijdig te behandelen. “Hoewel de verdediging ervan uitgaat dat de rechter moet worden vermoed onpartijdig te zijn, menen wij toch dat in deze concrete strafzaak de herhaaldelijke negatieve berichtgeving ongetwijfeld onderdeel is gaan vormen van op zijn minst het onderbewustzijn van de lokale rechter.”

Taalbarrière

De verdediging beweert verder dat ook de lokale rechter een mens is die zeer waarschijnlijk geen Papiamentstalige kranten leest, zodat er ook nog sprake is van een eenzijdig beeld, ‘gevormd door veelvuldige negatieve Nederlandstalige berichtgeving, waarin onvoldoende evenwichtige nieuwsvoering, zoals die wel enigszins terug te vinden is in de Papiamentstalige kranten’.

Bron: Amigoe