WILLEMSTAD — De Raad van Advies (RvA) gaat niet inhoudelijk in op een Statenmotie van de MFK-fractie, waarin werd voorgesteld de gouverneur buitenspel te zetten bij de vorming van een nieuw kabinet en de eedaflegging van nieuwe ministers. In de motie wordt volgens de RvA onder meer niet aangegeven waarom de huidige regeling aangepast moet worden.

De bewuste motie dateert van 21 oktober vorig jaar. Daarin wordt voorgesteld om de artikelen 29 en 36 van de Staatsregeling van het land Curaçao aan te passen. Nu schrijven deze artikelen voor dat ‘de minister-president en de overige ministers bij landsbesluit worden benoemd en ontslagen’ en dat ‘ministers voor de aanvaarding van hun ambt ten overstaan van de gouverneur hun eed afleggen’.

In de motie wordt voorgesteld om de artikelen zodanig aan te passen dat de minister-president en de overige ministers door de Staten worden benoemd en dat zij de eed ten overstaan van de Staten afleggen. De motie werd met steun van de oppositiefracties MFK en MAN, maar ook met die van de PS aangenomen.

Tegenstanders zagen in de motie een voorstel om de screening van kandidaat-ministers te voorkomen, terwijl voorstanders erop wezen dat in Nederland koning Willem-Alexander ook geen rol speelt bij de formatie van een nieuwe regering. Aanleiding voor de MFK-fractie om de bewuste motie in te dienen, was de aanwijzing van de Rijksministerraad aan St. Maarten indertijd.

De motie, waarin aan de griffier van de Staten werd opgedragen om een begin te maken met het opstellen van een voorstel om de Staatsregeling aan te passen, werd eind vorig jaar naar het adviesorgaan gestuurd. In het advies dat onlangs naar de Staten werd gestuurd, stelt de RvA dat zij ‘bij de toetsing van wet- en regelgeving over alle relevante informatie dient te beschikken, waaronder een toelichting (…) op de voorgenomen wetswijziging, om te kunnen komen tot een weloverwogen oordeel over het nut en de noodzaak in een democratische rechtsstaat van hetgeen in de motie van 21 oktober 2014 is opgenomen’. De Raad constateert dat de toelichting niet aan haar is overgelegd.

Verder stelt de RvA met betrekking tot de uitvoerbaarheid van de voorgestelde wijziging dat conform artikel 44 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, bepaald wordt dat ‘een wijziging van de Staatsregeling die betrekking heeft op bepalingen die betrekking hebben op de bevoegdheden van de gouverneur voor hun inwerkingtreding de instemming nodig hebben van de regering van het Koninkrijk’.

De RvA is van mening dat een duidelijke toelichting van het voorstel ontbreekt in de motie, zoals deze door de Staten is aangenomen. “De Raad komt aan de hand van de aangeboden stukken en gezien het voorgaande vooralsnog niet toe aan een volledige inhoudelijke toetsing naar de uitvoerbaarheid van de motie van 21 oktober 2014”, aldus de RvA in haar advies.

In een begeleidende brief aan de Staten, waarin hij ingaat op de motie, stelt premier Ivar Asjes (PS) dat een landsverordening van overheidswege of een initiatiefontwerp-Iandsverordening van de Staten ter wijziging van de Staatsregeling aan de Koninkrijksregering moet worden voorgelegd, waarbij de onderbouwing van de wijzigingen aan de orde zal moeten komen.

Bron: Amigoe