door Favell Maduro
WILLEMSTAD — Er staan twee scholen van het funderend onderwijs op de lijst om gesloten te worden. Het gaat om twee scholen van het Rooms Katholiek Centraal Schoolbestuur (RKCS). Die hebben nu te weinig leerlingen. Door het dalende aantal leerlingen is het probleem met wachtlijsten in het funderend onderwijs dit jaar ook minder.
Een van de scholen die op de lijst staan om gesloten te worden, is Kolegio Dodo Palm op Seru di Papaya (Seru Fortuna). De andere school wilde de directeur van RKCS, Lisette van Lamoen-Garmers, niet noemen. De situatie op de desbetreffende scholen wordt regelmatig met de directeuren besproken.
Over de hele linie merken ze bij RKCS dat er steeds minder kinderen worden ingeschreven. Hierdoor hebben veel scholen, in tegenstelling tot voorgaande jaren, nu aan het begin van het onderwijsjaar voldoende plekken om nieuwe leerlingen te plaatsen. “Behalve de populaire scholen dan, die een kortere wachtlijst hebben”, aldus Van Lamoen-Garmers.
Het dalende aantal leerlingen is een maatschappelijk én een financieel probleem. Scholen zijn ontmoetingsplekken voor buurtkinderen. Vanuit het RKCS willen ze ook het liefst dat kinderen in hun eigen buurt naar school gaan. Maar er zijn veel ouders die hun kinderen liever inschrijven bij een school dicht bij hun werk. Hierdoor stroomt de school in de eigen wijk leeg.
Er is ook een financieel risico voor het RKCS om deze scholen open te houden. Via het Vergoeding en Verantwoordingstelsel (V&V-stelsel) van de overheid krijgt het RKCS geld om het salaris van een docent te betalen. De vergoeding die RKCS krijgt is bestemd voor een klas van 24 leerlingen. Als er minder kinderen in een klas zitten dan wordt de vergoeding van de overheid ook minder.
RKCS moet wel het volle salaris van een docent betalen en moet het resterende bedrag dus ergens anders vandaan zien te halen. Nu moet RKCS regelmatig schuiven met gelden van andere scholen om die met minder leerlingen open te houden. “Dit gaat ten koste van andere zaken. Op een gegeven moment kun je dat niet meer volhouden als organisatie en word je gedwongen om een school te sluiten”, aldus Van Lamoen-Garmers
Recent is om deze reden in de wijk Fuik een school van het funderend onderwijs gesloten. “We hebben onderzoek gedaan in Fuik. Daaruit kwam naar voren dat er te weinig kinderen in de wijk waren om de school open te houden. Op een gegeven moment had een klas zeven leerlingen. Er is nog geprobeerd om twee klassen samen te voegen, maar de kosten bleven hoog. Toen is besloten om de school te sluiten.”
Het Vergoeding en Verantwoordingstelsel (V&V-stelsel), dat is ingesteld om de kosten in het onderwijs te bewaken, hoeft van Van Lamoen-Garmers niet te verdwijnen. Het moet wel geëvalueerd worden. “Er moet eenmaal een meetinstrument zijn. Opleidingen zijn erg duur.”
Volgens Van Lamoen-Garmers is het niet realistisch om een opleiding bij een VSBO-school te starten met zestien leerlingen. Al heeft RKCS laatst wel toestemming gekregen van het ministerie om een uitzondering te maken. Zij vreest wel voor een hoge uitval van leerlingen. “Als je alle opleidingen met zestien leerlingen laat beginnen, dan zit je het jaar erop met alleen nog vijf leerlingen in de klas.”
De directeur van RKCS hoopt gehoor te krijgen bij het ministerie van Onderwijs. Tot nu toe krijgen de bijzondere schoolbesturen steeds te horen dat ze budgetneutraal moeten werken via het V&V-stelsel. Voor de scholen van het Openbaar Schoolbestuur geldt dat stelsel niet. “Die kunnen een klas gerust met zestien leerlingen laten draaien; het zijn ambtenaren die toch wel worden betaald.” Terwijl de speciale schoolbesturen wel steeds meer op de kosten moeten letten.
Bron: Amigoe
